-k-
afbraak van het zonder vergunning gebouwde niet wordt toegepast én een bepaald
niet onvriendelijk waarschuwende brief. In het laatste geval ontbreekt elke
consideratie. Dan zal er wel een voorgeschiedenis aan vast zitten denkt
iedereen, anders is zo'n verschil in benadering nauwelijks te begrijpen. En
dat klopt. In geval JB-markt is door een bedrijf dat bekend staat om zijn
brutaliteit in het afdwingen van vestigingen die doorgaans indruisen tegen
het beleid dat de gemeente voert, na een aanschrijving van B. en W. de
bouw gewoon doorgezet. Ook een proces-verbaal kon het bedrijf niet tot stoppen
brengen. Dus B. en W. sanctioneren die brutaliteit (en de heer Van Hoof ook,
maar die wil goedkoop en dichtbij boodschappen doen). Meneer X is minder
brutaal, die diende een bouwaanvraag in en stopte met de bouw. En meneer
N Wel die had als enige vooraf om toestemming gevraagd, schriftelijk nog wel.
Gewoon om tijdelijk in een caravan te mogen wonen en hij lichtte die vraag
toe met de redenen waarom voor hem tijdelijke bewoning van een caravan ge
wenst was. En daarom is het gewoon onbeschoft wanneer het college van B. en W.
niet gewoon op die vraag een beschikking afgeeft: ja of nee toegestaan. Maar in
plaats daarvan doen alsof dat formele schriftelijke verzoek niet bestaat en
schrijft: "Wij hebben geconstateerd", en dan in afwijking van wat onder nor
male mensen gebruikelijk is maar op komt draven met dreiging met politiedwang.
Het moet toch wel een kick geven, niet meneer de voorzitter om bekleed te
zijn met zo'n macht? En als u die macht met wat meer menselijkheid en con
sequentie wist te gebruiken dan zou u wellicht - met uw medecollegeleden
natuurlijk - daar ook nog respect voor verwerven. Nu overheerst denk ik het
gevoel van onpasselijkheid. Voor mijn fractie is alleen dit al ruim voldoende
om het wegstuurbare deel van het college met de meeste spoed ..de laan uit te
sturen. We kennen onze pappenheimers echter al lang en durven hoogstens te
hopen op een enkeling die de moed heeft om dit handelen af te keuren. Voor hen
die twijfelen: de brieven liggen bij ons in hun geheèl ter inzage.
Mijnheer de voorzitter, dit college maakt zich niet alleen schuldig aan wille
keur ten opzichte van de burgers in deze gemeente. Het college bedriegt ook
willens en wetens de raad. We herinneren ons nog de opmerking van de heer Van
Hoof toen hij parmantig en vol leedvermaak uitriep dat "mensen dan toch wel
vaak door de mand vallen op een of andere manier Ik ben blij dat het inderdaad
in dit geval ook zo gebleken is", aldus de heer Van Hoof sprekend over de
P.v.d.A.-fractie die door de mand gevallen zou zijn. En waar ging het over
Over de cijfers van een andere verkaveling van Lob-B van Albano. U weet nog wel:ruim
één miljoen gulden verschil tussen de berekening van de P.v.d.A. en het
college. Inmiddels heeft de Partij van de Arbeid echter gelijk gekregen van het
college: onze cijfers waren juist. Dat wil zeggen in de gevolgtrekking dat
onze berekeningswijze juist was. Dat er toch een ander bedrag uitrolt voor de
slechte verstaander - niet de 1,7 miljoen van het college en ook geen bedrag
in die orde van grootte, is nauwelijks relevant te noemen. Het blijft daar
bij opmerkelijkdat ambtelijke bijstand niet in alle gevallen tot hetzelfde
resultaat leidt. Laten we één voorbeeld noemen hoe zoiets kan ontstaan, al was
het maar om nieuwe vreugdekreten bij de heer Van Hoof in de kiem te smorèn.
Onze cijfers waren gebaseerd op de in het plan gehanteerde kostprijzen. B. en
W. gaven in hun antwoord de prijs per 1 januari 1980, die in sommige gevallen
meer dan 100$ hoger is. Hoe dat kah Ons een raadsel.
Wat was er dan wel aan de hand Wel niets meer of minder dan dat het college
zich de vrijheid veroorloofde om in afwijking van de gebruikelijke berekenings
methode tot een wat vrijmoedige benadering te komen. Het college is er namelijk
vanuit gegaan dat de grondkosten voor de vrije sector- en premiebouw niet
zouden mogen stijgen. Naar ons oordeel kan men die keuze maken of liever kan
de raad die keuze maken. Onze keuze is het niet, maar daarop richt zich ons
verwijt niet. Ons verwijt richt zich daarop dat in feite alleen het college
wist dat:
a. onze cijfers goed waren en vooral onze berekeningswijze juist was, want geba
seerd op de gebruikelijke berekeningsmethodiek,
b. het college een andere methodiek koos die niet volgens "het bruine boekje"
is, en
c. naliet en bewust naliet om de verschillen in berekeningsmethodiek en de ge-