-35- De heer VAN DER GRAAE: Ik wou zeggen waarom neen. Ik ben van mening dat de gemeentewet interpreterend dat stemmingen inderdaad schriftelijk moeten geschieden, maar een man op de voordracht en een unanieme aanvaarding is geen stemming. Ik moet u zeggen dat ik kortgeleden dit bevestigd hoorde door een zeer oude rot in het vak - de burgemeester van Bergen op Zoom - en daar laat ik mijn oren altijd naar hangen. Die bevestigde dat en zei: het is echt niet nodig om te stemmen wanneer het aantal personen wat benoemd moet worden gelijk is aan de voordracht en er een unanieme aanvaarding is. Maar voor mij mag het hoor. De VOORZITTER: Nou het is zo. Iedereen is benoembaar in feite, dus er staat dan weliswaar hier maar een naam, maar het is maar een aanbeveling. Ik denk dat niemand ons ooit zal tegenwerpen als we het anders doen. Ik wil u graag volgen. Wat mij betreft doen we het zo. Niemand bezwaar Bij acclamatie is de heer Ayranci dan benoemd. 19- Beslissing op verzoek om voorziening tegen een aanschrijving tot het tref fen van voorzieningen als bedoeld in artikel 23, derde lid, van de Woningwet. De heer VAN EIJKEREN: Ja, voorzitter, deel uitmakende van de beroepscommissie in dit geval, moet het mij toch van het hart dat het uiterst onplezierig is als je de raad vertegenwoordigd in die commissie en daar eigenlijk unaniem vanaf het moment dat de betrokkene ontvangen wordt zit met het idee dat je er eigen lijk iets volstrekt overbodigs zit te doen, omdat er een aanschrijving is ge schied op volstrekt onzorgvuldige gronden. Op grond van niet na te trekken mondelinge afspraken die mogerlijkerwijze in het verleden gemaakt zijn. Op grond van ja, verdenking is een wat zwaar woord, maar op grond van geuite mogelijkheden die gaan in de richting van onder andere de B.V. waar hier over gesproken wordt. Kortom een gevoel van onvrede, waarbij het voor iedereen, nog voordat er een woord gezegd is duidelijk is dat eerst het huiswerk eens een keer fatsoenlijk gedaan moet worden. Dat het onderzoek, dat door iedereen eigenlijk als vanzelfsprekend wordt ervaren, dat dat nou juist enorm gemist wordt op zo'n moment en dat iedereen zegt van nou laten we maar weer snel uit elkaar gaan, want het enige wat moet gebeuren is die aanschrijving op schorten en zorgen dat dat onderzoek gedaan wordt van gemeentewerken of hoe dan ook en pas daarna moet worden bezien of überhaupt tot een aanschrijving moet worden overgegaan. Bovendien heeft het mij bevreemd^dat er sprake was van een aanschrijving aan betrokkene tot het treffen van voorzieningen die dan op zeer korte termijn gerealiseerd zouden moeten zijn. Ik heb begrepen dat de procedure dan in het algemeen is zo dat niet het geval is er een tweede aan schrijving plaats vindt, waarbij nog een keer een termijn gesteld wordt en dat dan daarin gesteld wordt dat als binnen die termijn de voorzieningen niet getroffen zijn van gemeentewege en daags daarna zo en zo laat ter plaatse is om te beginnen met de uitvoerende werkzaamhedenOp onze vraag aan de ambtelijk adviseur welke werkzaamheden men dan voor ogen had bleek dat men daar überhaupt ook nog geen enkel idee van had. Ja, dat geeft dan toch een beetje te denken. Het is een beetje een genante vertoning en we voelen ons allen wat opgelaten terwijl de oorzaak daarvan ver buiten onze schuld lag. Ik zou er toch op willen aandringen om een dergelijke vertoning in de toekomst ons te besparen. De heer VAN HOOF: Ik sluit me aan bij de heer Van Eijkeren. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, ik heb niet deel uitgemaakt van die commissie maar ik weet dat er een jaar geleden dat probleem geweest is. Wat mij nou op valt is dat er een klager komt en die verwijst naar een bepaald bedrijf, de B.V. waar hier sprake van is, en die suggereert dus dat daar de oorzaak ligt, Dan worden er een drietal bedrijven aangeschreven, maar ik weet uit een eigen onder zoek dat andere mensen die niet direct achter deze drie bedrijven die aange schreven zijn een woning hebben, dat die dezelfde klachten hebben. Met andere woorden waarom zijn nou deze drie bedrijven aangeschreven en niet andere be-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 204