-22-
wij de manier om tot een bepaald beleid te komen. Bevorderen van samenwerking
en overleg met betrokkenen, die daarin een belangrijke rol spelen dat spreekt
voor zich. Ik denk dat dat ook geen probleem is dat dat voortgezet wordt, want
die is tot dusverre ook al gevoerd. Uitvoering van beleid dat wordt daar
ook aangegeven. Dus wat dat betreft dacht ik dat dat niet een probleem is wat
in nader overleg met betrokkenen dat hoeft geen nadere laten we zeggen
omschrijving of definiëring. Dat geldt ook voor andere beleidslijnen, zoals
openheid en openbaarheid van gegevens bij een gemeente en organisaties.
Ook de mogelijkheid dat een voortdurend overleg plaatsvindt, ongeacht of dat
nou in het kader van het beleid of wat dan ook is. Ik denk dat dat een goede
zaak is waarbij veelvuldig contact tussen de gemeente en organisaties tot
stand komt. Dan de rangorde van zoals door O.N.S. genoemd daar hebben wij dus
geen behoefte aan, aan het stellen van prioriteiten t.a.v. doelstellingen.
De meerdere doelstellingen dus ook niet, dat kan ik er nog wel even aan
toevoegen. Dus op die bladzijde twee over het mogelijk vergroten van het
samen doen, samen leren en samen verantwoordelijkheid dragen en dan het
versterken van de mogelijkheid tot dragen van verantwoordelijkheid op
organisatorisch terrein van de sociaal-culturele activiteiten. Ik dacht dat
dat voldoende mogelijk is via de drie eerder door de nota genoemde doelstel
lingen. En tenslotte het feit van een fonds. Nou voor ons mag dat fonds er
komen, hoewel we daar nou niet zo'n grote voorstander van zijn, maar als dat
een mogelijkheid biedt om dat centen te reserveren, zonder dat dat
schade veroorzaakt aan bestaande activiteiten, dan mag dat wat ons betreft er
wel' komen. Ja, dan eigenlijk heb ik ten aanzien van de nota van de Partij
van de Arbeid al een aantal opmerkingen gemaakt. Ik dacht dat dat een grote
mate vein gelijkheid is. De plaats van de gemeente zoals zij die stellen die
hebben we dus al mee bekeken. De beleidslijnen die bieden naar onze opvatting
dezelfde inhoud als dat er op bladzijde 2 staat onder de verkenning die
noodzakelijk is om de sociaal-culturele en educatieve situatie dat staat daar
ook al op bladzijde 19 in de beleidslijnen. Dan eens kijken hoor. Ja, dat
groeien dat is bij ons ook aan de orde gekomen. Zij noemen dat dan bekwamen.
Gelegenheid moet er zijn om mensen zich te bekwamen. Dan die rechtszekerheid.
Dat is inderdaad een wens, maar in hoeverre je die nou mogelijk maakt door
een gooien met een aantal woorden, dat vraag ik mij dus af, want daar moet
je dus ook proberen inhoud aan te geven en dan zul je ook criteria aan moeten
geven en daar heb je geen maatstaven voor. En dat is het hele probleem.
Iedereen gebruikt woorden en als het op meten aankomt, dan kun je er niet
mee uit de voeten. Ja, dat initiëren, dat heeft de heer Rennings al genoemd.
Dat staat ook op de andere bladzijden ten aanzien van plannen van de be
volking of het initiëren en zo nodig stimuleren van de bevolking nou
dat denk ik dat daar die terughoudendheid wel gewenst is en dan die priori
teiten met betrekking tot het plan 82 - 85, ja, dat voert heel ver. Ik denk
dat dat in het kader van deze opzet nou niet zo'n gelukkige greep is om die
erbij te halen. Ik zou ze er niet aan toe willen voegen. Ja, kriteria dat
heb ik al het probleem van de meetbaarheid genoemd.Dus ik zie dat niet zitten dat
we daar nog uitkomen als we dat zo mooi in een kadertje gieten. Dan is het
niet zo het afmeten als een technisch proces. Dan de opvatting van de heer
Van Hoof, daar kunnen we het in grote lijnen mee eens zijn. Het zichzelf
beschouwen, dat levert dan nog wel een probleem op. Ik denk dat dat ook door
anderen mag gebeuren. Dan dat zoveel mogelijk, dat zouden wij toch wel willen
laten staan. Het behoudt van identiteit waar hij het over heeft, dat onder
steunen wij en onderschrijven wij. Ja, eigenlijk zie ik niet zo gauw zaken
waarmee we het op dit gebied oneens zijn.
De heer VAN HOOF: Ja, mijnheer de voorzitter, in het kort ook nog even ingaand
op hetgeen door collega's is gesteld. In de eerste plaats mijnheer de voor
zitter heb ik in mijn reacties gesteld dat ik heb aangehaald wat de omschrijving
was van het begrip "welzijn". Dat was het welvoorzien en ontplooiing van de
burger voor zover - en ik heb dat in mijn schriftstelling niet gedaan, maar