-32- de gemeentelijke overheid als reactie op het particulier intiatief moet duidelijk verankerd worden in onze doelstellingen. Ik denk dat hij te vreden is als ik hem wijs op onze algemene beleidslijnen, want daarin staat dit met name ook genoemd. Ik ben het wat dat betreft dus met de opmerking eens, alleen ik heb er op geduid dat het inderdaad wel is vast gesteld. Met betrekking tot de uitgangspunten zegt hij meteen akkoord te zijn. In 2 de zinssnede "zijn te beschouwen", waar het gaat over de groepen in achterstandsituaties. Laat ik ze voor alle duidelijkheid "Het accent van het sociaal-cultureel werk dient te liggen bij die groepen van de bevolking die op enigerlei wijze als kansarm of achter gesteld zijn te beschouwen en ook dit zelf aangeven" Dan zegt hij ja, dat "te beschouwen" dat komt mij ongewenst voor. Ik vind dat die bevolking zich zelf - dat moet je toevoegen - op enigerlei wijze als kansarm of achtergesteld beschouwen. Anderen kunnen niet bepalen de mate van per soonlijk welzijn of de maatstaven die hiervoor voor elk individu, anders zijn. Ja, ik moet dan toch opmerken dat het op zich genomen logisch lijkt, maar toch moet de heer Van Hoof rekening houden met het feit dat deze mensen zich vaak bevinden in een situatie dat ze geen kans hebben om aan de bak te komen en dan kun je wel zeggen van ja, maar ieder moet voor zichzelf kunnen bepalen de mate van het persoonlijk welzijn. Waar het bij ons om gaat in het uitgangspunt dat is dat je accent legt op activiteiten voor die groep die kansarm zijn en zich als zodanig ook kunnen beschouwen en ook dit zelf aangeven. Ik zou deze nuance dus niet willen overnemen. In uitgangspunt 3» die vindt hij in tegenstelling met k. Waar het gemeentebestuur primair verantwoordelijk is voor de demokratische planning en in k de gemeente zal inzake het sociaal-cultureel werk primair voorwaardenscheppend en waar nodig activerend en stimulerend optreden. Uitgangspunt 3 dat slaat duidelijk op het beleid van de gemeente en van de overheid en uitgangspunt k slaat op het uitvoerend werk. Als je daar onderscheid in aanbrengt dan is het dus inderdaad niet strijdig met elkaar. Ik denk dus dat het erg belangrijk is om bij uitgangspunt k ondanks het feit dat je zegt dat zoveel mogelijk te geschieden door het particulier en maatschappelijk initiatief, dat zoveel mogelijk erin te houden, omdat de overheid toch ruimte moet houden om bij gebreke zelf te initiëren. Ik denk bijvoorbeeld aan groepen van werklozen. Nergens nog in Oudenbosch zijn activiteiten voor hun door particuliere organisaties ondernomen. Ik denk dat je dan toch als overheid daar zorgen over moet maken. Ik denk hierbij bijvoorbeeld ook aan een groep als bijvoorbeeld buitenlanders. Noem ze maar als twee groepen waarvan je zegt, nou je moet toch zoveel mogelijk dienen te geschieden of zoveel mogelijk geschieden erin houden, want je zult daar waar nodig toch moeten initiëren. Op uitgangspunt 6 daar maakt hij de opmerking zoals ook door het Samenwerkingsverband gemaaakt. Pardon, daar heeft de heer Van Hoof geen opmerking over gemaakt. Activiteit of uitgangspunt 5- Hij is het niet eens met de opmerking gedaan in de commissie dat de gemeente dient te bepalen of een activiteit levens vatbaar is. Ja, ik denk dat hij dit wat dat betreft met de commissie uit moet knokken, maar ik vind het geen directe aantasting van het particu lier initiatief, want iemand of iets zal toch moeten kunnen bepalen of dat iets levensvatbaar is ja of nee. Ik denk dat dat doorgaans de deelnemers zijn, maar stel niet alles zwart-wit. Dan is hij tot en met uitgangspunt 9 akkoord. In uitgangspunt nummer 10: het sociaal-cultureel werk dient met name gericht te zijn op de versterking van het emancipatie proces ten behoeve van individuen en groepen die in achtergestelde situaties verkeren. Daar stelt hij voor om "met name" te vervangen door "in meerdere mate". Ik begrijp best wat hij bedoeld, maar ik denk dat we net het tegenovergestelde bereiken, namelijk in meerdere mate is geen prioriteit. Eigenlijk een beperking. Als je zegt het sociaal cultureel werk dient in meerdere mate gericht te zijn op de versterking dan is het eigenlijk

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 172