-11- Met andere woorden nauwelijks verschillend. Waar we wel op verliezen - en ik wil u wat dat betreft dus niets wijsmaken, ik wil dus ook het negatieve in deze berekening erbij betrekken - dat is het draagvlak van de risico van de woning- wetbouw en ik zal het niet verder uitleggen, maar het betekent dus wel dat met een dergelijke opstelling een zeker risico wordt gelopen wat na die be rekening zou zijn maximaal en als risico dus 82-5- x 3«000,'a ^.000, Dus dat is niet zo verschrikkelijk hoog. En ik zeg met nadruk: het is een risico. Dan blijven we dus wat betreft groen, verharding enz. binnen de normen die gesteld zijn en die gehanteerd zijn in die vier clusters die op dit moment al zijn vastgesteld, nee, niet vastgesteld maar door de meeste fracties aan vaard om ze als zodanig te gebruiken. Ik denk mijnheer de voorzitter dat we ook nog een andere berekening kunnen volgen en ik denk dat dat reëel is om dat te doen. Wanneer we namelijk tegenover elkaar zetten 277 m2 bruto voor een woningwetwoning tegenover de 16O m2 die als netto-oppervlakte wordt opgegeven en we zetten dat tegenover de bruto-oppervlakte van een vrije- sector 1-woning die bedraagt 350 m2 en dat bruto en dan ben ik dat - want ik doe altijd een heleboel uit mijn hoofd - getal even kwijt ^65 en wanneer we die twee getallen nou bekijken en we berekenen daar de m2 grondprijs uit en dat heb ik even gedaan voor een fictieve prijs. Ik heb me daar niet zo vastgehouden aan de hier uitgerekende prijs, maar een fictieve prijs van 12.000,die ongeveer in de orde ligt van het oorspronkelijke plan. Dan kom ik aan 75»per m2 voor een woningwetwoning netto en 9k,voor die vrije sector en dan is het een heel gering verschil als we daar bij aannemen dat een woningwetwoning, dat daar een beduidend aandeel geleverd moet worden in die verharding en in die vrije sectorsfeer niet, want daar is dat maar O.k en in het geval van de woningwetwoning is dat 1.*f. Dan kun je wel zeggen dat is nodig om al die woningen langs te kunnen, die verharing, en om die auto's daar neer te zetten, maar ik denk dat wij ireëel handelen wanneer we dat niet zien. We hebben toch ook graag dat plaatje voor ogen van dat hele plan. Hoe het er dan uitziet, niet hoe we wonen, maar hoe het er uitziet. Ik denk dat het dus uitermate reeel is om ook in dat verband te zien dat die zaken eigenlijk van microkosten naar macrokosten zouden moeten, althans voor een belangrijk deel. Dat die door alle woningsoorten gelijkelijk gedragen zou moeten worden. En daaruit zou dan resulteren ....Nee, daar heb ik dan nog een argument voor om het zover te krijgen, want dan krijgen we dus ook nog de situatie dat uw tegenstelling met wat de raad heeft uitgesproken als wenselijk heid de vrije-sectorbouw en de premie 2-bouw geheel gesitueerd is tegen de groengordel aan en dat toch voor de ligging slechts een factor van 1,2 wordt aangegeven. Ik denk dat wanneer we niet in het plan willen gaan schuiven, dat vind ik droevig genoeg overigens, als we dat niet doen, want ik vind dat dat niet moet gebeuren, die vrije-sectorwoningen tegen die groengordel aan, maar als we niet willen gaan schuiven vanwege dat tijdverlies enzovoorts, dan denk ik dat het reëel is om die mensen dat te laten betalen. Met andere woorden een hogere grondprijs. Met andere woorden een hogere differentiatiefactor voor de ligging. Dit lijkt me niet meer dan reëel. Als je dat doet en je gaat met die factor nou eens omhoog van 2.7^ voor die 350 me'ter-kavels naar 3«5 en je gaat voor die premie-2-sfeer ga je omhoog van 1.5^ naar - Oh God, ik zit van alle mogelijke cijfers te noemen uit mijn hoofd en dat komt omdat ik het zo vlug niet op kan zoeken - naar 2 van 1.52 naar 2 en je gaat dan opnieuw je berekening opzetten dan blijkt dat het allemaal financieel zeer ruim haalbaar is, zelfs beduidend binnen de cijfers van alternatief 2 van het college van B. en W. blijft. Nou die keuze willen wij maken. Wij willen inderdaad zeggen-: college u heeft in strijd met wat de raad als wenselijk heeft uitgesproken die duurdere bouw willen situeren aan die groengordel. Laat men dan ook maar betalen. Nou weet ik het argument al wat er nou gezegd zal worden. Ja, koopt men dan die grond nog? Nou dat is mij een gloeiende zorg. Dan kopen ze die grond maar niet. Dan bouwen we er maar woningwetwoningen, want die hebben we nodig. En andere goedkope woningen. Als men goed wil wonen moet men goed betalen. Ik vind dat niet meer dan reëel. Mijnheer de voorzitter, als we dat bekijken en ik stel die cijfers graag ter beschikking van eenieder die ze hebben wil, ik heb ze alleen in enkelvoud bij me dan zal hoe dan ook blijken dat de financiële

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 11