-36-
drijven om maar eens te noemen een bekend aannemersbedrijf waar ook in de
onmiddellijke nabijheid een aantal van deze woningen zitten en die diezelfde
klachten ook hebben. Was er dus een aanwijzing en ik heb die in de stukken
niet kunnen vinden, ik heb u al gezegd ik ben geen lid van de commissie ge
weest. Was er nu een aanwijzing dat de aanwijzing toch gevonden moest worden
bij deze drie bedrijven en niet bij anderen.
De heer DU PONT: Ja, ik denk dat het dan toch nog goed is even in de voor
geschiedenis te duiken. Wij hebben toen die klacht naar voren kwam gemeend de
betreffende bedrijven te moeten aanschrijven omdat reeds in '7^ dezelfde
klachten naar voren gekomen zijn. Toen is daar met name de dienst gemeente
werken nauw betrokken geweest bij het hele onderzoek daar ter plaatse.
Daar zijn toen op de terreinen van degenen die dus zijn aangeschreven
boringen verricht. Er is gekeken naar de situatie zoals die was en er is een
bedrijf - en dat dan in antwoord op de heer Rennings - dat is het bedrijf
Van Agtmaal, die naar aanleiding daarvan in '75 al voorzieningen getroffen heeft.
Of die voorzieningen helemaal afdoende zijn dat durf ik hier zo niet te stellen
maar die heeft in ieder geval voorzieningen getroffen. Bij de anderen is voor
zover nagegaan door de dienst nu toen deze klacht dus kwam zijn daar die voor
zieningen niet getroffen. Bovendien is dus duidelijk geconstateerd ook naar
aanleiding van deze klacht dat behoorlijke hoeveelheden water van dat terrein
van de betreffende bedrijven dus in de richting van de betreffende woningen
komen. Die zaken waren voor ons aanleiding om de betreffende bedrijven aan
te schrijven. De heer Van Eijkeren heeft gezegd ja, dan dient er een tweede
aanschrijving te volgen. Wij hebben toen naar aanleiding van onze aanschrijving
een brief gekregen van het betreffende bedrijf waarom het dus nu gaat. Tevens
was men dus in beroep gegaan bij de raad over deze kwestie. Wij hebben toen op
26 maart opdracht gegeven aan het gemeentebedrijf of het bedrijf gemeentewerken
om naar aanleiding van de brief waarin dus degene die aangeschreven was in
beroep kwam om een nader onderzoek in te stellen. Dat nader onderzoek is dus
nu nog gaande wat voor ons dus reden was om met de commissie van mening te
zijn dat beter het onderzoek nu afgewacht kon worden. Dat is eigenlijk de reden
geweest waarom wij dus eigenlijk in eerste instantie het middel dus van de
aanschrijving dus gedaan hebben.Het is in uw raad ook al vaak gezegd, ja, je
kunt allemaal wel mooi mondeling overleggen in andere gevallen waarom heb je dat
niet schriftelijk gedaan. Nu is er dan op een keer schriftelijk gereageerd. Nou
de beroepsprocedure komt op gang en wij meenden dus zoals wij gehandeld hebben
in deze zaak juist gehandeld te hebben. Naar aanleiding van de klacht, ik heb
het u gezegd is het nader onderzoek ingesteld. Wij zijn met u van mening dat
dus dat we nu in dit geval de termijn rustig kunnen opschorten totdat het
onderzoek is beëindigd. Daarbij moet ik u wel zeggen dat de weersomstandig
heden wel wat dat betreft op dit moment niet meewerken, anders zou het
onderzoek misschien eerder beëindigd kunnen zijn. De voorzieningen zijn ge
troffen in ieder geval.Als de omstandigheden dus wijzigen dan denk ik dat het
resultaat van het onderzoek vrij snel bekend zal zijn.
De heer VAN EIJKEREN: Voorzitter, toch blijf ik het wat vreemd vinden dat
het onderzoek pas wordt gestart als de aanschrijving al geschied is.
De heer DU PONT: Een nader onderzoek.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, en het daaraan voorafgaande onderzoek, dat is het
onderzoek waar blijkens de stukken slechts mondelinge informatie over is,
daterend uit '7k of 175- Waarbij ons als commissieleden niet meer kon blijken
dan dat er een mogelijkheid gesuggereerd werd in de richting van de drie
bedrijven die aangeschreven zijn. Simpelweg omdat met name die percelen wat
hoger gelegen zijn dan de woningen die daar gebouwd zijn. Een hele andere vraag
die helemaal niet aan de orde is geweest is of de woningen wel op het juiste
niveau gebouwd zijn. De betreffende aannemingsmaatschappij die die woningen
gezet heeft, Proned, heeft een suggestie in die richting altijd verder
van zich gehouden, maar mocht de oorzaak daar liggen en ik weet niet in hoeverre
daar voldoende toezicht is uitgeoefend destijds tijdens de bouw, dan komt de
zaak geheel anders te liggen, want dan wordt het veel minder een zaak van de ge-