-8-
en Marokkaanse en Surinaamse deelnemer wordt vertaald en wij beschikken niet over
die lettertypes hier op de secretarie en daar zou de stichting buitenlanders dus
voor zorgen dat dat dus wordt gedaan en dan zorgen zij verder voor verspreiding.
Dus dat is in feite afgerond. Ja, in hoeverre dat de stichting buitenlanders
dus reeds is begonnen met dat te realiseren dat durf ik niet met zekerheid te
zeggen, maar dat is in ieder geval dus wel het besluit.
De heer DM BRABER: Over die voorlichting inzake het welzijnsplan, dat heb ik
gelezen. De vorige keer ging het over het spreekuur dat een flop was geworden en
vandaag staat er inderdaad een pagina-groot artikel in over de sociaal-economische
typering van Oudenbosch, maar wij hebben het in de commissie gehad over een
educatief voorlichtingsbeleid in die zin dat wij de bevolking waarvan iedereen
verwacht dat die niet betrokken wil worden bij deze materie, omdat zij er niks
van weten en geen flauw idee hebben van waar het om gaat, om die via reclame
technieken met kleine stukjes iedere week om daar wat uit te leggen van wat is nu
een sociaal-cultureel plan, wat is nu een welzijnswerker en zo. meer. Van die
proef, en dat is met name het advies waar ik op doel, is niks van uitgekomen.
Wat er nou staat zijn denk ik normale voorlichtingsactiviteiten die ontplooit
dienen te worden. Over die uitwerking van die voorlichting van die culturele
minderheden. Het is meegenomen, voorzitter, dat buitenlanders dat zelf op sleep
touw willen nemen, maar ik vraag me toch langzamerhand af waar hebben wij nou
toch een voorlichter voor aangetrokken. We hebben 60.000,uitgetrokken plus
20.000,voor een voorlichtingsbeleid in 1980. Ik merk er zo weinig van. Ik
denk niet dat wij nog verder daarover moeten discussiëren, maar ik zou u willen
verzoeken om het voorlichtingsbeleid eens te bespreken in de commissie algemene
en bestuurlijke zaken en dan wel op korte termijn.
De VOORZITTER: Die intentie is er al, uitgesproken op verzoek van de heer Van der
Graaf.
De heer DEN BRABER: En dan die proef van dat welzijn daar houd ik het college aan,
dat het besluit genomen is en dat het uitgevoerd moet worden.
De VOORZITTER: Ja, ja, maar ik neem aan dat u daar ook in de commissie op terug
komt.
Besloten wordt:
a. de stukken, vermeld onder 1 tot en met 9 en 1^, voor kennisgeving aan te nemen;
b. het stuk, vermeld onder 10, voor verdere afwerking in handen te stellen van
het college van burgemeester en wethouders;
c. tegen de onthouding van goedkeuring van enkele van de van het plan deel
uitmakende voorschriften door gedeputeerde staten, vermeld in het stuk onder
11, geen beroep in te stellen;
d. de brieven, vermeld onder 12 en 13, conform bijgevoegd ontwerp-schrijven te
beantwoorden.
Voorstel tot vaststelling van de vergoeding vakonderwijs 1979 ten behoeve
van de Isaac da Costaschool.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
b.'\. Voorstel tot het verlenen van medewerking ex artikel 72 van de Lager-onder-
wijswet 1920 voor de aanschaffing van een bordstelling ten behoeve van de lagere
school "St. Franciscus"/57e wijziging gemeentebegroting 198O.
De VOORZITTER* En mag ik dat even aanvullen met: "en het benodigd krediet be
schikbaar te stellen".
De heer VAN DER GRAAE: Mijnheer de voorzitter, helemaal akkoord, maar wij kijken
naar de kleintjes en kregen toen opeens de gedachte van er worden hier en daar
wat voorlichtingsactiviteiten gedaan, neen educatieve activiteiten, onder meer
voor buitenlandse werknemers. Ik neem aan dat zo'n bordstelling niet helemaal
onbruikbaar is als die nu afgedankt wordt. Ik heb geen idee of het in de
praktijk werkbaar is maar ik zou willen voorstellen dat daar eens op gelet wordt
of zij mogelijkerwijs ergens in een van de gebouwen waarin gewerkt wordt bruikbaar