-51- voor om te bezien of de Brouwerijstraat in die huidige vorm kan worden be houden, maar wanneer het besluit van de raad anders mocht luiden over hoeveel tijd dat is op dit moment nauwelijks te overzien - wel dan moet dat risico maar bij de gemeente liggen in plaats van bij particulieren die al vele jaren wachten op mogelijkheden. Ik heb daarmee gezegd wat ik zeggen wilde. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter,van dat er een voornemen is ge uit door deze raad om voor dit gebied een nieuw bestemmingsplan te maken vinden wij de aanhouding tot een tijdstip waarop duidelijkheid is verkregen over het op te stellen plan gewenst. Het heeft volgens ons weinig zin om van geval tot geval te gaan bezien of er medewerking aan bouwplannen moet worden gegeven. De samenhang van toekomstige plannen en de mogelijkheid tot opnemen van bepalingen over die rechtszekerheid aan alle betrokkenen in dat gebied geven, die worden daardoor onmogelijk gemaakt. Ik denk dat dat een belangrijke zaak is. De heer Van der Graaf heeft hier ook al op gewezen en wij vinden het ook gewenst dat aan de andere kant, dat er zo spoedig mogelijk inzicht komt, wat nou de nieuwe planopzet en de voorschriften gaan inhouden en daarom zijn we toch wel benieuwd wat er van de kant van de P.P.D. uit het overleg is voortgekomen. De VOORZITTER: Met betrekking tot de opmerking van de heer Van der Graaf. Ja, het klopt, dat die beschermende werking die er nu maar een jaar is na de vaststelling van een raadsbesluit nogal lang gaat uitlopen en dat je die in feite door de wijzigingsbevoegdheid die van de zijde van G.S. is gesuggereerd om daarmee de voorwaarden te creëren om in ieder geval voor stadsvernieuwingssubsidie in aanmerking te komen, in ieder geval tot in lengte van jaren zou kunnen gaan doorlopen. Dat die lang is en dat die voor particulieren een buitengewoon onplezierige consequentie heeft. Ik kan me heel goed voorstellen en ik heb dat ook bij de P.P.D. op tafel gebracht dat er wat dat betreft - zeker omdat er geen concrete plannen bestaan - een gevoelen van een morele gehoudenheid bestaat, maar de conclusie die de heer Van der Graaf daaruit trok is geloof ik de juiste. Die conclusie is ook bij de P.P.D. op tafel gekomen. Als je dan toch vindt dat je van de be schermende werking geen gebruik moet maken ten opzichte van die particulier dan is het risico daarvan inderdaad wel voor de gemeente en dat werd gezegd door degene die bij de P.P.D. de financiële haalbaarheid van plannen beoor deelt en secretaris is van de commissie stadsvernieuwing, waaruit ik meende te moeten begrijpen dat als er een subsidie komt in de toekomst dat dan dit soort extra kosten die de gemeente aan zichzelf te wijten heeft dat die buiten een subsidiegrondslag gehouden worden. Met betrekking tot de vraag van de heer Wijnen. Die beschermende werking in relatie brengen, tot de rechtszekerheid is volgens mij wat moeilijker. Ik geloof dat je hem met name in relatie moet brengen tot de financiële positie van de gemeente, want het is aan de hand daarvan eigenlijk dat beoordeeld wordt of je wel of niet meewerkt. Meewerken daar waar het past in de plannen kan natuurlijk best, maar dan moet je wel van geval tot geval de zaak bezien. Met betrekking tot het resultaat van de bespreking met de P.P.D. Wij hebben de vaste stede- boudkundige die de plannen van de gemeente bekijkt. Hij was samen met die financiële man, die secretaris van de commissie stadsvernieuwing, gespreks partner in het gesprek met de P.P.D. We hebben alle voors en alle tegens zo'n beetje bij elkaar gezet'.en de conclusie van de stedebouwkundige was dat we eigenlijk te maken hadden met een problematiek die thuishoort in de grote steden, Den Bosch, Breda en die nu bij een zeer klein draagvlak terecht is gekomen. Reden waarom zij de oplossing niet wisten, maar het op 3 december in de voltallige P.P.D.-vergadering wordt gebracht en dan worden al die P.P.D.-medewerkers uitgenodigd om er met dé mensen die specifiek onze problematiek bekijken over te denken. Direct na die derde december - ik meen dat het de derde is - krijgen wij de uitnodiging om het gesprek voort te zetten. Dus ik hoop dat het helemaal niet zo lang hoeft te duren met betrekking tot de vraag waar het om ging, namelijk kan die

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 191