-28- de tarieven. Temeer ook omdat een breuk, een trendberekening in dat beleid, min of meer, nou vrijwel zeker in de toekomst ergens in de toekomst zal leiden tot inhaalmanoeuvres, tenzij wij vol goede moed gaan kiezen voor afbraak,met zijn negatieve gevolgen voor het welzijn en als dat gebeurt in de investeringssfeer met zijn negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid. Ik sluit niet uit mijnheer de voorzitter dat u een aanvaardbaar technisch plan hebt kunnen samenstellen door gebruik te maken van het fiscaal egalisatiefonds, maar dan kom ik terug op wat ik bij die gelegenheid heb gezegd. Dat fonds is er om schommelingen op te vangen niet om belastingtarieven niet meer te hanteren. Ja, ik zeg het een beetje on gelukkig, maar ik denk wel dat u begrijpt wat ik bedoel. Niet om de belasting- politiek helemaal aan de kant te schuiven en u moet die doelstelling van het fiscaal egalisatiefonds niet bruuskeren door zulke schommelingen in de toekomst uit te lokken. Een voordeel heeft het fiscaal egalisatiefonds zeker. Het geeft ons de ruimte min of meer om achteraf vast te stellen wat nou de werkelijke behoefte aan eigen inkomsten in een bepaald dienstjaar is geweest en deze overgang maakt het ons mogelijk om in volgende jaren met een teveel geheven belasting rekening te houden en via het fonds te verrekenen in het dan vast te stellen tarieven. Op dit moment vind ik het zeker niet verantwoord om daar al een voorschot op te nemen, daar al op vooruit te lopen en derhalve stel ik voor om in tegenstelling tot het preadvies de belastingen en de rechten aan te passen aan het prijsniveau en dat te bepalen op 5% zijnde het normatief plafond voor toelaatbaar geachte tariefsverhogingen. De heer VAN HOOF: Ja, mijnheer de voorzitter, bij eerdere voorstellen van deze aard in andere jaren heb ik me feitelijk toch wel principieel tegenstander getoond van deze voorstellen op dit moment. Ik heb bij dergelijke voorstellen steeds gesteld dat ze feitelijk thuishoren bij de begrotingsbehandeling in zijn totaliteit omdat ze daar onlosmakelijk mee verbonden zijn. Mijnheer de voor zitter het betrof dan wel een andere zaak, het ging dan in die gevallen om een belastingverhoging en u weet daan ben ik erg kritisch op. Ik vind en dat vind ik nog steeds dat je alleen belasting moet verhogen als het werkelijk aangetoond is dat belastingen verhoogd moeten worden. We hebben nu een andere situatie. Hier zegt u we doen een pas op de plaats en we stellen voor om de belastingen hetzelfde te laten. Ja, mijnheer de voorzitter, u zult begrijpen dat u dan bij mij al veel minder moeite zult ondervinden bij een dergelijk voorstel dan wanneer het andersom zou zijn. Dat laat niet los dat ik de gedachte zoals die door de heer Den Braber bijvoorbeeld is feitelijk te zien in het kader van de totale begroting dat je daar jezelf niet los van kunt maken. Maar ik stel voor dat er zodanig dringende redenen zijn om op dit moment zo te besluiten zoals u voorstelt en dan doel ik met name op de Koninklijke Goedkeuring die verkregen moet worden om de tarieven met 1 januari van kracht te doen laten zijn. Ik vind dat een zodanig zwaar argument dat ik me in dit geval en mede dan gesteund door de gedachte dat uw voorstel om ze in ieder geval op dit moment niet te verhogen» Dat is voor mij een reden mijnheer de voorzitter op dit moment om mij achter uw voorstel te scharen. Ik heb dat ook andere jaren gezegd dat we als gemeente goed en nu is de economische recessie is er in volle omvang, maar we hebben hem al jaren zien aankomen. Niet van de ene dag op de andere gekomen. Ik heb al eens eerder gezegd dat de gemeente daaraan moet proberen zijn steentje bij te dragen waar het gaat om te proberen de lasten voor de burgers tot een zo minimaal mogelijk bedrag te beperken, hebt daar een bijdrage aan proberen te leveren. We zullen moeten zien straks bij de begroting wanneer die ter inzage komt waar u het vandaan haalt. Ik heb het goede vertrouwen mijnheer de voorzitter, dat het niet zo zal zijn zoals de heer Den Braber gezegd heeft, dat het wezenlijke aanslag zal zijn op het voorzieningenniveau, maar dat u de ruimte die u anders gekregen zou hebben door die nominatieve aanpassingen, dat u nu onderdelen ge vonden heeft die alleszins aanvaardbaar zullen zijn. Ik heb daar een goed ver trouwen in mijnheer de voorzitter, dat laat niet los dat we straks bij de behande ling van de begroting zullen waar we zullen taxeren en dan zal er wellicht een bemerking komen van ja maar dan kunnen we er niks meer aan veranderen. Mijnheer de voorzitter ik denk toch wel dat we dan toch wel richtingen aan kunnengeven hetzij het beschikken over de saldi-reserve of het beschikken over fondsen om

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 117