-29- commissie. In feite aenk ik dat de raad, en zo staat het overigens ook in de gemeentewet verwoordt, al is het niet met diezelfde woorden, een controlerende taak heeft op het punt van de besteding van financiën. Daarbij is die toetsing naar mijn gedachte, evenals die van gedeputeerde staten, op de uitgave van de gemeenteraad een marginale toetsing. Het is niet de bedoeling dat het besluit wat genomen is voor het lichaam wat gerechtigd is die besluiten te nemen, dat dat besluit opnieuw wordt bediscussieerd en wordt bekeken. Het is de bedoeling dat aat wordt getoetst aan die op zich redelijk vast te stellen eisen. Als we ons daartoe beperken dan beperken we ons tot de vraag of dat deze raad zijn toestemming geeft aan de c.a.i.-commissie een bedrag als hier genoemd te onttrekken aan een reserve die daarvoor is bestemd. Het is met andere woorden, naar mijn gedachte, wat deze raad te doen heeft, een for maliteit. Wanneer deze raad doorgaat om op deze wijze het werk van de c.a.i.- commissie over te doen, en het is al meer gebeurd en ik heb er toen ook voor gewaarschuwd, dan moet u er toch op rekenen dat u te maken gaat krijgen met een c.a.i.-commissie die misschien niet meer te bemannen is omdat die mensen het dan, en terecht, verrekken, want dan zeggen ze: waar zitten we hier voor Ik wou tegen die ontwikkeling toch wel waarschuwen, zonder dus overigens in te gaan op de vraag of die Tweede Kamer-aansluiting nuttig is, nodig is of wat dan ook. Want nogmaals: dat hoort hier niet thuis naar mijn mening. De heer WIJNEN: Ja, mijnhee.r de voorzitter, dat kan de heer Van der Graaf wel zeggen. Van de andere kant is het ook zo dat er een basis moet zijn om te controleren.Dan denkt hij er natuurlijk aan of dat financieel passend is. Ik denk dat je dan toch ook moet zeggen: Nou wat zijn dan de behoeften die daaraan ten grondslag liggen, aan een dergelijke besteding. Dat moet u er toch in betrekken. De VOORZITTER: Wethouder Du Pont reageert direct. Ik wou alleen heel even reageren op de opmerking van de heer Van der Graaf. Ik geloof dat de waarschuwing met betrekking tot dat overdoen alleszins op zijn plaats is. Ik denk alleen dat dat marginale toetsen niet wordt overschreden op het moment dat de heer Kok als een soort stemverklaring zegt waarom hij vindt dat dit bedrag niet uitgetrokken moet worden. Ik denk ook dat we het in die zin moeten bezien en niet als een over willen doen van de discusoie, de taak is overge dragen. Dat is inderdaad waar. Daar moeien wij niet meer in treden. Maar het gaat hier om de vraag wie hei, geld beschikbaar stelt. Dan denk ik dat een verder niet gemotiveerd "nee" dan toch minder voldoet dan het geven van deze korte toelichting. De heer DU PONT: Ik ben het met de opmerking van de heer Van der Graaf eens. Het is in de commissie uitvoerig bediscussieerd en daai zijn de argumenten op tafel gekomen. De commissie kan zelfstandig die beslissing nemen. Nog even naar de heer Kok. Ik ben het niet met hem eens dat het gedaan wordt voor een stel hobbyisten. Het is dus duidelijk een service-verlening aan alle abonnees. Dat kun je ook zeggen van andere zaken die met name dus op de radio staan met andere kanalen, die zullen ook niet allemaal even dicht beluisterd worden. We hebben getracht daarin ook zoveel mogelijk mogelijkheden te bieden en dat is in dit geval ook zo. De VOORZITTER: We hebben 2 instanties gehad mijnheer Kok. Ik denk niet dat het verstandig is om, zeker over een zaak waarbij de raad bevoegdheden heeft over gedragen, nog een derde instantie daaj*a.an te wagen. Ik wil alleen vragen moeten we aannemen dat de fractie van het Samenwerkingsverband tegen blijft of heeft de opmerking van de zijde van de heer Rennings, de heer Van der Graaf en van de wethouder tot de overtuiging geleid dat ook zij tot dit besluit mee willen dragen De heer KOK: Zou ik een schorsing mogen hebben De VOORZITTER: Dan schorsen we nu de vergadering. De VOOkZITTER: Ik heropen de vergadering. Mag ik aannemen oat de vergadering het besluit wil steunen De heer KOK: Mijnheer de voorzitter, ik zou een verklaring neer willen leggen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 29