-hö- functie, dat je dan op dat moment toch voor een probleem staat en dat is de keuze van ons geweest. We hebben op grond daarvan gemeend toch niet anders dan aan u voor te stellen conform het tot dan toe bekend zijnde. En in feite betekent het dat dan de raad voor de keuze kwam te staan, zo zij anders wil, dat we het dan dus inderdaad voor eigen rekening dienen te nemen. Ik heb er geen behoefte aan om te vuur en te zwaard te gaan bestrijden wat door de verschillende fracties is opgemerkt over die functie-analyse. En ik denk dat als ik het college aankijk dat we dan misschien toch wel ondersteuning zullen vinden dat als de raad zich uitspreekt om inderdaad die O.C.-functie toe te passen dat we daarop in zullen gaan. Wanneer dat niet zo is, wanneer er van de andere kant van het college argumenten zijn die dit kunnen ontzenuwen dan ben ik daarmee akkoord. Maar ik heb wel een argument gegeven op' grond waarvan wij als college vooralsnog voor deze inschaling hebben gekozen. Wel op fractie af op de rest. Mijnheer Den Braber die stelt de vraag, die is inderdaad ook door de heer Rennings en ik meen door mijnheer Wijnen gesteld, met betrekking waarom vinden wij die full-time-kracht niet terug in hët voorstel terwijl er toch een verzoek lag van het maatschappelijk centrum. Wij hebben dit overlegd met het maatschap pelijk centrum en voorgesteld om dit in W.S.W.-verband op te lossen. Ik denk dat daarmee de continuïteit van de functie beter gewaarborgd is dan in een ander verband. Mocht inderdaad een W.S.W.-functie/plaats niet lukken dan nog kunnen we ons wenden tot een andere mogelijkheid. Maar wij dachten, omdat het toch een functie is met een duidelijk additioneel karaktér dat we daarin een goede oplossing zouden kunnen vinden. Met betrekking tot de tweede op bouwwerker, nou die argumenten die zijn duidelijk daarin blijft mijnheer Den Braber het college volgen. Over de jeugd- en jongerenwerker. Hij heeft dat, ja het is toch geen cowboy-film, met de handen omhoog akkoord. Hij zegt we zien hem toch met lede ogen verhuizen naar het M.C. Hij heeft daarin gebracht zaken het beleid op het terrein van het jeugd- en jongerenwerk. De keuze voor deze situatie is duidelijk gebaseerd op het voorstel wat in de raad is gedaan. Daarin ging het om de veldwerker. Ik denk dat ik, en ik wil daar best een stevig pleidooi voor houden, maar ik denk dat dat eigenlijk niet nodig is. Ik meen dat we daarover voldoende geinformeerd zijn. Er zijn in Oudenbosch nogal wat activiteiten op het terrein van jeugd- en jongeren werk. Er is ook een diversiteit aan activiteiten, maar duidelijk is ook dat er een groep van jongeren is die niet bereikt wordt. En dat vind ik een knelpunt. Dat is een zaak die moet worden opgelost. Het is wel gecompliceerd. Maar om het te onderkennen is dat veel minder een probleem. En een ding is zeker. Ik denk dat je op dit moment moet kiezen en dan prevaleert in ieder geval voor ons een veldwerker, iemand die in een duidelijk kader aan een aantal activiteiten begint in de komende twee jaar, daarin begeleid wordt. Daarin hebben we ook een duidelijke verging en ook die wijze al werkende met de inbreng van het jeugd- en jongerenwerk zelf met de inbreng van de mensen die de man kan bereiken, kun je inderdaad niet alleen tot een ge meentelijk beleid komen maar ik denk dat je dan een beleid ontwikkeld wat aansluit bij de problematiek die er is en zowel het een als het ander is beoogd daarbij genomen de intensiteit van het voorstel, dat alles heeft ertoe geleid dat we tot deze keuze toch zijn gekomen. Overigens in een uitvoerig overleg met de bestaande organisaties en het centrum. Overigens ben ik dan toch wel blij dat de heer Den Braber zegt riou in godsnaam mijn handen omhoog, maar akkoord. Ik denk dat hij daar geen spijt van krijgt en ik denk dat hij niet constant met zijn handen omhoog zal lopen. Ja, mijn heer Rennings over zijn C.A.O. daar heb ik op geantwoord. Die is met die tweede opbouwwerker akkoord. Die heeft nog even een stukje rechtspositie regeling en salarisregeling waarin hij met X en Ygoochelt alsof het niks is. Het is in feite zo dat de man die aangestelt wordt in opleiding is in derdaad in die X-schaal en Y-schaal. Wordt de man in die zin bevorderd bevoegd is dan denk ik dat het heel logisch is dat hij in die Y- erecht komt. Los van het feit dat nu uit dit voorstel blijkt dat ok een uitloopmogelijkheid zit en ik denk dat daar dus inderdaad geen

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 82