-33-
een beperking, terwijl dat wij juist met name zeggen dan moet dat sociaal-
cultureel werk erop gericht zijn. Dus zoals het er staat is het eigenlijk
juist goed. Dan ondersteunt hij voorts het voorstel gedaan in de
commissie om toe te voegen met behoud van eigen identiteit, waan daar be
hoefte is en waar nodig. Nogmaals dat staat in de nuancering bij de
Dat staat in de toelichting als een nuancering, maar ik denk dat het
alleen al door het feit dat het door zoveel fracties genoemd is het
kennelijk toch aan een zodanige behoefte tegemoet komt, dat ik er dadelijk
meer toe neig om te zeggen van nou, mogelijk dat toch die toevoeging
juist is. Dan heb ik tenslotte ja, de heer Van Hoof is verder ingegaan
op het feit dat hij het niet eens in met de Partij van de Arbeid. Ik ben
blij overigens met zijn opmerking over een jaar commissie; er is veel
werk verricht. Het zou volgens hem afbreuk doen aan het vele werk wat
door die commissie verricht is als we nu de doelstellingen en uitgangs
punten zo weer gegeven niet als de onze. maken. Ik ben toch eigenlijk
wel blij, want het is de eerste opmerking in deze raad die ik in het
voordeel van de commissie hoor. Ik zeg niet dat andere commissies zich
negatief hebben uitgesproken, maar het werk wat we achter ons hebben is
toch een zodanig moeilijk karwei geweest, dat ik deze opmerking van harte
ondersteun en dan met name als voorzitter. Het is een werkperiode geweest
van nieuw werk, waar eigenlijk geen mens kaas van gegeten had en waar
met de nodige kritiek en met de nodige moeilijkheden en de nodige op
merkingen er toch uiteindelijk zeer belangrijke en goede zaken uitgekomen
zijn en vandaar dat ik zijn opmerking naar die commissie wel erg ondersteun.
Mijn stem is bijna ten einde, maar ook de beantwoording van de fracties.
Dan rest me nog de heer Van Hoek die het eens is met de gekozen doel
stellingen. Hij maakt daarbij wel een paar kritische opmerkingen naar andere
fracties waarin hij zegt: Ja, de decentralisatie gaat in feite toch om
de centen en de commissie komt zich tegen als men de centen als laatste
toets houdt. Ik denk toch mijnheer Van Hoek dat het goed is dat ja.......
vele mensen gebruiken de decentralisatie als zijnde iets wat om de
centen draait. Ik gebruik dat zelf ook wel eens, maar ik denk dat u toch
over het hoofd ziet dat door de decentralisatie en de werkzaamheden
als gevolg daarvan binnen het functioneren bijvoorbeeld van de gemeente,
toch een aantal zaken naar voren zijn gekomen die van erg groot belang
zijn. Ik denk dat voor het eerst, althans ik heb dat dan aan den lijve
ervaren, in vijf gespreksavonden, het toch voor het eerst met de gemeente
geconfronteerd is geworden met de burgers en helemaal niet in negatieve
zin, maar ik noemde als een zeer positieve zaak en vandaar dat ik vind
dat die decentralisatie niet alleen een kwestie is van centen, maar er
zijn toch wel een aantal andere belangrijke zaken naar voren gekomen. U
ondersteunt de basis moet liggen in het particulier initiatief. De vrij
willigers en u maakt daar dezelfde opmerking met betrekking tot de eva
luatie dat dat voor de kleinere organisaties wel eens een enorm probleem
kan zijn. Ik denk dat ik dan ook verwijs naar hetgeen daarover gesuggereerd
is om als toevoeging te doen, alhoewel dat ik in de toelichting ook staat.
Voorzitter, ik moet het hierbij laten.
De VOORZITTER: Dank u wel wethouder, wij hebben en ik denk dat dat mede
ligt aan de aanpak waar we gezamenlijk voor gekozen hebben, bijna tweeën
eenhalf uur gedaan over de eerste instantie, maar ik denk dat we in feite
ook de eerste en tweede instantie juist door die aanpak zo ongeveer hebben
laten samenlopen. Toch wil ik geen gebruik maken van de bevoegdheid die
in het reglement van orde ligt om nou de beraadslagingen te besluiten, want
ik denk dat je dan onrecht doet aan wat er allemaal gezegd is. Ik zou
u wel willen uitnodigen om in uw tweede instantie kort en bondig te zijn
en met name toe te gaan naar de besluitvorming, dus met name te komen met
voorstellen met betrekking tot de uitgangspunten en doelstellingen.
De heer DEN BRABER: Ik wil graag een bijdrage leveren aan die beperktheid
voorzitter, voorzover mogelijk zal ik mij beperken tot het reageren op
wethouder Brouwers en twee aanvullende opmerkingen. Wethouder Brouwers
begint zijn reactie op ons met te stellen dat wij in feite ambivalent