-15-
doelstellingen an sich want wat O.N.S. hier schrijft dat maakt de
discussie er alleen maar warriger op. Wij hebben daar dus aan toegevoegd de
nummers d. en e. algemene ondersteuning bij de dagelijkse uitvoering en
e. de opvang en hulp aan groepen en personen. Onder 2 hebben wij een aantal
verspreid staande uitgangspunten die naar ons idee ongeveer over hetzelfde
gaan gegroepeerd. Mogelijk wat andere teksten, maar niet wezenlijk de uit
gangspunten van de doelstellingen en de uitgangspunten van de nota op dat
punt aangetast. Punt 3 voorziet in een behoefte omdat op dit moment nog steeds
nergens formeel geregeld is waar wij nou het sociaal cultureel plan op gaan
baseren. Dat moet dus op die verkenning van de sociale,.culturele en educa
tieve situatie. Hoe we dat gaan doen» In overleg met instellingen en vere
nigingen en wat we daarbij in grote mate van openheid en openbaarheid be
trachten. De laatste alinea van punt 3 is een toevoeging die wellicht
overbodig lijkt, maar er ontstaat ook best wat onrust, ongenoegen en nog
een heleboel meer woorden die met "on" beginnen binnen de Oudenbossche or
ganisaties over de rol van de gemeente in deze en wij vinden het best zinnig
om die mensen toe te zeggen, dat de gemeente zich het een en ander gaat aan
trekken. Punt k dat is in feite een weergave van de uitgangspunten zoals het
in de nota staat. Punt 5 is een toevoeging waar ik al eerder op geduid heb dat
de gemeente in actie moet komen, wanneer mensen die behoefte hebben, niet aan
de bak dreigen te komen. 5« Ik denk dat iedereen zich daar best in kan vinden.
Ook wij kennen de grootste rol toe aan het particulier maatschappelijk initia
tief. 6 gaat over wat zijn er nou aan uitvoerders bij betrokken. Primair
vrijwilligers waarbij wij zeggen van willen wij letten op de kwaliteit dan
zullen wij ook moeten zorgen dat die vrijwilligers van goede kwaliteit zijn.
Je zult dus voor hen gelegenheid moeten creëren om zich in hun taak te be
kwamen. 7 is een overname ten aanzien van de flexibiliteit. 8 gaat over de
jaarlijkse toetsing. Met rechtszekerheid in dit verband, dat wil ik nog wel
toelichten, daarmee bedoelen wij dat de gemeente er recht op heeft volgens
ons dat het plan zoals het is opgesteld of het programma uitgevoerd wordt.
Dat de organisaties recht hebben op steun van de gemeente en dat de burgers
recht hebben op activiteiten. Dan is punt 8 een formele toevoeging aan de
rijksbijdrageregeling. Dan de doelstellingen zoals wij die kennen, dat zijn
voor ons het zout in de pap.De doelstellingen van de rijksbijdrageregeling
zijn volgens ons niet voldoende. Ik heb in de reactie op de heer Van Hoof
al gezegd van je zult daar wat meer voor nodig moeten hebben. Je moet dat
kleuren. Als het ware de spijker in de muur slaan waar je het beleid aan
ophangt en wij streven dus of wij zeggen dus dat sociaal cultureel werk in
zijn algemeenheid moet streven naar, moet bijdragen aan gelijke rechten en
kansen voor iedereen. Medezeggenschap, solidariteit en het ontwikkelen van
waarden en normen. Niet mijn waarden en mijn normen, maar waarden en normen
zoals iedereen voor zichzelf bepaalt. Een kritische levenshouding zou je het
misschien kunnen noemen. Wij hebben dat verhaal over die k doelstellingen
van het algemene beleid zoals die ook trouwens in de discussienota in het
inleidend gedeelte bij de uitgangspunten aan de orde komen geconfronteerd met
de uitgangspunten met wat de wethouder noemt de doelstellingen, dus de
scholing, bewustwording, ontplooiing en dan komen wij aan een stuk of 7
prioriteiten en dat zijn dus specifieke voorzieningen voor peuters, jeugd
en jongeren met een toelichtend verhaal erbij educatieve voorzieningen voor
met name vrouwen, analfabeten,niet-actieven en culturele minderheden.
Emancipatie-activiteiten voor vrouwen, culturele minderheden en nieuwe in
woners. Het voorzien in een behoefte aan gezelligheid, ontmoetingen, con
tact en dan met name voor niet-actieven en alleenstaanden. Het voorzien in
activiteiten die door middel van voorzieningen en activiteiten die door
middel van vorming, beoefening of uitvoering de creatieve en kunstzinnige
vermogens van de mensen stimuleren en ontwikkelen. De mogelijkheden voor
sportieve recreatie en als laatste de post onvoorzien, maar daar was