-22- daarop nog een compensatie-regeling zou moeten gaan geven dan zeg ik geef mijn portie maar aan fikkie dan wil ik hier geen eens wethouder worden. Want dan krijg ik veel te veel, dan wordt ik te rijk. Ik had nog een opmerking van iets waar niet op geantwoord is en dat is mijn vraag of er niet bij artikel k lid 2 sub c de vaste vergoeding die wordt gemeld als raadslid of daar ook niet bij opgenomen moet worden of als lid van een gemeentelijke commissie. Daar heb ik nog geen antwoord op gekregen. Of wel Oh God, dan heb ik in de tussentijd half zitten slapen. Sorry De heer RENNINGS: Wij hebben in die commissievergadering met reeksen voor beelden gestoeid. Ik heb bij het toetsen van deze verordening me in de eerste plaats laten leiden door het primitieve voorstel van de heer Van der Graaf, zoals hij dat op schrift gesteld heeft. Daar ben ik van uitgegaan. Dat bedoel ik in de zin van de gemeentebegroting. Ik denk dat we dan niet alleen moeten kijken naar de cijfer-voorbeelden, die bij het preadvies zitten, die gaan uit van een inkomen van 30.000,Ik vind die voorbeelden ver van realistisch. Als je uitgaat dat een wethoudersfunctie gewaardeerd moet worden op een functie hoofdcommies A, minimaal zoals ik zei, dan denk ik dat je er ook van uit moet gaan dat iemand in het dagelijks leven een inkomen geniet wat in die orde van grootte ligt. En als je dan andere cijfervoorbeelden maakt en ik heb dat gemaakt bij het toetsen van dat voorstel. Ik ben uitgegaan van 50.000,tot 60.000,dan kom je tot hele redelijke kortingen. Dat gaat van de uitkering 21.000,in een situatie waarin 3 dagen in de andere functie wordt gewerkt. In die situatie wordt er overal 1^.500, gekort en ik vind het voorstel om die reden dan nogmaals alleszins realistisch. Ik vind dat je naar een rechtvaardige vergoeding moet streven. Ik vind niet dat je moet minimaliseren. Met betrekking tot de presentiegelden denk ik, ben ik althans van mening dat je die niet daarin op moet nemen zoals de heer Van der Graaf stelt en ik heb daarvoor de volgende overwegingen. Als je er van uitgaat dat overwerk niet voor korting in aanmerking mag komen met andere woorden dat zijn inkomsten verdi'ent buiten de normale arbeidstijd, dan vind ik ook niet dat je presentiegelden aan mensen die geen raadslid zijn want een gewezen wethouder die raadslid is krijgt zijn presentiegeld. Als een commissielid geen raadslid zijnde een presentiegeld heeft, is dat een vergoeding voor overwerk en uitgaande van het feit dat overwerk niet wordt gekort ben ik van mening dat je het presentiegeld om die reden niet voor korting in aanmerking moet laten komen. De heer VAN DER GRAAF: Mijnheer de voorzitter, een vergoeding van een raadslid is geen overwerk De heer RENNINGS: Een vergoeding van een raadslid is niet alleen het bijwonen van een vergadering maar dat is ook de vele uren van voorbereidingen en dat is een heel andere orde van grootte dan het presentiegeld van een commissielid wat alleen die avond en de desbetreffende vergadering voorbereid. Ik vind daar een essentieel verschil in. De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, de heer Van der Graaf die haalt daar het voorbeeld aan van de heer Plevier. Ik denk dat - de heer Plevier die heeft inderdaad een voorbeeld genoemd, wat hier omschreven is in het verslag - dat was om wat duidelijkheid te verkrijgen, zonder dat dat nou als basis voor verdere instemming en verdere verwerkingen is genoemd. Althans, zo heb ik het nooit gezien. Ik denk ook niet dat de commissie als zodanig daarover beslissingen kan nemen over een voorbeeld wat de heer Plevier daar heeft genoemd. Er zijn toezeggingen gedaan over andere voorbeelden en meerdere. Nou die hebben we nou gekregen en ik kan zeggen dat ik me daar goed in kan vinden. Ten aanzien van het voorstel van de heer Van der Graaf over het lidmaatschap van een commissie, de vergoeding daarvoor. Nou ik denk dat je voorzichtig moet zijn op dat punt om mensen die wat ervaring hebben in de gelegenheid te stellen om die keuze positief te blijven beoordelen of ze al of niet in een commissie zitting willen nemen. En als hij dus al begint van we gaan die korting opschorten voor jou, dan moet je dat toch zien in relatie wat hij op een andere plaats zou kunnen krijgen als hij daarin zou zitten. Hij gaat ergens anders werken, hij gaat zijn tijd anders besteden,

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 22