-12- meer zekerheid voor de burger om op het juiste moment de juiste mensen eigenlijk te benaderen wanneer er iets aan de hand is, maar ik denk dat dat dus de waarde van die gemeenschappelijke regelingen samenkoppelen heel erg vergroot. De voorzitter zegt, ja wat wij beogen ten aanzien van dat aspect welzijn dat is dat gemeenten samenwerken. Ja, maar ik denk juist dat dat het punt is waarop we moeten zeggen van dat is dan strijdig met alle andere voorliggende bedoelingen. De voorliggende bedoelingen zijn juist dat per gemeente de volle verantwoorde lijkheid aanvaard wordt voor het specifiek welzijn. De koppeling van de gemeenten aan elkaar door op een of andere wijze af te stemmen, die kan zelfs zonder gemeenschappelijke regelingen plaatsvinden. Denk bijvoorbeeld maar eens aan onze opbouwwerker in Standdaarbuiten. Daar heb je geen gemeenschappelijke rege lingen voor en zeker het streekgewest niet om dat een keer te gaan coördineren want dan zoek je als gemeente zelf wel je weg om dat te kunnen behappen. Ja, toch zal straks de hele vorm van subsidiëring zodanig worden en gaan worden dat het alleen maar een financiële last op de gemeente gaat leggen wanneer het streekgewest dit soort taken ter hand neemt en daar dus mankracht en dergelijke insteekt, want er zal geen andere wijze van subsidiëring zijn dan aan de gemeenten en voor de steunfuncties aan de provincie. Dus ik ben in geen geval overtuigd dat daar een taak voor het streekgewest ligt die iets kan bijdragen tot meer efficiency in de 1 werking evenmin iets kan bijdragen tot het contact wat gemeenten soms met elkaar hebben wanneer ze werkers met elkaar willen delen of wat dan ook. De VOORZITTER: Mag ik met betrekking tot het eerste voorstel van de heer Rennings om op te nemen dat er aandacht besteed moet worden aan het hoofdstuk efficiency bij gewestelijke diensten aannemen dat u het daarmee eens bent. Mag ik datzelfde doen met betrekking tot de waarschuwing die de heer Rennings voorstelt te laten uitgaan om te zorgen dat wordt voorkomen dat er een grote afstand ontstaat tussen bestuur en uitvoering. Mag ik aannemen dat u in ieder geval afwijst dat deze invulling van welzijnszaken in dit programma wordt opgenomen. Dan hebben we de besluiten zoals ze voorgesteld waren genomen. Sorry dat ik nu niet even terugkwam op de opmerking van de heer Van der Graaf. Die waarde van die samen koppeling. Ik geloof dat dat zeer juist is. Ik vraag me alleen af of de alarmering zoals hij hem zich nu voorstelt er wel uit zal komen, want ik heb begrepen dat de C.P.A. ook nog andere mogelijkheden aan het onderzoeken is dan een samenvoeging met de brandweer. Met het principe zijn we het in ieder geval graag eens en met betrekking tot dat tegen zijn tegen die samenwerking van gemeenten zijn. Ik bedoelde niet te bepleiten om het wel gezamenlijk te doen, ik bedoelde aan te geven dat de structuur van het streekgewest niet beoogt een schakel te zijn tussen gemeenten en provincie geen vierde bestuurslaag te worden, maar duide lijk een stuk verlengd lokaal bestuur. Ik heb daarmee niet willen bepleiten dat het wel in een gemeenschappelijke aanpak zou moeten gebeuren. Akkoord Die reactie laten uitgaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. De VOORZITTER schorst de vergadering voor de koffiepauze. Na opheffing van de schorsing stelt de VOORZITTER aan de orde: 6.1. Standpuntbepaling met betrekking tot een gewestelijke taak op het terrein van de ruimtelijke ordening. De heer WIJNEN: Wij kunnen ons met het standpunt van het college verenigen. Op dit moment vinden wij initiatieven gewenst anders dan in aftastende zin ten aanzien van de ruimtelijke ordening te ondernemen door het gewest. Wij delen eveneens uw mening om attent te zijn om op dit gebied niet alleen de boot niet te missen maar vooral om mogelijk voordelen te behalen die het werk op een grotere schaal kan bieden om die te bereiken. Maar daarnaast moet er ook gestreefd worden om de samenwerking met andere gemeenten, ook in ruimtelijke ordenings opzicht bepaalde zaken te verwezenlijken. Het lijkt ons beter dan door dwang van buitenaf en dan kan er gedacht worden aan die nota's van hogerhand om bepaalde om te voorkomen dat bepaalde ontwikkelingen of zaken hierop gelegd worden. Aangezien de

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 225