-^3- steeds is de onduidelijkheid aanwezig wat er precies met die vuilverwerking moet gaan gebeuren. Moet het een regionale functie krijgen, moet het een boven-re- gionale functie krijgen. Zolang daar geen duidelijkheid in is is er een situatie bereikt waardoor er in feite geen uitbreiding of verbetering kan komen aan deze installatie. De installatie draait intussen op volledige capaciteit. Hij heeft een tijd onder zijn capaciteit gewerkt, maar is op dit moment volledig benut. Daar komt bij en dat is ook duidelijk gebleken uit de discussies die daar over gevoerd zijn, dat ook andere gemeenten op niet al te lange termijn met hun stortplaatsen in de problemen gaan komen. Dus vandaar dat wij er toch ook bij het streekgewest op aan zouden willen dringen dat zij mede bij de provincie willen beïnvloeden dat die duidelijkheid er zo snel mogelijk komt. Aan de andere kant is het de bevoegdheid van de provincie om een afvalstoffenplan te maken. En ik dacht dat daarbij het uitgangspunt zou moeten zijn dat binnen een gebied daarvoor een aantal gemeenten zouden worden aangewezen. Ik geloof dat het gebied van het streekgewest daarbij een gebied zou zijn wat daarvoor in aanmerking zou kunnen komen, maar ook weer door die vuilverbranding bestaat het gevaar dat men daar geen duidelijke keuze in doet. Ik dacht dat het toch belangrijk was dat die keuze zo snel mogelijk gemaakt werd. Als ik dan in mag gaan op hetgeen door verschil lende sprekers is gezegd dan dacht ik dat het bij velen op hetzelfde neerkwam, dat men het eens was met het preadvies wat door ons aan u is aangeboden, maar dat een verscherping van de conclusies op zijn plaats zou zijn. Ik dacht dat wij, het college, daar geen probleem mee hadden om die verscherping aan te brengen zoals die dus door met name de heer Van der Graaf en de heer Rennings is voorgesteld. Ik dacht dat dat misschien alleen maar meer duidelijkheid zou brengen nu de discussie gehoord hebbende hoe de gemeenteraad van Oudenbosch over deze materie denkt en dat daarbij het maken van het provinciaal afvalstoffenplan rekening mee gehouden kan worden. U hebt het zelf uit het stuk gelezen hoe wij dachten over gecontroleerd storten. De heer Van der Graaf heeft dat nog wat scherper gesteld. Ik heb hem al gezegd, ik denk wel dat wij die conclusie zo over kunnen nemen. Dat we die kunnen verwoorden naar aanleiding van hetgeen dus gesteld is in de brief aan het streekgewest. Als ik dan nog even terug mag komen op de opmerking van de heer Kok. Ik dacht dat hij ook in grote lijnen het wel met die zienswijze eens was. Hij zegt ook nog over een plaats waar huis vuil in de gemeente gedeponeerd kan worden. Ik dacht dat die zaak straks aan de orde komt, bij de verordening die wij daarover zullen moeten vaststellen. De heer Rennings zijn conclusie die kunnen we dacht ik ook meenemen. Ik ben het met de heer Van Hoof'eens als hij zegt dat wij indertijd toen we de keuze moesten maken de juiste keuze gemaakt hebben. Het was - en ik dacht dat we dat er ook in alle eer lijkheid erbij moeten zeggen - een keuze die we moesten maken want er was geen alternatief voor de 6 gemeenten. We zijn met 12 begonnen en iedereen die ergens nog een stortje kon vinden die vielen snel af, maar de 6 die dat niet konden en daar waren wij dus bij omdat we dus op ons grondgebied daarvoor geen ruimte hadden, die zijn dus noodgedwongen, hebben dus noodgedwongen die keuze gemaakt. Ik ben het met hem eens dat het in ieder geval een manier van vuilverwijdering is die binnen dit gebied dacht ik de meest verantwoorde was. Ik dacht zo in eerste instantie gereageerd te hebben. De VOORZITTER: Ja, er is van drie kanten aangedrongen op composteren op de VAM. Misschien is het goed om de mogelijkheid om dat in de reactie mee te nemen nog even te bezien. De heer DU PONT: Ja, want wij hebben .dus ook in de mogelijkheid aangegeven om zo snel mogelijk binnen het streekgewest te komen tot een studie over de totale problematiek van de vuilverwerking en ook de scheiding van huisvuil. Dus dat zou ook meegenomen kunnen worden. De VOORZITTER: Dus de mogelijkheid die kunnen we in dat aanscherpen meenemen als alternatief. De heer VAN DER GRAAF: Ja, ik wou toch nog proberen om, want ik heb het gevoel dat niet de hele raad daar achter staat, maar toch nog proberen om wat duidelijker voor ogen te krijgen of dat nou dat gecontroleerd storten inderdaad mogelijk is, want er wordt op een of andere manier wat gemakkelijk over gedaan soms. Mijnheer

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 132