-9-
inzitten. Erger is naar mijn overtuiging dat er bedragen inzitten waar je
werkelijk van moet zeggen, en ik praat dan even mijnheer Van Hoof na, over
het vormen van fondsen, dat dat niet overal moet gebeuren met overheidsgeld,
dat er bedragen inzitten waar je echt--van moet zeggen van dit kan niet door
de beugel. In de reservepot voor 1977 vrij aanzienlijke bedragen. Ik heb ze niet
bij elkaar opgeteld, maar dat waren in ieder geval vrij aanzienlijke bedragen.
Ik heb gekeken naar '78 en dan merk.ik dat er in totaal voor de 5 scholen is
uitgegeven 5^0.000,en dat er aan reserves ingestopt is 127-000,Dat is
aan reserves 23^ En dat is waarlijk niet gering. Die reserves worden opgevoerd
als reserves groot onderhoud. Dan zou je er in werkelijkheid nog bij mogen op
tellen wat er in dat jaar '78 aan groot onderhoud is uitgevoerd en dan kom je
al boven de 25$. Dan doemt onmiddellijk de vraag op: Is dat nou reëel als onder-
houdsfonds Nou we hebben een klein beetje houvast. We hebben een beetje
houvast omdat er wat reserves of wat fondsjes instaan./ 65-000,in 10 jaar en
dat soort dingen meer. Als je nou dat houvast een beetje gaat gebruiken, dan
ontdek je dus, ik sprak over 127-30^,wat gereserveerd werd. Als je dan
die fondsjes gaat bekijken en per jaar gaat berekenen, dan kom je aan V7.200,
Wat er dus in werkelijkheid aan onderhoud in die reserve wordt gestopt dat is
270$ van datgene wat opgevoerd wordt als noodzakelijk. Ook dat verschilt weer
per school ongelooflijk veel. Het verschilt van kl6% tot 18896 maar het gemiddelde
was dus 270Dan ga ik me inderdaad afvragen of mijnheer Van Hoof toch niet
gelijk heeft of er inderdaad niet meer wordt gereserveerd uit de gemeenschaps
pot dan dat voor het doel noodzakelijk is. Ik vraag het me niet alleen af
maar het wordt duidelijk door de cijfers aangetoond. Er is in 1978 80.10^,
volgens deze berekening, meer opgevoerd aan reserves dan dat er aan onderhoud
noodzakelijk was. Dat is een bedrag van 56,95 per leerling mijnheer de voor
zitter. U ziet we zijn aardig aan het rekenen geweest. Dat is waarlijk niet
niks. Wanneer we dat zouden gaan verwerken op het leerlingenbedrag wat we in
1978 hebben vastgesteld dan betekent het dat dat 327,geweest zou zijn
in plaats van 38^,Het betekent als je het dan verhoogt met de normale
verhogingen,dat zou dan 112$ daarvan worden in die twee jaar, dan zouden we
uitkomen op 366,in plaats van het bedrag, wat nu genoemd wordt.
Nogmaals mijnheer de voorzitter, ik zeg u in alle duidelijkheid: ik zeg niet
dat de bedragen, die gevraagd worden niet noodzakelijk zijn voor het onderwijs.
Maar met deze begroting moet ik u zeggen:Geeft: men ons niet de gelegenheid om'
erachter te komen of het inderdaad noodzakelijke uitgaven zijn. Reserves vinden
wij afgezien van normale onderhoudföndsen geen noodzakelijke uitgaven.
Daardoor zit de gemeente steeds weer op de achtergrond. Men hoeft niet zelf
standig reserves te kweken. Als het verkeerd loopt dan zal deze gemeente
ook wij niet, met garantie niet ooit zeggen van school je kunt het me doen.
Reserves zijn uit den boze. Zeker in dit geval. Nou zouden wij niet onszelf
zijn wanneer we ook niet poogden om na dit misschien wat destructieve verhaal
om niet een positief geluid te laten horen hoe het dan naar onze mening wel zou
kunnen en moeten. Dan denk ik dat het een goede zaak zou zijn wanneer het
college van B. en W. wederom in contact met de schoolbesturen zou aanbieden en
zou bespreken dat voortaan de gemeente het onderhoud van de gebouwen zou over
nemen. Ik denk dat de gemeente het goedkoper kan. Ik denk ook dat het een
voordeel zal zijn voor sommige scholen en misschien straks voor nog meer scholen
omdat namelijk met de vergrijzing en dus de leegloop van lokalen en dat het
voor een schoolbestuur steeds moeilijker wordt om uit het verminderde leer
lingenbedrag, omdat er minder leerlingen zijn, om hetzelfde grote gebouw te
onderhouden en dat zou betekenen dat de gemeente dan die schoolbesturen niet
alleen van die zorg ontlast maar ook incalculeert dat de scholen onderling
voor de werkelijke onderwijsdoelen, dus buiten het onderhoud van gebouwen enz.
dan toch hetzelfde bedrag te besteden hebben.En ik denk dat dat een voordeel is.
Om u even op het spoor te helpen, want ik neem aan dat dit misschien wat vreemd
klinkt, de Lager-onderwijswet die biedt die mogelijkheid heel nadrukkelijk.
Artikel 83, lid 2 bis, regelt die zaak en geeft die mogelijkheden. Ik wou het
verder hierbij laten mijnheer de voorzitter.