-21-
Daarmee geloof ik dat ik de vragen en opmerkingen heb geantwoord.
De heer VAN DER GRAAF: Ja mijnheer die voorzitterdie twee dagen, 2-£ dag
3 dagen keuzes, die wordt naar mijn mening niet op een zodanige wijze
bekeken dat het, mij althans, tot een andere gedachte kan brengen. De
commissie Stuyvenberg heeft in een gemeente van 24.000 tot JO.OOO in
woners de link gelegd met de hoofdcommies en u weet ook dat, en dat
weten we allen, dat in de lijst van wethouderswedden dat daarin een
stijging zit met het inwonertal. Die stijging die toont dan plotseling
een wip daar waar geacht wordt een full-time betrekking te zijn en pas
bij 30.000 en daaronder dus ligt die combinatie met dat hoofdcommies
salaris. Nu is echter ook de lijst wethouderswedde van 1.000 inwoners
tot 30.000 die vertoont ook een stijging. Per inwoner stijgt dat. Dat
kan niet anders betekenen dan dat het vertaald dient te worden binnen
dat hoofdcommiessalaris in hoeveel tijd daaraan besteed zou moeten worden.
Daarom kan ik niet tot een andere conclusie komen dan dat wanneer wij
stellen dat het inkomen van 31-927,zelfs beduidend hoger is dan dat
salaris van die hoofdcommies dat dat minimaal dan vertaalo dient te
worden in een halve werkweek. Dat is een hele logische conclusie. Ik
kan die conclusie niet anders trekken. Dat speelt wel degelijk een rol
dat ér in die tussentijd 12.000 inwoners gekomen zijn in de gemeente,
want anders was die wethouderswedde weer wat lager geweest. Maar het
blijft binnen dat hoofdcommies-salaris. Er wordt dan met mij veronderstelt dat
daar meer tijd aan besteed moet worden. En dat is het punt. Nu ben ik
zoéven - en dat is dus ten aanzien van die 2-J dag - tot mijn spijt niet
duidelijk genoeg geweest in het duidelijk maken waarom naar mijn mening er een
vrij drastische verandering is gekomen in datgene wat wij wilden. Dat is
nou terug te vinden in de notulen van de commissie algemene en bestuurlijke
zaken waar ik zie dat op een gegeven moment de heer Plevier aan het woord is
en die gaat wat rekenvoorbeelden geven. Die zegt dan: "Stel die wethouder
had een inkomen daaruit van 25-000,per jaar dan gaat de uitkering een
bedrag van 80% van 25-000,20.000,worden. Gekort gaat echter
worden 2/5 gedeelte van 40.000,want dat was het veronderstelde inkomen
in het rekenvoorbeeld van de heer Plevier, is 16,000,wat er aan uitkering
overblijft van 4.000,Dat wijst namelijk er op en dat is niet besproken
in de commissie. Daar is alleen maar mee gebeurd dat toen de heer Rennings
heeft gezegd: Ja, maar dan moet er wel een compensatie-regeling, dat volgt
dat ook hierop, dan moet er dan wel een compensatieregeling zijn,
Wat ik in dit verband ook met hem eens ben. Wanneer we dan dit in de com
missie onbesproken laten en we krijgen dan plotseling voor ons liggen de
berekening die welliswaar een keer of twaalf overgelezen moet worden voor
ik het helemaal snap, maar waar dan staat deze berekening geschiedt aldus
dat de uitkering wordt verminderd met het bedrag waarmee die uitkering
vermeerderd met die inkomsten de in de zin van artikel 3 laatstelijk genoten
wedde, vermeerderd met het percentage van de vakantie-uitkering overschrijdt.
Is er nog iemand die het snapt Ik snap het in ieder geval wel. Dat is de
berekenwijze zoals die in de rekenvoorbeelden staat en die is duidelijk anders
dan die wij in de commissie hebben, ja ik zou niet willen zeggen afgesproken,
maar wat uit die rekenvoorbeelden is gebleken en wat onweersproken is ge
bleken. We hebben ook nog meer rekenvoorbeelden gegeven die staan niet in
de notulen, maar die zijn allemaal op dezelfde basis geweest. Die zijn op
de basis geweest van als een wethouder in die twee dagen als hij dan
20.000,verdient bij zijn baas, dan is die 20,000,daarvan 80#>
respectievelijk yOP/o respectievelijk 60% worden gekort. En dat is hetgeen
waardoor de uitkomstniet te totalitair hoor, want dat ben ik eens met wat
de heer Rennings zei, met hem eens dat dat allemaal heel behoorlijk is
verwerkt. Dat is mijn probleem niet. Mijn probleem is nou precies dat ene stuk
wat dan overgenomen is uit artikel 134 van de wet A.P.P.A. waar dus door
de andere rekenwijze een totaal andere uitkomst komt. En als je dan