VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG k DECEMBER 1980 DES AVONDS OM 7.3O UUR. Aanwezig de leden: S.A.I. du Pont, W.L.G. Brouwers, B.A. den Braber, Chr. van Elzakker, Drs. J.H.P.J. van Eijkeren, A.M. van der Graaf, J.E.M. de Haas, J.F.M. van Hoek, N.G. van Hoof, W. Kniep-Köhnke, A.J. Kop Jansen, P.B.J. Mol, W.H.M. Rennings, Ir. C.J.M. Wijnen. Bericht van verhindering is ingekomen van het lid W.J. Kok. Voorzitter: mr. P.J.J.M. Mangelmans. Secretaris: J.C.W. Brans. 1. Opening. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed. 2. Ingekomen stukken en mededelingen. De VOORZITTER: Ik doe u allereerst mededeling van een bericht van verhindering dat is ingekomen van de zijde van de heer Kok. Ingekomen stukken. 1. Persdocumentatie van de provincie Noord-Brabant, nummers ^1 en k2. 2. Bulletin Geknipt voor het raadslid, nummer 19. 3. Verslagen van de vergadering van de welzijnscommissie d.d. 23-10 en 6-11-1980. 4. Schrijven van Districtsgezondheidsdienst Roosendaal d.d. 30-10-1980, betreffende begroting 1981 en 1e wijziging begroting 1981. 5. Twee besluiten van burgemeester en wethouders tot garantie geldlening ten behoeve van aankoop woning. 6. Schrijven van de Bond van Gehandicapten en Arbeidsongeschikten d.d. november 1980, betreffende bezuinigingen gemeentebegroting. 7. Overzicht laatstelijk ingezonden en goedgekeurde raadsbesluiten. 8. Brief d.d. 15 oktober 1980 van de voorzitter van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State inzake het door de Gebr. A. en J. van Nassau in gediende beroepschrift. 9. Overzicht "Onvoorziene uitgaven, saldi-reserve, kapitaallasten van nieuwe onrendabele investeringen, eenmalige middelen en fiscaal egalisatiefonds," tot en met de raadsvergadering van k december 1980. De heer VAN DER GRAAF: Mijnheer de voorzitter het ingekomen stuk De VOORZITTER: Hebt u de microfoon bij de hand De heer VAN DER GRAAF: Oh, ik had er helemaal niet op gerekend dat het zo snel zou zijn. De VOORZITTER: Ja, want er zijn geen notulen. De heer VAN DER GRAAF: Het ingekomen stuk onder 8: brief van de voorzitter van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State inzake het door de Gebr. A. en J. van Nassau ingediende beroepschrift. Daarbij heeft u een concept gevoegd van een brief die de raad naar de afdeling Rechtspraak van de Raad van State zou moeten sturen. Die brief is op zichzelf een must. De meerderheid van de raad heeft destijds een bepaald besluit genomen en daar komt iemand tegen in beroep dus daarmee hebben wij geen moeite. Inhoudelijk hebben we met de brief wat meer moeite. Er staan naar onze mening wat evidente onjuistheden in. Nu is het niet mijn bedoeling - en ik denk dat iedereen daar gelukkig mee zal zijn - om dat nou breed uiteen te zetten waarom dat onjuist is, omdat we anders met een zekere regelmaat de laatste tijd terugkerende discussie opnieuw zouden oprakelen. Het lijkt me ook niet zo verschrikkelijk hard nodig omdat uit eindelijk de kwestie voor de Raad van State verder wordt uitgevochten. Alleen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 203