VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP DONDERDAG 17 JANUARI 1980 DES AVONDS OM 7.30 DDR. Aanwezig de leden: S.A.I. du Pont, W.L.G. Brouwers, B.A. den Braber, Chr. Van Elzakker, A.M. van der Graaf, J.E.M. de Haas, J.F.M. van Hoek, N.G. van Hoof, W.J. Kok, A.J. Kop Jansen, P.B.J. Mol, W.H.M. Rennings, Ir. C.J.M. Wijnen. Bericht van verhindering is ingekomen van de leden: Drs. J.H.P.J. van Eijkeren en J.M. Plevier. Voorzitter: Mr. P.J.J.M. Mangelmans. Secretaris: J.C.W. Brans. 1. Opening. De VOORZITTER opent de vergadering met gebed. 2. Onderzoek geloofsbrief nieuw-benoemd raadslid. Op voorstel van de VOORZITTER vormen de heren Wijnen, Rennings en Van der Graaf de commissie, belast met het onderzoek van de geloofsbrief. De VOORZITTER schorst de vergadering om de commissie de gelegenheid te geven haar taak te verrichten. Na heropening van de vergadering deelt de heer Van der Graaf namens de commissie mede dat de geloofsbrief van het nieuw benoemde raadslid Kniep- Köhnke is onderzocht en in orde bevonden. Hij stelt voor tot toelating over te gaan. Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten. De heer VAN DER GRAAE: Mijnheer de voorzitter, ik heb me er over verbaasd dat er in feite een drietal maanden overheen gaat voordat, wanneer er een plaats opengevallen is in de raad, die plaats weer effectief vervuld wordt. Een maand die verloren gaat in het schrijven van brieven aan de eerste van de lijst en daarna dus het inzenden van een van de mensen van de geloofsbrief. Daarna de tweede maand, waarin de raad die toelating heeft goedgekeurd. Dan komt daarna de betrokkene in functie maar heeft dan in feite aan het voor bereidende werk voor die raadsvergadering geen deel gehad en eigenlijk een besef dat er eigenlijk drie maanden overheen gaan. Mijn vraag is: valt dit niet te bespoedigen. Ik denk dat dat ook helemaal in overeenstemming zou zijn met de bedoelingen die de kieswet heeft dat alle mensen vertegenwoordigd worden; in dit geval dus ook de mensen die op de V.V.D. gestemd hebben en zo snel mogelijk vertegenwoordigd worden wanneer er een opengevallen plaats is. Als men de kieswet bekijkt dan blijkt dat er een mogelijkheid in zit. Bij een opengevallen plaats wordt er gezegd: dan dient het onderzoek on verwijld plaats te vinden. Dat onverwijld kan de eerstvolgende vergadering zijn maar ik kan me voorstellen dat hiervoor, het is een kwartier werk, de raad extra bijeenkomt om daarmee in feite die maand te winnen. Een tweede mogelijkheid is door dat direct nadat het goedkeuringsbesluit door de raad het betrokken raadslid geïnstalleerd wordt. Daar zit alleen een brief tussen die ondertekend moet worden, dacht ik; in onder-onse-woorden ik dacht nog dat er een beroepstermijn is. Die beroepstermijn heb ik niet teruggevonden en als de voorzitter me daar iets over zou kunnen vertellen dan zou ik dat graag horen.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 1