-50-
schilden verplaatsbaar zijn
De heer DU PONT: Die zijn verplaatsbaar ja.
De heer VAN DER GRAAF: En aldus hun taak niet verliezen, wanneer de nood-
lokalen van de openbare school zijn verdwenen.
De heer DU PONT: Ja, maar ze moeten wel passen.
De heer VAN DER GRAAF: Ja, maar het moet al gek zijn wanneer we in de open
bare gebouwen die we allemaal hebben, dus toch die maat wel kunnen gebruiken.
Met andere woorden: ze zijn niet weg en ik denk dat dat toch wel een belang
rijk element is. Daarnaast geven ze bij gelijkblijvende kosten wat dus nu
verondersteld wordt een beduidend beter leefklimaat en ik denk dat ook dat
een argument is wat meegeteld moet worden.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
20. Voorstel tot het aangaan van een rekening-courant-overeenkomst voor het
jaar 1981 met:
a. N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten;
b. Algemene Bank Nederland N.V.;
c. Amsterdam-Rotterdam Bank N.V.;
d. Nederlandse Credietbank N.V.;
e. Nederlandsche Middenstandsbank N.V.
f. Rabo-bank.
De heer VAN HOEK: De creditrente bij een van de banken komt mij nogal laag
over. Wellicht dat een zakelijke benadering van deze banken tot een hogere
rente zou kunnen leiden.
De VOORZITTER: Nou de eerlijkheid gebiedt mijnheer Van Hoek, om te zeggen
dat een zakelijke benadering eigenlijk zou moeten leiden tot de conclusie
dat de gemeente er veel verstandiger aan deed om niet met alle banken
zaken te doen, maar slechts met één bank, want het kost handenvol geld; het
kost handenvol werk en het is uitsluitend uit overwegingen dat we er niemand
bij willen uitsluiten dat we alle Oudenbossche banken hebben betrokken,
maar creditbedragen die staan er eigenlijk niet of nauwelijks op, want alle
zaken worden gedaan bij de Bank voor Nederlandsche Gemeenten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
21. Beslissing op verzoeken om voorziening tegen besluiten van burgemeester
en wethouders tot weigering van bouwvergunningen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
12. Beslissing op verzoek om voorziening tegen het besluit van burgemeester
en wethouders d.d. 15 mei 1980 tot aanhouding van de beslissing op een aanvraag
om vergunning voor het verbouwen van de woning Brouwerijstraat 1b, alhier.""
De heer VAN DER GRAAF: Ja, daar hebben we wat meer moeite mee voorzitter.
Wanneer we de normale gang van zaken bekijken wanneer een voorbereidings-
besluit is genomen, dan treedt er een situatie in na dat jaar dat het voor-
bereidingsbesluit is gevallen en dat ingediende bouwaanvragen moeten worden
gehonoreerd. Hier is sprake van een toch wat kunstmatige situatie die al
jaren duurt en ik denk dat de overheid niet op een gegeven moment particu
lieren moet laten lijden onder de eigen onmogelijkheid om tot besluitvorming
te komen. Ik spreek daar geen waarde-oordeel over uit. Ik zeg alleen: het
is zo in de praktijk gebleken en als we dan daarna nog bekijken hoe dat
allemaal gegaan is. Hoe in overleg met de gemeente die overigens niet-logies-
inrichting, maar toch dat huis waarin een aantal gastarbeiders wonen hoe
dat tot stand is gekomen in overleg met de gemeente, dan zeg ik dan is daar
nog een betrokkenheid van de gemeente bij waar wij moreel niet omheen kunnen
en ja, ik ben er ook voor om te zeggen het risico moet deze keer bij de ge
meente liggen. Wij moeten toestaan dat die verbouwingen gepleegd worden en
dan de risico maar lopen dat wij een eventuele - mijn fractie is er primair
