-25-
De heer VAN DER GRAAF: Een kleine aanvulling, omdat de heer Rennings een
teleurstelling uitspreekt dat de Stichting Buitenlanders geen zitting wil
nemen in deze commissie. Ik denk dat het goed te hegrijpen is. Deze
stichting voelt veel voor vrijheid in de zin van dat men zich niet tevoren
committeert met besluiten die genomen worden of met adviezen die dan toch
aan een zekere besluitvorming onderhevig geweest zijn. Ik kan me dat
voorstellen. Dat is ook de reden waarom men wel graag deel wil nemen aan
een commissiewerk, maar niet als lid, dus niet committerend mei de besluit
vorming. Daar kan ik, nogmaals, best inkomen. Ik denk ook dat een veel betere
oplossing zou zijn om daarin tegemoet te komen en om te zeggen van hetzij
bovenop, want ik kan uw suggestie ook wel volgen, ten aanzien dus van die
vrijwilligers, dus hetzij bovenop het aantal wat er nu is een adviseur toe
te staan om aan de vergaderingen deel te nemen. Dat kan in de verordening
verwoord worden. Hetzij in plaats van dat zevende lid, daarvoor in plaats van
een lid een adviserend lid te maken. Ik denk dat dat mogelijkheden zijn
waarmee tegemoetgekomen wordt aan de verlangens van de Stichting Buitenlandse
Werknemers. Want eerlijk gezegd,ik zou ze er toch niet graag in willen missen,
voor wat betreft hun deskundigheid.
De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, wij zijn blij met dit voorstel.
Dat het nu eindelijk zover is dat er een commissie kan worden samengesteld.
De heer Rennings verwees al naar de procedure. Eerst moet de verordening worden
vastgesteld, dan duurt het enige tijd voordat een respons komt op een verzoek
om daarop voorstellen te doen t.a.v. kandidaten. Ik vind dat in de taak van
de commissie toch wel mogelijkheden moeten zitten om adviseurs te raadplegen.
Ik vind het altijd mogelijk om dergelijke mensen erin te betrekken.
De heer BROUWERS: Om te beginnen bij de heer Rennings, zijn spijt die onder
schrijf ik met betrekking tot de Stichting Buitenlanders. Zijn suggestie
overigens die vind ik toch wel perspectief hebben. Wij hebben er in het
college niet in deze zin over gesproken, althans deze mogelijkheid niet
overwogen. Misschien hadden we het zelf ook kunnen uitdenken, maar ik vind
uw suggestie wel erg goed. Ook uw argumenten daarvoor. Daar ben ik wel bijzonder
ontvankelijk voor. De heer Van der Graaf die zegt daaroverJa, die voert
aan waarom het verklaarbaar is dat de stichting niet wil deelnemen als lid.
Ik denk dat je dat inderdaad moet respecteren, wanneer zij zich zo opstellen.
Ze zeggen nou we willen wat dat betreft onze handen vrij hebben dan vind ik
dat alleszins te respecteren. Alleen ik had het niet verwacht. Wanneer wij
hun tegemoetkomen geformaliseerd in de verordening dat een zevende lid een
adviserend lid zou zijn. Ik weet niet of dat beter zou zijn dan de suggestie
van de heer Rennings. In de verordening is overigens voorzien, naar mijn
mening, dat de commissie te allen tijde adviseurs kan verzoeken. Mag ik het
zo voorstellen voorzitter, dat we de suggestie van de heer Rennings in het
licht van de opmerking van de heer Van der Graaf, waar hij het heeft over de
adviseurs, dat we beide zaken meenemen en dat we daar dus inderdaad op terug
komen. Want ik had aanvankelijk ook het idee dat alle wegen naar de stichting
niet afgesneden waren. Ik kan dat niet helemaal rechtmaken dat dat inderdaad
zo is. Uit de correspondentie moet ik opmaken dat die mogelijkheden wel af
gesneden zijn, maar het laatste contact met de door hun aangewezen vertegen
woordiger was telefonisch. U zult uit de correspondentie ook hebben gelezen
dat daar geen nadere tekstverklaring stond. Ik heb dat nog wel nagevraagd bij
de secretaris. Ik moest waarschijnlijk gewoon op het idee komen dat niet alles
afgesneden was. Maar dat kan ik niet helemaal uitmaken. Vandaar dat ik zeg
nou laten we beide suggesties meenemen en daar dus in een volgende vergadering
op terugkomen.
De heer VAN DER GRAAF: Ja, mijnheer de voorzitter, het is natuurlijk logisch
dat de stichting dit soort overwegingen niet duidelijk maakt. Het geeft mij
ook niet de vrijheid om te zeggen dat ik het zeker weet. Ik heb alleen
een aantal gesprekken gehad en ik kan zelf ook nadenken hoe deze mensen in