-20-
geweest, en nou woord voor woord gewogen is en de consequenties zijn vertaald.
Met betrekking tot de wijziging die wordt voorgesteld met betrekking tot
artikel k denk ik dat daar hetzelfde voor geldt. Ook daar heeft met name met
betrekking tot lid 2.2 een uitgebreide discussie plaatsgevonden van zit er
nu alles in, zitten nu alle bedoelingen zoals ze zijn verwoord in de
commissie daar nou in. En onze conclusie is dat, nadat overigens het tweede
gedeelte van de eerste alinea was toegevoegd, dat er nou inderdaad een
sluitend systeem in was verkregen. Dat had wellicht weg kunnen blijven, maar
we waren bang dat dat nog wat verschil in interpretaties aanleiding zou kunnen
zijn. Met betrekking tot het voorstel van de heer Van der Graaf om aan het
artikel 2.1 c, nee k 2.1 c toe te voegen naar raadslid en presentiegelden
als commissielid. Ja, dat is een keuze die gemaakt moet worden. Als u daar als
raad voor wil kiezen dan wordt het in de verordening opgenomen. Het is als
zodanig niet aan de orde geweest. Reden waarom we het niet in het voorstel
hebben vertaald. Dan krijgen we de discussie van hoeveel dagen worden er nu
aan het wethouderschap besteed. We hebben het rapport van de commissie Merckx
er op nageslagen en in de hele opbouw moet je concluderen hoewel dat nergens
zo expliciet vermeld staat dat het dan gaat om 2 dagen. Er is een verschil in
honorering van klasse tot klasse en met die 12.000 slaat dat nou om. Ik denk
niet dat je daar nou onmiddellijk de vergelijking moet trekken terug naar
de situatie van tevoren en zegt van nou dat verschil hoort dan bij een extra
halve werkdag. Ik denk dat er wat dat betreft eigenlijk bij de overgang van
11.999 naar 12.000 niet zo'n ingrijpend verschil plaatsvindt. We zijn uit
gegaan van die twee dagen en we vinden dat dat nog steeds een reëel uitgangs
punt is. De gedachte dat het ander gedeelte van de week buiten beschouwing
gelaten moet worden voor de kortingen die ligt ook vast. Enfin, bij de
korte interruptie bij dat rekenvoorbeeld 2 bleek dat er ook dat die er inder
daad aan is gerelateerd. Dan zegt de heer Van der Graaf je houdt nog een
aantal onrechtvaardige verschillen over. Ik denk dat we daarbij aan twee
dingen moeten denken. In de eerste plaats dat het hier gaat om rekenvoor
beelden en er zijn evengoed voorbeelden te geven waarbij er flinke verschillen
optreden. En aan het feit dat er wordt gerelateerd aan het uitoefenen van het
wethouderschap in meer dan die twee dagen die we aannemen dat er tenminste
voor staan en waar de honorering op gebaseerd is. Die andere aannames ver
tekenen namelijk het beeld natuurlijk ook flink hè. Als je dan Ik geloof
dat het dan te ver gaat om te zeggen van nou er ligt op deze manier een
premie op het zo min mogelijk werk besteden aan het wethouderschap. Dat
geloof ik niet. Ik geloof dat heel duidelijk is uitgedrukt wat de bedoelingen
van de commissie algemene en bestuurlijke zaken waren. Wij willen naar een in
alle redelijkheid betrekken van het inkomen wat behoort bij 2/5 van de
normale werkweek bij de korting die wordt toegepast op de uitkering.
Dan zegt de heer Van der Graaf: een ex-wethouder die totaal zonder inkomen
zit krijgt dan toch wel heel erg weinig meer dan die ex-wethouder met een
salaris. Ik denk dat dat niks te maken heeft met het wachtgeld maar dat het
heeft te maken met het feit dat die ander geen inkomen heeft. Ik denk dat het
daarom in deze discussie niet zo erg terzake is. De opmerking van de heer Van
der Graaf dat er geen verschil' is gemaakt in die 80-70-60-berekening. ^Toe
kenning. Dat klopt. Ik herinner me ook niet uit de discussie in de commissie
algemene en bestuurlijke zaken dat wij daaraan zouden gaan tornen. Ik dacht
dat wij ons zouden beperken tot vooral artikel k, het was geloof ik lid
en die verrekening van die tijd. Het tweede voorstel van de heer Van der
Graaf, namelijk om de zaak aan te houden, die delen wij niet wel z'n con
clusie dat het hier verschrikkelijk moeilijk bespreekbaar is, maar wij hebben
het u ook gepresenteerd als een vertaling van de discussie die eerder in de
commissie algemene en bestuurlijke zaken is gevoerd. Met betrekking tot de
opmerking van de heer Rennings. We hebben in het preadvies al gezegd dat de
zaak met betrekking tot de compensatie-regeling tot gemiste kansen in de
commissie algemene en bestuurlijke zaken aan de orde komt. Daar wachten we
zijn initiatieven af. Ik ben blij dat hij ze weer in het vooruitzicht stelt.