-Jh-
innerlijk tegenstrijdig reageren op de nota door te zeggen dat die ener
zijds kan dienen voor het ontwikkelen van het sociaal-cultureel beleid,
maar dat we het anderzijds weer op zijn kop zetten. Ik denk dat de wet
houder die alinea helemaal verkeerd gelezen heeft. Wij zeggen daar dat
de nota procesmatige en toelichtende functie kan blijven houden.
Een stuk verder zeggen wij dat wij de algemene beleidslijnen onverlet
willen laten. In het alternatief, dat wij hebben geschapen, is geen enkel
uitgangspunt of doelstelling van de nota weggevallen.Hoogstens hier en
daar anders geformuleerd; en waar we nodig vonden aangevuld. Maar we
hebben hem zeker niet op zijn kop gezet. We hebben alleen maar beoogd,
waar ook het orde-debat aan het begin over ging, om een hanteerbaarder
geheel te maken en dat is niet zozeer nodig intern, want de ambtenaar
die ermee-moet werken, die kent hem uit zijn kop denk ik, maar we moeten
er rekening mee houden dat ook mensen buiten de secretarie met deze doel
stellingen en uitgangspunten wat aan moeten. Ten aanzien van zijn op
merking over de pluriformiteit zegt hij dat wij in de commissie hebben
geconstateerd dat die gegevens er niet waren. We rijden op een verschillend
spoor. Mijnheer Brouwers doelt op het feit dat bij de samenstelling van
van een sociale kaart die pluriformiteit niet boven tafel kon komen, omdat
bijvoorbeeld er geen KASKlgegevens waren. Waar ik op gedoeld heb is de
pluriformiteit, die onderzocht had moeten worden in fase 3 in de gesprekken
met de organisaties. Ten aanzien van de concrete doelstellingen van ons
genummerd 1 tot en met 7 zegt de wethouder dat die niet gestoelt zijn
op onderzoek. Dat is nou net het euvel, want wij vinden als wij blijven
zitten met algemene doelstellingen, want wat hebben we nou. We hebben
algemene doelstellingen, we hebben onderzoek, we hebben de mening van de
bevolking in eerste instantie, maar wat hebben we nog niet gehoord. We hebben
nog niet gehoord echte kansarmen, echte achtergestelden, want die waren er
niet. Daar waren op die avonden geen jongeren van 12 tot 16 jaar. Er waren
geen werkloze jongeren. Kinderen met een afwijking sociaal gedrag. De
tweede en derde generatie culturele minderheden. Er waren geen analfa
beten. Niet- actieven, misschien liep er een los tussen, maar ik heb hem
niet opgemerkt. Culturele minderheden heb ik ook niet gezien en nieuwe
inwoners konden er al helemaal niet zijn. Als we die niet noemen nu, wanneer,
vraag ik dan de wethouder, wanneer moeten die dan boven tafel komen en op
grond waarvan. Ik denk dat wij als raad met name die groepen die dus nu
niet bereikt worden, gezien de taakstelling van de rijksbijdrageregeling
nu op tafel moeten leggen en zodat daar bij het opstellen van de volgende
fase rekening gehouden moet worden. De kriteria, zegt de wethouder, die
zijn om de organisaties te toetsen. Dat klopt, hij heeft dat erg goed
begrepen. Wij hebben er geen behoefte aan om behoeften en noodzaak te
toetsen. Behoeften en noodzaak inventariseren we. Die brengen wij boven
tafel en daar maken wij een plan en programma van, maar achteraf moeten
wij denk ik via het werk wel toetsen de organisaties of zij het werk naar
behoren hebben uitgevoerd. Even terugkomend op wat de heer Rennings en ook
de heer Wijnen gezegd heeft over het woord initi'êren. Ze zeggen dat moet
je schrappen. Ik voel daar helemaal nietsvoor. Met name omdat de groepen
waarvan ik er zojuist een paar genoemd heb anders niet aan bod komen.
Iedereen praat over kansarmen en achtergestelden, maar ik denk dat je dan
als raad je verantwoordelijkheid moet nemen en die achtergestelden zelf
aan moet dragen waar zij zelf niet in staat zijn om daarmee te komen.
Ja, even kijken Nou ik heb nog een heleboel opmerkingen staan, maar
laat ik het hierbij maar laten.
De VOORZITTER: Mag ik begrijpen dat u zich
De heer DEN BRABER: Oh, sorry, ik zou u willen verzoeken als eerste ons
totale voorstel in stemming te brengen. Daarna kan ik afhankelijk van de
stemming bepalen wat wij verder zullen doen.
De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, ik zal eveneens proberen het kort te
houden. Het stelt mij toch wel teleur dat de wethouder feitelijk op geen
enkele suggestie vanuit de raad ingaat. Ik denk dat en het treft me dan eigen-