-31- hierbij aan dat gedacht moet worden aan boeren die reeds blijk hebben gegeven geen pachtbekwaam boer te zijn, geen juist geldelijk beheer voeren en bij voorbeeld in staat van faillissement verkeren. Ben je bij dit punt zou je kunnen denken van nou de zoon die krijgt andere inkomsten voor de gebruiker zijn van belang en nadelen worden opgesomd ook in dit stuk van het college met betrekking tot de algemene aard ten aanzien van de landbouw. In de memorie van antwoord van de minister van landbouw met betrekking tot artikel 5 van de pachtwet onder c, d en e daar wordt gezegd dat toetsen van bedrijfsgrootte en neveninkomsten een bevoegdheid is van de Grondkamer bij het goedkeuren van overeenkomsten en dat deze door kleine boeren zonder ongerustheid mag worden afgewacht. Het punt van het hebben van neveninkomsten dat wordt daar toch wel wat anders bezien dan u het hier voorstelt. Al met al begrijpt u mijnheer de voorzitter, dat wij tegen dit voorstel zijn. Ik zou toch willen suggereren om ook zoals de advies-nota van algemene zaken aanduidt om de zaak in te trekken en ik dacht dat - als mijn informaties juist zijn - dan zou ik gezien de voor genomen stappen toch de familie Bastiaansen een briefje willen schrijven waarin de onjuistheid van de genomen stappen wordt betreurd. Dan heb ik nog een ander punt. Dat is op basis van de ter inzage gelegde stukken. Nou dan was het niet mogelijk om inzicht te verkrijgen in deze zaak. Vooral de over eenkomst en de brief aan de pachtkamer die heb ik daarbij wel erg moeten missen. En ook het feit dat de pachtontbinding is gevorderd zonder dat daar bijvoor beeld in de raad al eerder over gesproken is. Desnoods had het mogelijk geweest in de commissie algemene en bestuurlijke zaken van maart, want toen waren er geen agendapuntendus toen had het best gekund. Ik dank u wel. De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, op een tweetal overwegingen concludeert de ambtelijke advies-nota dat van de vordering tot ontbinding moet worden afgezien. Ik heb eigenlijk steeds gezeten met waarom doen we het dan wel, ondanks dat het ambtelijk advies zo duidelijk is om het niet te doen. Ik kan me dan voor stellen dat je dan toch besluit om het wel te doen, omdat je een andere mening hebt, maar dan zou ik daarvan graag de argumenten willen weten. Uit het verhaal van de heer Wijnen zou je de indruk kunnen krijgen dat ook door de gemeente aandrang is verleend op de zoon om de pacht voort te zetten. Ik weet niet of dat zo is, maar als dat zo is dan wordt de passage dat hij alleen de enige erf genaam is die de pacht wenst voort te zetten wordt wel erg ridicule, maar het kan ook zijn dat de heer Wijnen het zo niet bedoeld heeft. Misschien dat u nog wil ingaan of het zo is of van de zijde van de gemeente op de zoon aandrang is uitgeoefend om de pacht voort te zetten. De heer VAN DER GRAAF: Mijnheer de voorzitter, wat zou je als eenvoudig raads lid nog toe moeten voegen aan het college wat de heer Wijnen heeft gegeven. Er is een wereld voor me opengegaan en dat heeft in ieder geval voor mijn fractie de duidelijkheid gebracht althans een stuk duidelijkheid wat wij misten en waardoor we eigenlijk dus als fractie niet helemaal uit dit probleem konden komen. Ik weet zeker dat mijn fractie op dit moment van mening is dat ten onrechte dit voorstel wordt gedaan. Het zal van de voorzitter afhangen of hij in staat is ons duidelijk te maken dat de gemeente aanmerkelijke belangen, heel grote belangen heeft bij het verwerven van deze grond, bij het pachtvrijmaken van deze grond. Belangen die eigenlijk op een zodanige manier zwaarte hebben dat daarvoor het individu zou moeten wijken. Nou ik denk dat dat een hachelijke onderneming voor de voorzitter wordt en vandaar dus dat ik aanneem dat wij dit voorstel niet zullen steunen. De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, ik had in eerste instantie alleen problemen met de tegenstrijdige advisering die uit de stukken bleek. Daarbij gevoegd de morele kant van de zaak die door de heer Wijnen zo nadrukkelijk is naar voren gebracht, wacht ik toch even het antwoord van de voorzitter af voordat ik definitief mijn standpunt hierover zal bepalen. Mevrouw KNIEP-KÖHNKEMijnheer de voorzitter, mij is ook nu de heer Wijnen dit allemaal verteld heeft een heleboel duidelijk geworden en ik ben dus tegen het voorstel. De VOORZITTER schorst de vergadering.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 200