-30- ingediend bij de Pachtkamer toewijzingsgarantie miste. Dus geen sprake van een goedgekeurd bestemmingsplan zoals dat is voorgeschreven. Dit is een voorwaarde voor de pachtontbinding en die wil ik niet krijgen. Op het plan van wegen en waterlopen van de ruilverkaveling in Oudenbosch - Oud Gastel daar komt de zuidelijke rondweg, waar ook gewag van wordt gemaakt in het betreffende schrijven naar de pachtkamer komt daar niet eens op voor en bovendien ligt dat bedoeld perceel niet in het tracé van de weg. Daar komt ook nog bij dat de gemeente - dat is dan mijn opvatting - niet de instantie is die zich met de grondverwerving voor deze weg dient te gaan belasten. De provincie is de in stantie die verantwoordelijk zal zijn voor een dergelijke weg en ik dacht dat dat niet een aangelegenheid is waar de gemeente zo op eigen initiatief eens wat aan kan gaan doen. Zeker niet zonder dat de raad daarin gekend is. Nou dan zijn er nog andere zaken. Bovendien is het daarbij nog zo dat in het kader van de ruilverkaveling er toewijzing van gronden voor algemene doeleinden kan plaats vinden. Binnen het blok, dat zou ik er dan wel bij willen zeggen. Dus mocht men behoefte hebben aan grond voor een dergelijke weg dan kan die ook toegewezen worden, er wordt maximaal 5% van het blok wat in de ruilverkaveling ligt. Dan komt er nog bij dat mevrouw Bastiaansen duidelijk te kennen heeft gegeven dat ze het bedrijf van haar man wenst voort te zetten en nou dan doet zich toch wel het eigenaardige verschijnsel voor dat de erven Bastiaansen pachtrechten heeft voor in totaal 3,20 HA van de gemeente Oudenbosch en dat hebben ze dan al vele jaren. Het gaat om overeenkomsten die al van - de eerste is aangegaan in 1960 als ik het goed heb, dus met een burgerlijk armenbestuur -. Het gaat dus volgens de ter inzage gelegen documentatie die ik dan wel gezien heb over een perceel wat genoemd is dan C 1059 ter grootte van 26 are en 25 centiare. Die over eenkomst is al in 1962 goedgekeurd door de Pachtkamer of door de Grondkamer van Noord-Brabant. Dan is er nog een stuk wat sinds 1968 in gebruik is over genomen van de heer Willemsen in de Schaepmanstraat. Dat was ook dezelfde aan duiding C 1059 27 are en 70 centiare. Dan is er een groot aantal percelen bij- elkaar is dat 2.64.57 HA Die percelen zijn in '67 in gebruik genomen. Ook die overeenkomsten zijn goedgekeurd op 24 mei '68 en voor het hele complex wordt aan de gemeente betaald in 1978 435,Als je dan kijkt naar het perceel waarvoor de pachtontbinding wordt gevraagd maakt het deel uit van een stukje land wat ligt op de hoek van de Galgestraat en de Spoorbaan. Dat is een blokje weiland. Het is echter helemaal niet duidelijk welk stuk de gemeente nou uit de pacht wil nemen, want het nummer is voor beide delen gelijk. Ten aanzien van de grootte wordt geduid op het gedeelte langs de Galgestraat, namelijk 27,70. Het andere stuk berust op een overeenkomst waarvan de rechtsopvolger dus vanaf 1960. Dat is dat stukje 26 are en 25 centiare. Nou in die brief van de Pacht kamer wordt er een goedkeuringsdatum vermeld voor de betreffende overeenkomsten waar van ontbinding wordt gevraagd 24 mei '68. Als je dan kijkt dan blijkt dat er geen overeenkomst is die daarop betrekking heeft. Er is wel een overeenkomst die op een perceel 1059 betrekking heeft, dat is groter en dat heeft een hogere pachtwaarde. Nou de prijs en de datum van de overeenkomst. Hij zegt er wel het gedeelte langs de kwekerij van de te maken en aan de andere kant zou je kunnen zeggen van nou het kan net zo goed dat andere stuk zijn. In ieder geval is voor mij niet duidelijk wat men precies wil. Dat zou ik dan in verdergaande dossiers moeten opsporen. Een kaartje erbij gelegd voor de duidelijkheid is dat niet zo gemakkelijk op te sporen en dan vraag ik me ook af waarom slechts voor een tiende deel van de de gepachte grond waarvoor de beëindiging wordt gevraagd, want inmiddels is door de gemeente in verband met de aanleg van de watergang bij de Vaartweg en het toekomstige woonwagenkamp aldaar om een gedeelte van 60 are uit de pacht genomen waarvoor ook een vergoeding is betaald. Ik dacht dat het gebruik nog in handen was bij de familie Bastiaansen, maar - ten dele dan, voor zover het het woonwagenkamp betreft -. Dan wordt er ook nog gewezen in het stuk op het beroep van de zoon en inderdaad kan de Pachtkamer een verzoek tot in de plaats-stelling afwijzen als de voorgestelde pachter onvoldoende waarborgen biedt voor een behoorlijke bedrijfsvoering. De bedoeling daarvan is - en dat blijkt ook wel uit de pachtwetgeving - om de verpachter te beschermen tegen on bekwame opvolgende pachters. De memorie van toelichting op de pachtwet geeft

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 199