-1^- zakelijk is dat die school meer geld moet krijgen omdat blijkt dat het te gering is wat gegeven wordt, dan dient de raad erover te kunnen oordelen. Door het vormen van reserves gebeurt dat niet. Ik wil er overigens op wijzen dat de gedachtengang van de heer Rennings niet door de feiten gesteund wordt, wanneer hij zegt dat is ook voor andere doeleinden bestemd. De enige, letterlijk de enige toelichting die we vinden bij deze kattebellen, dat is de toelichting bij dat reservefonds, en die toelichting luidt: dit is het batig exploitatiesaldo over 1978 dat aan de reserve groot onderhoud is toegevoegd. Als je nou de enige toelichting die er is niet serieus neemt, nou dan kan ik me voorstellen dat hij verder geen toelichting nodig heeft. Mijnheer de voorzitter, het overnemen van het groot onderhoud. Wij zijn toch waarlijk niet zo dom dat we veronderstellen dat dat nu nog even kan. Ik heb het niet met zoveel woorden gezegd, maar natuurlijk bedoelen wij niet dat het nu nog moet kunnen. Natuurlijk strekt onze opmerking om dat voor 1981 toch in ieder geval te bewerkstelligen. Daarbij zijn uiteraard een heleboel zaken belangrijk, zoals dus die reserves die in de fondsen gestort zijn, want het zou inderdaad niet juist zijn wanneer de gemeente met een blanke lei begon en de reserves die in die tussentijd zijn ge vormd voor dat groot onderhoud, wanneer die daarvoor niet konden worden gebruikt. Met andere woorden op dit punt is voor ons geen uitstel nodig van de behande ling van dit voorstel. Wat overigens wel gezegd moet worden dat is dat wij consequent, en wat we ook vorig jaar gezegd hebben, dat wij niet akkoord kunnen gaan met het vaststellen van leerlingenbedragen wanneer daaraan niet ten grond slag ligt een duidelijke begroting, een duidelijke rekening van het laatste jaar waarin die rekening is kunnen worden opgemaakt. Dus niet het voorlaatste of laatste jaar dat kan ook het voorlaatste jaar zijn met een duidelijke toe lichting zoals we in feite altijd verlangen op alle gebieden waar we subsidiëren. Welnu dat ligt niet voor. Om die reden kunnen wij onze goedkeuring aan dit voorstel niet geven. De heer RENNINGS: Ik blijf toch nog met die vraag over de energiekosten zitten. Ik heb uit de brief van het schoolbestuur van de Paulusparochie niet begrepen dat zij daarin bezuinigingen aankondigden. Het was veeleer een voorbehoud maken om mochten er kostenstijgingen komen dan toch nog extra kosten in rekening te mogen brengen. Ik heb bij mijn vergelijking van de posten die aan de reserve zijn toegevoegd en de posten die voor groot onderhoud voorzien zijn heb ik gezegd dat er inderdaad een overschot op is. Ik heb me ook niet beroepen op een toelichting van het schoolbestuur. Ik heb me beroepen op de herhaalde opmerkingen van de inspecteur als hij schrapt in incidentele aanvragen op grond van artikel 72 van de Lager-onderwijswet dacht ik dat je dan herhaaldelijk tegenkomt dat dat uit de exploitatievergoeding moet. Met andere woorden, het is niet voorzien. Desalniettemin vindt de inspecteur dat het toch uit de exploitatievergoeding betaald moet worden. Met name gold het daar als er sets moeten worden uitgebreid als er nieuwe sets ter vervanging van een heel leerprogramma moeten komen. Ik bedoel daarmee dat daar ook een deel van de reserve voor aangewend moet worden. Of deze. er nu voor bestemd is of niet. .Ik stel gewoon vast dat in de prognose van kosten je herhaaldelijk tegenkomt dat in afwijking van verzoeken van schoolbesturen naar de exploitatievergoeding wordt verwezen. Ik concludeer dat we inderdaad nog een toelichting op de verschillen nodig moeten hebben; dat we in ieder geval een stuk meer inzicht hebben dan voorgaande jaren. Ik heb in ander verband al over de reserve gesproken. Ik had nog gevraagd hoe groot is dan die reserve. Ik,denk dat ik die vraag nu niet meer moet stellen, want daar is straks al over gesproken. Ik concludeer dat wij met het voorstel, gelet op die bemerkingen voor het volgend jaar, wel akkoord kunnen gaan. De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, even heel kort. Mijnheer Van der Graaf zegt: je kunt het op 2 manieren berekenen. Ik wil toch nog even constateren dat tussen zijn manier van rekenen en tussen de mijne toch 77-000,verschil zit en dat is toch niet onaanzienlijk. Hij sprak over een bedrag dat veel groter was dan 35,per leerling en als je dat in eerste opwelling hoort als buitenstaander dan zou je zeggen: mensen, mensen wat is daar aan de hand. En als

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 53