-13- moeilijke positie zou kunnen bevrijden. De opmerking van mevrouw Kniep aan het adres van de schoolbesturen wil ik voor kennisgeving aannemen. Met be trekking tot de opmerkingen van de heer Van Hoof.Ja, ik geloof inderdaad, dat is ook onze ervaring, de gegevens zijn in ieder geval overzichtelijker geworden. Het is zeker niet het einde, maar ik dacht in ieder geval een goede stap in de richting waarheen we wilden. Met betrekking tot die 2%, dat doet wat vermoeden zegt de heer Van Hoof, althans woorden van die strekking. Het kan best zijn dat men in staat is om met een stijging van 2% toch de zaak goed te draaien zonder dat het onderwijs daaronder lijdt, omdat men over middelen beschikt. Wij weten dat het in ieder geval niet zo is dat er daarvoor reserves zijn aan gewend, maar dat in besprekingen met de schoolteams of met de schoolhoofden, schoolteams weet ik niet, heel duidelijk een plan de campagne is gemaakt om inderdaad die kosten uit de hier gepresenteerde begroting uit te strepen, zodanig dat met een bedrag overeenkomend met een verhoging van 2% op het bedrag van vorig jaar, rond gekomen kon worden. Met betrekking tot de eerste opmerking van de heer Wijnen, mag ik ook volstaan met die voor kennisgeving aan te nemen. Zijn bezorgdheid met betrekking tot het feit dat het onderwijs niet in het gedrang mag komen, wil ik graag wegnemen. Dat is een uitgangspunt geweest dat we vooropgesteld hebben en we hebben aan de schoolbesturen gevraagd te denken over een beperking, maar met als uitgangspunt dat dat in ieder geval niet mocht gebeuren; dat het onderwijs in ieder geval behouden moest blijven. De heer VAN DEE GRAAF: Ja, mijnheer de voorzitter, eerst een paar rechtzettingen. U zegt dat mijn woorden zouden zijn dat het inzicht niet is vergroot. Nee, ik heb wel degelijk gezegd dat met de voorliggende cijfers dat inzicht wel wat is vergroot. Ik heb er zelfs nog bij gezegd dat stemt ons vrij droef, dat het in zicht is vergroot. De raad is nooit opgescheept geweest met begrotinkjes en zelfs helemaal geen begrotingen, zoals u zegt. De raad heeft geaccepteerd, zoals de raad tot op de dag van vandaag accepteert dat er iets voorligt wat dan begroting genoemd wordt en het in feite niet is. Dat is ons probleem. Niet de vraag of dat het voor het onderwijs nodig is. Dat willen we nadrukkelijk erbij zeggen. Die vraag, die wensen wij juist positief te kunnen beantwoorden. Daar voor hebben we wel andere gegevens nodig. Niet alleen de mensen die dat luid keels uitroepen hebben een open oog voor het nodige in het onderwijs en willen dat zo goed mogelijk hebben. Maar we hebben daarnaast de taak om duidelijk en overzichtelijk gegevens te krijgen waarop wij onze besluiten kunnen beoordelen of kunnen gronden. De gymnastiekproblemendaarbij zegt u laat eigenlijk zou De Bukehof buiten beschouwing moeten blijven. Nou, De Bukehof was nou toevallig de school met het hoogste bedrag wat werkelijk besteed wordt aan gymnastiek. Namelijk die 38,dat veel dichter bij komt bij het bedrag wat we veronder stellen dat dat voor alle scholen nodig is. Daarmee zouden ze het gemiddelde wat bij ons uitgerekend 20,was, dat zou dan dus toch naar beneden gaan. Nou laat de voorzitter doorschemeren dat het zeer wel mogelijk is dat in 1979 die *10$! teveel was, althans hij zegt het zo vragenderwijs. Was het in '79 nou teveel Dat op zich is natuurlijk al opmerkelijk. Nou, dan zeg ik: waaruit moeten we dat nu concluderen, of het te veel was Mogen we dan die reserves zien als een blijk van een teveel Reserves, en ik ontken wat de heer Rennings zegt dat dat juist zou zijn dat dat voor andere doeleinden bestemd zou zijn als voor groot onderhoud, die reserves zijn domweg groter dan de bedragen die opgegeven worden als noodzakelijk begroot onderhoud. En dat is het probleem. Wanneer de heer Van Hoof zegt: ik heb een andere berekening, dan zeg ik akkoord. Ik heb helemaal niet zo'n moeite om, want je kunt dat inderdaad wat op een andere wijze bezien, of dat bedrag dan groter zou zijn. Maar ook dan komt de heer Van Hoof nog op reserves van 50.000,Dan zeg ik: ook die 50.000,is net zo goed als onze berekening van 70.000,daar zit dan die ^7.000,in, waar u naar vroeg als de werkelijke uitgaven, die hier opgegeven worden voor groot onderhoud, welnu ook die 50-000,is te veel. Het is niet noodzakelijk dat een schoolbestuur bedragen reserveert die niet in dat jaar gebruikt worden of nadrukkelijk in een fonds zitten waaruit de besteding van voor een bepaald doel over een aantal jaren wordt geregeld. Dat vormen van reserves daarvoor is niet noodzakelijk. Daarover oordeelt hier de raad. Als het in een bepaald jaar nood-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 52