positie van de onroerend-goedbelasting ten opzichte van het vorig jaar. Daarna de begroting en het jaar daarop krijg je dan weer dezelfde situatie, onroerend- goedbelasting ten opzichte van vorig jaar en daarna de begroting. Het betekent alleen dat je met je onroerend-goedbelasting-vaststelling dus in feite nog altijd een jaar vooruit loopt op de noodzaak tot andere verhogingen of verlagingen, maar daar moet je mee leren leven en ik denk dat dat heel goed kan. De heer VAN HOOF: Ja, mijnheer de voorzitter, het verhaal van de heer Rennings, die relateert aan het inflatiepeil wat teruggebracht wordt van 8 naar 5. Hij kent naar mijn mening ook de bedragen die mensen in zullen moeten gaan leveren op inkomens gevarieerd dat van 1 tot of 5« Ik denk dat juist de mensen helemaal aan de onderkant die toch al van minima moeten leven, dat die er het meest bij gebaat zouden zijn wanneer bepaalde gemeentelijke belastingen in ieder geval niet omhoog zouden gaan, maar mogelijk nog verlaagd zouden worden. Mijnheer de voorzitter, u hebt in het preadvies gesteld:"Wij hebben er namelijk vertrouwen in dat u ons voorgestelde dekkingsplan zonder aanpassing van be lastingtarieven aanvaardbaar zult vinden.". Mijnheer Van der Graaf heeft tegen werpingen gemaakt toen gepoogd werd de sluier op te lichten van waarop dat dan wel gebaseerd was in grote lijnen. U hebt die sluier toch enigszins opgelicht mijnheer de voorzitter,ik ben daar toch blij om en ik zal die toch in mijn be sluitvorming mee laten wegen, mijnheer de voorzitter. U hebt namelijk essentiële zaken opgenoemd. U hebt gezegd er worden reserves van het grondbedrijf gaan er aangewend worden om het voorzieningenniveau op peil te houden. Er zijn nog andere zaken waarbij we de mogelijkheid hebben u hebt genoemd het bedrag van het inves teringsprogramma van tussen de 200.000,en 230.000,waar wij als raad tijdens de begroting mogelijkheden hebben om verschuivingen aan te brengen en om naar mijn mening zodoende het als raad gewenste voorzieningenniveau daardoor mede in stand te laten blijven. Mijnheer de voorzitter, voldoende argumenten voor mij om in ieder geval op dit moment, zonder dat daar andere argumenten tegenover staan om wel belasting te verhogen, want die zou je dan evengoed moeten kennen. Dan moet het niet zomaar zijn vanwege een spelletje omdat we toevallig een fondsje hebben waar we dan iets in willen stoppen. Mijnheer de voorzitter, het betreurt me dat de fractie van O.N.S. en met name de heer Rennings op dit moment wel duidelijk het principe van elk jaar draagt zijn eigen lasten helemaal laat varen. Ik betreur het mijnheer de voorzitter, niet omdat O.N.S. dat laat vallen maar omdat de burgers van Oudenbosch daar de dupe van worden voor 1981. Met name en dat wil ik dan duidelijk stellen op dit moment is niet aangetoond dat deze belastingverhoging noodzakelijk is. We hebben de ruimte nog via de andere be lastingen. Als wel zou blijken dat de voorzieningen naar de mening van de raad onvoldoende zullen zijn 1980 onmogelijk op andere terreinen aanpassingen te doen, maar ik heb vooraf verteld mijnheer de voorzitter dat de maatregelen die genomen zijn uit andere hoofde dan ben ik zeer gelukkig dat u wat dat betreft al een egali satiefonds uit het verleden gebruikt om de schommeling die zich thans al voordoet in het belastingniveau om daar gebruik van te maken, want we hebben, mijnheer de voorzitter, zoals ik bij een ander voorstel al vertelde, meerdere egalisatie fondsen in ons gemeentelijk financieel beleid. gaat nu gebruik maken van het grondbedrijf. We hebben nog veel meer mogelijkheden mijnheer de voorzitter en ik vind het gelukkig dat u in een tijd van recessie zoals die zich thans voordoet dat u dan de burger daarvan laat profiteren om middelen die in het verleden teveel van de burger zijn gekomen, om die in deze tijden terug te laten komen. Mijnheer de voorzitter, ik zie het zo en dan wil ik dat toch duidelijk stellen. Het gaat om het principe, mensen hebben een prachtig voorstel gedaan en daar gaat het om een principe en niet anders. Een principe en daar moet gestalte aan gegeven worden. Ik heb dat in bepaalde gangen ook als zodanig beluisterd, als aan het principe maar recht gedaan wordt. Mijnheer de voorzitter, waar zijn we hier toch feitelijk mee bezig. We moeten denken aan het belang van onze burgers en we zijn niet bezig met een spelletje om dat maar tot voleinding te brengen om te voldoen aan bepaalde regeltjes die mensen denken dat dat noodzakelijk zal zijn. Ik heb er geen behoefte aan om op dit moment weer de nodige honderdduizend guldens wellicht in een fonds te stoppen, waar we dan wellicht in 1982 of 1983 weer ge bruik van kunnen maken, maar wat hebben we daaraan mijnheer de voorzitter

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 122