-32- dan wellicht mee op vooruit op de algemene beschouwingen - maar wij zijn van mening dat bij de verschuivingen je met name toch uiterst terughoudend zou moeten zijn daar waar die verschuivingen de werkgelegenheid raken. Ik denk dat dat voor onze fractie een hard argument gaat worden bij de afweging. Even hard als de voor zieningen op het gebied van het welzijn. Welnu, als je daarvan uitgaat. Als je bovendien uitgaat van het feit dat je .vorig jaar hebt besloten tot een egalisatie fonds. Dat je ook vorig jaar ten principale een geringe belasting-bijstelling hebt gegeven om een geleidelijke groei mogelijk te maken die het inflatietempo bijhoudt, zijn wij ten principale van mening dat je op het gebied van de onroerend goedbelasting nu je maatregelen moet nemen. Het voorstel wat gedaan is, norma tief 5$, daar zouden wij tegen in willen brengen dat de norm wordt ingegeven dat dat het maximum mag zijn. Met andere woorden het ministerie geeft aan, je kunt als dat nodig is overgaan tot een verhoging, maar het mag nooit meer zijn dan Als ik dan kijk dat in de Tweede Kamer van de week is afgesproken dat het in komen van de werknemers niet met 8maar met 5% mag stijgen. Met andere woorden het inflatietempo van 8dat moet worden teruggebracht tot 5°/°- Een korting van 3Ik zou daaruit de conclusie willen trekken dat dan de gemeentelijke overheid mutatis mutandis moet handelen, dan kom je 5 - 3 op 2% en ten aanzien van de principiële keuze zou ik op dit moment voor willen stellen de onroerend-goedbelasting volgend jaar met 2% te verhogen. De VOORZITTER: En de andere: De heer RENNINGS: Daar laat ik me nu nog niet over uit. Dat is een kwestie van ik ben door de nood gedwongen daar nu een beslissing in te nemen en de andere: dat zien we wel als de begroting blijk geeft dat het gebeuren moet. Mocht dan blijken dat het niet nodig is, dan kan je daarMaar ik denk ten aanzien van de onroerend-goedbelasting de principiële keuze, dat is uiteindelijk het hoofdgebied van onze belastingen, daar hebben we vorig jaar die keuze ook voor gemaakt, dat je daar van het jaar met 2% Dat wij voorstander zijn 2% te verhogen. De heer VAN DER GRAAF: Nou, mijnheer de voorzitter, de redenering van de heer Rennings lekt wel hier en daar. Als je als regering ervan uitgaat dat de inflatie van 8% teruggebracht moet worden naar 5%, dan ligt in een juistere verhouding dat je dan van 5 naar 3 gaat, dan van 5 naar 2, maar daar wil ik nu niet over vallen. Ik wil ook niet vallen over het feit dat deze regering wel meer voor nemens heeft, maar dat ze lang niet altijd uitkomen en ik vrees dat dat ook in dit geval niet zo zal zijn, maar blijft dan dat vrij belangrijke punt van, eigenlijk een beetje een tweeledig punt van a. stel je principieel dat gemeente lijke belastingen trendmatig mee moeten worden verhoogd om daarmee ook even principieel vast te stellen dat je het voorzieningenniveau niet wil laten aan tasten anders dan door'.bi j voorbeeld al gebeurt van rijkswege doordat het volume- accres 'is verlaagd en dat betekent dus dat we minder uitkering uit het gemeente fonds krijgen. Er zijn overigens nog wel meer voorbeelden te noemen waarop de gemeente - maar dat heeft mijn collega in zijn eerste instantie al gedaan - dus een veer zal moeten laten en dat hoef je dus niet te verhogen door dan ook die belastingverhoging maar achterwege te laten. Een ander punt is en ook dat pleit niet helemaal voor het volgen van de gedachtengang van O.N.S. De belastingdruk voor onze gemeentenaren blijft met een verhoging van gelijk en die gaan we in het geval van 2% verlagen. Nou kort en goed. Wij hebben in feite deze zaak veel meer principieel aan de orde gesteld dan uitgaande van het zonder inzicht van de cijfers te zeggen wij hebben die centen zo dringend nodig en de fractie van O.N.S. ondervindt in ieder geval bij mijn fractie geen weerstanden, geen onoverwinbare weerstanden tegen een verhoging van 2P/o waarbij we ook dan meegaan met de gedachte dat die 2 andere belastingen, die niet perse nu verhoogd hoeven te worden, dat die niet meelopen. Een dingetje nog over die noodzaak om nu de onroerend-goedbelasting te verhogen. Ik denk dat wij toch moeten leren wat structureler te denken over ons nieuw fiscaal egalisatiefonds. We moeten er van uitgaan dat er nu geen bezwaar meer is om vroeger in het jaar die onroerend-goedbelasting bij te stellen omdat we door dat fiscaal egalisatie fonds de mogelijkheid hebben om er een drietrapsraket van de maken. Eerst de

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 121