-10- gemeenten net mee zijn begonnen en waarvan door vallen en opstaan ook nog het nodige moeten leren omdat door een stukje coördinatie eerder te bemoeilijken. Tenslotte voorzitter, en dan loop ik misschien iets vooruit op punt 6.1. maar het staat nu eenmaal in het programma-punt, dat het streekgewest een bepaalde taak heeft op het streekplan. Tot nu toe beperkt zich dat tot het verzamelen van standpunten en dat in een enveloppe doen en naar de provincie sturen. Ik vind dat weinig nuttig. Als dan het streekgewest een nuttige functie op het gebied van de ruimtelijke ordening wil plegen dan denk ik dat je dat moet zoeken in de sectorplannen en dat wordt al genoemd onder 6.1. in het preadvies, in het voorstel onder 6.1. maar ook denk ik dat het een nuttige bijdrage kan leveren als het streekgewest zich bezighoudt met een studie ten aanzien van beleidsnota's van hogere overheden terzake van de ruimtelijke ordening en vervolgens het gewest dit beleid laat toetsen op de effecten voor het gewest. Een signaal functie zijn voor de gemeente en adviserend aan die gemeente voor een gezamenlijke reactie en het inspelen als gewest op delen daarvan op dit beleid van de hogere overheden. Daar bereik je mee dat je niet achteraf nadat alle gemeenten af zonderlijke standpunten bepaald hebben dat in de enveloppe doen. Neen, vooraf. Je voorkomt daar dat 18 gemeenten in het streekgewest dezelfde nota's zitten door te vlooien en die proberen door allerlei reacties achteraf tot een gemeenschappe lijk standpunt te komen. Wellicht kan je, als je vanuit het streekgewest de effecten voor de streek, de signalen voor de streek en in zekere zin advisering aan de gemeenten hoe op deze notities te reageren, dat je er veel meer niet beslissend sturen maar adviserend sturen voor het gewest een nuttige functie kan hebben. De heer VAN DER GRAAE: Voorzitter, heel ver eens met datgene wat de heer Rennings heeft gezegd, waar ik het niet met hem eens ben, daar hoort u dat dan wel. Ten aanzien van de planning op het terrein van het specifiek welzijn een aan vulling. Ik ben het met de heer Rennings eens. De kaderwet specifiek welzijn waarvan dus op dit moment de sociaal-culturele planning zeg maar de eerste aan zet is, gaat heel duidelijk uit bij dus de rijksbijdrageregeling en de kaderwet specifiek welzijn van een tweedeling. Decentralisatie voor het zeg maar plaatse lijk gebeuren naar de plaatselijke overheid en voor de steunfuncties richting provincie. Ik denk dat dat mede een argument is om te zeggen van in hemelsnaam daartussen niet nog een schakel dat kan alleen maar tot de allergrootste ver warring leiden. Wanneer er dan gesproken wordt over regionale zaken waarvoor gemeenschappelijke regelingen aanwezig zijn, dan zeg ik van nou dat is nou precies het punt waar je toch verschrikkelijk voorzichtig mee moet zijn. Ener zijds dat het streekgewest zich bezig gaat houden met een deel van het streek gewest omdat die gemeenschappelijke regeling niet het hele streekgewest omvat. Anderzijds omdat het streekgewest zich zou gaan bezighouden met gemeenschappe lijke regelingen die buiten het streekgewest vallen. Denk bijvoorbeeld aan de muziekschool met Zevenbergen. Nou het lijkt mij een hele vreemde situatie wanneer op deze wijze het streekgewest een taak zou vinden bij die regionale dus gemeenschappelijke regelingen. Ik zou verder willen gaan datwat mijnheer Rennings nu gezegd heeft. Ik zou dus dat duidelijk willen afwijzen en ik zou willen dat de raad dus heel duidelijk afwijst dat in het programma van de ge westraad deze onderwerpen dus maatschappelijk werk en specifiek welzijn voor komen. Ten aanzien van dat punt 6.1. wat dan straks nog gaat komen maar wat wel hier in het programma is opgenomen. Ik acht zeer wel denkbaar dat het streek gewest zich wel beweegt in coördinerende zin ten aanzien van die sectorplannen. Ik denk dat dat goed haalbaar is, maar niet alleen dat het ook nuttig kan werken. Ik herinner me nog heel duidelijk dat met name de commissie ruimtelijke ordening in het streekgewest zeg maar de eerste commissie was waarvan je kon zeggen van daar wordt heel concreet en structureel gewerkt. Daar kwamen hele zinnige dingen uit en ik denk dat dat met name dus op de uitwerking van die sectorplannen, dat dat gecontinueerd zou kunnen worden. Maar dan lopen we dus inderdaad samen voor uit op dat punt 6.1. want dat hangt met elkaar samen. Wordt dat niet aanvaard dan zou het naar mijn overtuiging uit het programma geschrapt moeten worden omdat het nu in het programma te breed staat. Ik denk dat we niet kunnen en mogen vol staan met hier uit te spreken dat we dat nou niet zo wenselijk vinden. Ik denk dat we concreter moeten zijn en moeten zeggen dat wensen wij niet in het programma.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 223