-13- actie moet nemen, de eerste stappen moet zetten en zodra dat dat kan het weer overlaten aan het particulier initiatief. Maar ja, nou ben ik in de war met de reactie van de heer Van Hoof, maar in de zin van de gemeente nooit een taak op zich moet nemen, daar ben ik het dus niet mee eens. De dienende taak van de medemens moet in dat particulier'initiatief tot uitdrukking komen. Ja,wat moet ik daar nou mee. Dat hoeft toch altijd niet. Ik kan me voorstellen dat vrijwilligers zich in het welzijnswerk storten, niet alleen om de medemens te dienen, maar ook om zichzelf te ontplooien omdat ze daar gewoon aardigheid aan hebben en die dienende taak is dan best meegenomen, maar dat is toch geen must dacht ik. De ondersteuning van de gemeente is van groot belang zegt de heer Wijnen. Dat vinden wij ook. Anderzijds in de vol gende zin is terughoudendheid van de gemeente gewenst om te voorkomen dat men al te gemakkelijk tegen de gemeentelijke overheid gaat leunen. Nou dat is nou al te snel een stap terug. Eerst zei je van de gemeente moet steunen,maar. en dan je moet terughoudend zijn. Dat lijkt wel de springprocessie van Echternach. Twee stappen vooruit, een achteruit. Zo snel moet je op een wens niet terug komen denk ik. De inzet van vrijwilligers daar komt de heer Wijnen weer een keer mee, moet centraal staan. Akkoord. Verderop staat dat van belang is dat men bestuurderen laat groeien in hun taak. Ja, zeker, wij zeggen dan ook ergens in onze reactie dat je die mensen de kans moet geven zich voor hun taak te bekwamen. Wij verafschuwen evenals het Samenwerkingsverband een papieren rompslomp en een volsluitende burocratisering en eindeloze overleg situaties. Ja, dat is denk ik te sterk gesteld. Er is nou in feite helemaal niks. We zitten op een nulpunt en ik heb uit het contact met de bevolking best geproefd dat er behoefte is aan overleg, maar dat dat eindeloos moet zijn zeker niet. Mijnheer Wijnen die wil het opbouwwerk inschakelen bij het laten groeien van bestuurderen. Dat kan best. Het opbouwwerk is daar mede voor bedoeld denk ik. Maar toch niet alleen dat opbouwwerk.De gemeente moet in deze toch denk ik wel actief zijn en die moet voorwaarden scheppen dat die mensen daaraan kunnen werken. Een jaarlijkse evaluatie is al te voortvarend staat er. Ik wil wijzen op artikel 20 van de rijksbijdrageregeling waar staat dat het beleid jaarlijks geëvalueerd moet worden,dat de gemeente jaarlijks een ver slag moet maken in hoeverre de doelstellingen gerealiseerd zijn. Dat het niet uitvoerbaar is, daar twijfel ik ernstig aan, maar waar dat het geval zou zijn moet de gemeente daaraan werken. Er voor zorgen dat het wel uitvoerbaar is. Ik wil gerichte steun en op welke wijze dat dan gaat, dat moeten we van geval tot geval bekijken. Bovendien is het maar de vraag of een dergelijke eis aari particuliere organisaties gesteld kan worden door een overheid die zijn eigen beleid niet evalueert. Mijnheer de voorzitter, het is een pak van mijn hart dat de heer Wijnen dat nou ook vindt.Wij dringen daar nou al jaren op aan dat wij eens een keer ons eigen beleid onder ogen zien. Wat we nou allemaal aanrichten of niet aanrichten. Bij volgende gelegenheden zullen we daar het Samenwerkingsverband graag aan houden. De laatste passage van de reactie van het Samenwerkingsverband gaat over demokratisch functioneren. Dat dat ervaren kan worden als bemoeizucht en dat dat kan leiden tot zinloze machtstrijd. Nou ik denk dat demokratisering best afgestemd kan worden op doelmatigheid. Ik heb overigens wellicht een nieuwtje voor hem. Eind volgende week komt in de staatscourant de demokratiseringsbeschikking ten aanzien van sociaal cultureel werk en daar zal toch met name toch ten aanzien van het functioneren van onder andere stichtingen best een hartig woordje in staan heb ik begrepen. Behoud van identiteit, dat onderstreep ik graag. Daar waar dat zinvol is. De commissie heeft dat ook gezegd, maar dat behoud dat moet eigenlijk voortvloeien uit de soort activiteiten of de doelgroep waar men mee bezig is. Het behoud van de activiteit op zich hebben wij althans best veel moeite mee. De laatste reactie was van de heer Van Hoof. Ik begin ergens middenin waar de heer Van Hoof zegt dat welzijn een zeer persoonlijke zaak is. Zijn oorsprong zit in waarden die ieder voor zich vaststelt als zijnde van belang voor zijn welzijn. Ik vind die benadering wat eng. Het lijkt het

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 153