-11-
gegeven bedragen die in de pot groot onderhoud gestopt moeten worden. En dat
is ook in 1979 normaal gesproken gebeurd, want omdat bij de uitgaven staan daar
als zodanig geen posten vermeld, mag je dus aannemen dat ze dus gewoon gegaan
zijn naar de post groot onderhoud die daarvoor als reservering gebruikelijk zijn.
Het enige waar ik nog benieuwd naar ben mijnheer de voorzitter, is naar het
totaal van de werkelijke reserves van de scholen bij elkaar. Ik vind als je
een kostenstijging die hier voor 1980 toch ook weer zal zijn wanneer je dan
genoegen kunt nemen met een 2%-stijging, dan moet er ergens toch nog wel meer zijn
aan reserves dan die 50-000,die ze dan in 1979 overgehouden hebben. Ik vraag
me toch af of dat het in het verleden allemaal wat dat betreft wel goed gegaan is.
Vorig jaar hebben we te maken gehad met een stijging van 10$ als ik me goed
herinner en nu slechts 2$. Hoeveel jaren zijn er al uit het bedrag per leerling
grote bedragen toegevoegd kunnen worden aan de reserves die ik op
dit moment niet kan zien uit een enkele berekening van 1978 en de begroting van 1980.
De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, wij zijn evenals anderen erkentelijk
voor de bereidheid van de schoolbesturen om mee te werken aan bezuinigings
mogelijkheden, die tot stand komen door die 2% om daarmee genoegen te nemen.
Vooral tegen de achtergrond dat de inspectie, die toch meer overzicht heeft in
deze zaak, een veel hoger bedrag adviseert, en ^67,stelt. En tegen deze
achtergrond moet ik zeggen dat dan de gedachte bij de schoolbesturen toch
erg loyaal is. Daarbij moeten we vooral denken, de heer Rennings noemde het
voorbeeld van De Bukehof, dat daar toch een geweldige daling van het leerlingen
aantal optreedt en dat daar de kosten per leerling sterk omhoog gaan. Ik denk
ook dat je dat op een langere termijn moet gaan bekijken van hoe zullen dan de
vooruitzichten zijn. Toch enige voorzichtigheid bij het knijpen op de centen
want de kansen dat daardoor het onderwijs en de onderwijsvoorzieningen in het
gedrang zouden kunnen komen. Ook gezien het feit dat de rijksbijdrage een aan
zienlijk hogere stijging geeft kunnen wij ons verenigen met het voorstel.
De VOORZITTER: De heer Van der Graaf begon met aan te halen dat wij vorig
jaar hebben toegezegd dat dat inzicht moest worden vergroot. Nou wil ik graag
toegeven dat de cijfers zoals ze er nu liggen geen compleet inzicht geven.
Maar ik dacht dat je ook niet kon zeggen dat het niet vergroot wordt, want
was het in het verleden zo dat we eigenlijk met een paar bedragen werden op
gescheept en dan van de gemeenteraad gevraagd werd om op grond daarvan uit
spraken te doen. Nu is het zo dat, weliswaar zonder dat die als rekening zijn
gecontroleerd, dat er een uitgangspunt is waarin de kosten '78 zijn gepresen
teerd en die zullen ook straks in de rekeningen terug gevonden moeten kunnen
worden, ik neem aan dat het ook zal gebeuren en op basis daarvan is er een be
groting 1980 gepresenteerd waarin in ieder geval een flink stuk inzichtelijk
heid is gebracht met betrekking tot al die kostensoorten en kostendragers.
Er zitten er een aantal bij die er uit springen. De reden daarvan is niet
altijd bekend. Het is met betrekking tot de kleinere posten vaak een gevolg
van de afrondingen. Naarmate de post kleiner is, is natuurlijk het effect van
de afrondingen veel hoger. Met posten als energie hebben wij ons vooral bezig
gehouden met gemiddelden. Dat hebben wij over de hele lijn overigens gedaan hoor.
En ik denk dat een stijging van 16$ zoals de heer Van der Graaf ondergaan heeft
waarschijnlijk niet te evenaren is als je ziet dat de eenheidsprijs per m3
in die periode van 23 cent naar 32 cent is gestegen, althans zal stijgen in '80,
zodat een grote stijging op zich in ieder geval wel te begrijpen is. Misschien
ook dat de ervaringen van het jaar '79 hebben meegespeeld, omdat daarin de strenge
winter ligt en mede daarom er een druk op de begroting '80 is gekomen waarbij
men zekerheid h^eft gezocht voor een calamiteit zoals vorig jaar. Met betrekking
tot het gymnastiekonderwijs. Er zijn scholen waar de voorzieningen minimaal zijn.
Daar .mag het natuurlijk ook niet zo groot zijn. Er zijn er waar het normaal is,
en dan ligt het inderdaad op het niveau zoals dat verwacht mag worden. In het
totaal is dat natuurlijk weer vercalculeerd naar de gemiddelden zoals de scholen
uiteindelijk bereiken waarbij we dan overigens De Bukehof naar onze mening eigen
lijk buiten beschouwing zouden moeten laten. Met betrekking tot het door de heer
Van der Graaf gesignaleerde punt van overeenkomst van de presentatie wil ik er
op wijzen dat het niet verwonderlijk is dat hetzelfde papier en schrijfmachine hier