-27-
werkopzet en in een uitgangspunt en in beleidslijn b. Een volgende opmerking
door de commissie gemaakt. De
De heer RENNINGS: Moet ik nu begrijpen dat de voorzitter van de welzijns-
commissie eigenlijk in die commissie geen standpunt heeft bepaald ten aan
zien van deze zaken We hebben in die commissie adviezen gegeven aan B. en W.
Ik geeft toe daar werd niet expliciet gezegd ik ben het daar niet mee eens of
ik ben het daar wel mee eens. Ik ben er impliciet vanuit gegaan dat we met
dit commentaar een gezamenlijk standpunt hadden. Met andere woorden dat de
voorzitter,de wethouder,in ieder geval deze adviezen als de zijne maakte.
De heer BROUWERS: Ik heb u verteld hoe Ik denk dat dat ook duidelijk
bedoeld is aan de raad. Een advies van de commissie
De heer RENNINGS: Ja, maar u was voorzitter
De heer BROUWERS: naar de raad toe. Als u dan zegt van nou, dan moet
u zich van verder commentaar onthouden, dan wil ik daar wel rekening mee
houden, maar ik denk dat het toch duidelijk een advies is geweest naar deze
raad.
De heer RENNINGS: Dat is wel zo voorzitter, of wethouder, maar u was voorzitter
van de commissie. Ik neem aan als die commissie iets aan B. en W. adviseert
waar u het persoonlijk volstrekt mee oneens bent, dat u dat dan laat blijken.
Het verbaast me toch eigenlijk wel een beetje dat u eigenlijk een stuk discussie
in die commissie gaat herhalen. Ik ging ervan uit dat de commissie in ieder
geval het eens was met dit advies en ik denk dat we de vergadering alleen maar
onnodig verlengen of het moet zijn dat u niet dit advies tot het uwe wilt maken.
De VOORZITTER: Ik denk dat waar hier het advies van de commissie is ingebracht
door B. en W. omdat de wens die in de commissie algemene en bestuurlijke zaken
was geuit tot een gezamenlijk gesprek daarover niet werd ingewilligd, dat
het zinnig is om daar waar het in de richting van aanvullingen gaat het aan
de orde te stellen. Ik denk inderdaad dat het wel een goede zaak is om niet
meer te doen dan dat en de voorkeuren zoals ze zijn geuit inderdaad verder
hier alleen maar ter kennis van de raad te brengen en te bezien in hoeverre
de raad er iets mee doet.
De heer BROUWERS: Daar wil ik wel rekening mee houden. Nou dat betekent dat
ik in feite, want dat waren mijn opmerkingen, dat ik meteen doorga naar
de volgende opmerking en dat betreft O.N.S. die begint met een rangorde van
de diverse keuzen. Het kiezen voor doelstellingen en uitgangspunten. Ver
volgens een keuze tussen activiteiten op basis van deze doelstellingen en
tenslotte een keuze als gevolg van de beperkte financiële middelen. Ik ben
het daar wel mee eens en ik denk dat dat ook wel duidelijk zal zijn uit de
inleiding van de nota op bladzijde 1, waarin we dit eigenlijk, met andere
woorden, maar hetzelfde stellen.
De VOORZITTER: Wethouder, mag ik heel even. Ik denk dat het voor het volgen
door eenieder van de discussie het prettigste is als u de volgorde aanhoudt
waarin in eerste instantie de zaken aan de orde kwamen. Dan zou het aanbeve
ling verdienen om eerst op de inbreng van de heer Den Braber te reageren.
Kan dat
De heer BROUWERS: Ja hoor, dat kan. Nou dan komt direct O.N.S. nog aan de beurt.
De heer Den Braber die heeft zich voornamelijk in zijn commentaar daarnet
beziggehouden naar de andere fracties en naar de opmerkingen die daar ge
maakt zijn. Een aantal daarvan die komen overeen met de opmerkingen die ik
heb.Om daarmee doublures te voorkomen zal ik die even laten zitten. De Partij
van de Arbeid begint met zijn schrift door te stellen, niet alleen in alge
mene waardering, afgezien*van enkele opmerkingen,kan de inhoud toch wel dienen
voor het ontwikkelen van een adequat sociaal-cultureel beleid, maar dan
volgt er een alinea, een zin, waar in eigenlijk alles wat in de nota van B. en
W. staat op zijn kop gezet wordt. Dat heeft mij dus wat bevreemd als je een
nota ondersteunt, je vindt daar voldoende aanknopingspunten om een goed beleid
tot ontwikkeling te brengen. Ja, dat je dan de hele zaak op zijn kop zet, dat
leidt tot onnodige verwarring. Dat leidt ook tot verspilling van de energie