-16- Met betrekking tot de opmerkingen van de heer Rennings over die energiekosten. Er zijn, maar dat zijn slechts vermoedens, er zijn natuurlijk wel vermoedens te koppelen aan de cijfers die hier liggen. De oudere scholen met weinig glas hebben ik denk dat dat voor de hand ligt, minder energie nodig gehad het vorige jaar, relatief, dan de modernere scholen met veel glas. Daar komt nog bij, dat zou dan gelden voor De Klinkert en De Bukehof, dat de Klinkert sinds 1978 de hal in gebruik heeft genomen om die behoefte van dat ene lokaal op te vangen en een ruimte die daarmee dus vroeger op een heel anderwarmteniveau gehouden kon worden is nou plotseling naar een kamertemperatuur gebracht. Dus ik denk dat daarin ook wel een flink stuk verschil zit. Met betrekking tot de opmerkingen van de heer Van Hoof wil ik onderschrijven dat dit inderdaad- alleen een stap is in de goede richting. En dat we ook zeker verder moeten gaan om te zorgen dat het inzicht dat we krijgen steeds beter wordt om inderdaad via de termijn van één of enkele jaren te komen tot een bedrag waarvan we zeggen: nou, daarvan is het duidelijk, dat is het bedrag wat ermee gemoeid is. Mag ik aannemen dat u, met uitzondering van de fractie van de Partij van de Arbeid, het bedrag wilt vaststellen zoals het is voorgesteld Akkoord. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder aantekening dat de heren Den Braber, Van Eijkeren en Van der Graaf tegen dit voorstel zijn. De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze. Na opheffing van de schorsing geeft de VOORZITTER het woord aan de heer Wijnen. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, ik zou graag ter inleiding van de motie die ik daarstraks rondgedeeld heb, wat zeggen uit het overleg dat ik op de realiseringen van voorzieningen met betrekking tot de gezondheidszorg in Oudenbosch heb gevoerd, is me gebleken dat de kansen om een buitenpolische kliniek en een diagnostisch centrum hier te krijgen, dat die soms twijfelachtig en klein zijn. Ik zou daarbij willen wijzen op de contacten die we over deze zaken al eerder hebben gehad met mensen die op provinciaal niveau werkzaam zijn, het bestuur van het ziekenhuis. Dat bij de uitvoering van onder meer het plan in hoofdlijnen in Oudenbosch toch in hoofdzaak is aangewezen op het initiatief van het bestuur en van de medische staf van het ziekenhuis te Roosendaal. Nu is het al lang bekend dat het bestuur van het ziekenhuis van Roosendaal niet zelf heeft gevraagd om voorzieningen in Oudenbosch te mogen realiseren. Evenmin mag verwacht waarden dat de medische staf van het ziekenhuis te Roosendaal er belang bij heeft om hier ter plaatse een aantal voorzieningen tot ontwikkeling te brengen. Het gevaar is evenmin aanwezig dat in het kader van urgentie voor Roosendaal en anderzijds het bezuinigings beleid, dat op stapel staat, dat er voor Oudenbosch mogelijkerwijze geen voorzieningen van toereikende aard worden gerealiseerd. Daarbij moet men toch bedenken dat de beleidsinstanties zich op dit punt steeds vager uitspreken, daarom is het gewenst om van hieruit duidelijk te maken wat de bedoeling is. Daarbij komt dat wij het gewenst vinden, dat bedoel ik dus namens de ondertekenaars, om aan te geven op welke wijze grotere zekerheid gewaarborgd moet worden. In dit verband vragen wij ook een onderzoek waarin op basis van bij de bevolking levende behoeften voor zieningen kunnen worden geclaimd.Dit lijkt me een betere basis om die functies hier te krijgen dan de functie die het huidige ziekenhuis nu vervult. Van invloed is daarbij ook dat de gezondheidszorg onderhevig is aan beleidsopvattingen die toch wel een heel ander licht laten schijnen op de zaak dan tot dusver is naar voren gekomen. Want op het congres, zoals u weet op 15 december hier in Oudenbosch, wordt toch melding gemaakt van een aantal ontwikkelingen op het gebied van de gezondheidszorg waarbij ziekenhuizen en voorzieningen meer naar de bevolking worden toegebracht. Ik dacht ook dat de Wet Ziekenhuisvoorzieningen en de toe lichting die artikel 29 geeft, daar heel duidelijk vermeld wordt van het dringen bij de bevolking waar dus andere zaken nog aan vast-gekoppeld zouden kunnen worden. Samen met anderen hebben wij deze wensen verwoord in een motie waarvan u de tekst heeft gekregen. Ik zou daar nog een opmerking over willen maken dat bij dat gedachtenstreepje over het bevorderen dat het provinciaal opbouworgaan Noord-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 55