-30- dat we dan op de nuanceverschillen zitten of de verschillen van woord gebruik die in bepaalde politieke groepen of partijen gebruikt worden. Maar wat u bedoelt zit duidelijk in die stelling 1 en 2 opgenomen. Dan in het vervolg van uitgangspunt b voegt of stelt ze voor om toe te voegen: "het is van belang dat gewaakt wordt tegen het ontstaan van monopolieposities of andere onevenwichtigheden ten gunste van bepaalde groeperingen. Het vrijwilligerswerk moet mede worden mogelijk gemaakt door regelingen tot vergoeding van kosten die verband houden met de vervulling van de vrijwilligers functies." Ja, ik vind dat geen uitgangspunt. Ik denk dat je dat in een verordening zo je het wilt regelen, daarin toch zou moeten doen en de toe voeging om: "het is van belang dat gewaakt wordt tegen het ontstaan van monopolieposities of andere onevenwichtigheden". Ja ik verklaarde hetzelfde als je in de wegenverkeerswet zou opnemen: "Je mag niet links rijden". Er is opgenomen:"je moet rechts houden". Ik vind die zin dus toch te onduidelijk door zijn beperkingen om dat in een uitgangspunt op te nemen en zo het tóch belangrijk is vind ik dat het aan de orde komt in een vervolg-* Op uitgangspunt 5, het sociaal-cultureel werk, sluit aan bij initiatieven en behoeften van de bevolking of groepen daaruit en met name op die van groepen die in situaties van achterstelling of kansarmoede verkeren. Daarvan stelt ze voor toe te voegen: "zodat ze uiteindelijk in staat zijn op eigen kracht het eigen welzijn te bevorderen en zodoende hulp van buitenaf niet meer nodig hebben". Daar ben ik het volledig mee eens, maar in de toe lichting op stelling 10, daar ziet u dat eigenlijk begrepen. Ik denk dat we daar helemaal aan tegemoet komen ook. Tenslotte uitgangspunt 6: de beroepskrachten in het sociaal-cultureel werk dienen over een zodanige kennis en ervaring te beschikken dat een verantwoorde uitoefening van de functie gewaarborgd is; daaraan wil ze toevoegen: "de taak van beroeps krachten moet zoveel mogelijk op ondersteuningswerk zijn gericht". Ja, ik denk niet dat je dat moet toevoegen aan die stelling. Ik denk dat dat in zijn algemeenheid een streven is, maar dat dat een zaak is toch van de organisatie, waar de beroepskracht in dienst is. Namelijk die zou toch kunnen bepalen in de taakstelling hoe dat een beroepskracht functioneert. Ik denk dat het ook erg moeilijk voor ons is om voor beroepskrachten in het algemeen te beoordelen of dat ze ondersteuningswerk verrichten of zelf activiteiten moeten ontplooien. Ik kan me best voorstellen dat er beroepskrachten zijn die inderdaad verdergaan dan ondersteuning verlenen en dat dat ook een juiste zaak is. Tot zover de V.V.D. Kom ik dan toe aan het Samenwerkingsverband Ja, mijnheer de voorzitter, de opmerkingen ge maakt door mijnheer Wijnen van het Samenwerkingsverband,war en in feite ook weer een ondersteuning van de nota zoals we die gepresenteerd hebben. Een commentaar op andere werkstukken van de fracties. Waar ze ingaan op de uitgangspunten zou ik het volgende toch willen becommentariëren. Het voor stel om groepen te vervangen door categorieën. We hebben er vanmorgen de Van Dale op nageslagen en dan blijkt dat we toch groep maar het beste kunnen hanteren, omdat wat hier staat:"daarmee kan duidelijker tot uiting worden gebracht dat het gaat om de personen die in een overeen komstige situatie zitten". Ja, die tref je in groepen ook aan en dan is toch de term groepen om niet te muggeziften de meest beste. Een opmerking in datzelfde uitgangspunt 2 met betrekking tot contact-arm. Ja, dat is toch een toevoeging die er eigenlijk niet in thuishoort. Contact-arm is heel wat anders dan kansarm. Je.noemt er dus gewoon iets bij. Het is namelijk het volgende: achterstellingen als het gaat om kansarm achtergesteld zijn, achterstellingen die ontstaan in de samenleving en die samenleving dat is nou net het probleem dat je die zo moeilijk kunt veranderen of - ja beïnvloeden wel -.Je moet je dus naar mijn mening erg richten op mensen die kansarm of achtergesteld zijn en dan is contact-arm ja, dat kunnen mensen zijn die inderdaad wat dat betreft wel in de problemen zitten. Ten aanzien van de opmerkingen op stelling 3i b en 5, daarin zeggen ze of raadt

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 170