-25-
stateri ons bezwaar ongegrond verklaard hebben. Iets waarvan wij al eerder
gehoord hebben. En nu gaat het om een verplichte uitgave.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
12. Voorstel tot gedeeltelijke wijziging van de voorschriften omtrent ge
bruik van grond en opstallen behorende bij het bestemmingsplan Velletri.
De heer VAN EIJKERENMijnheer de voorzitter, ik betreur het dat de voor
gestelde wijziging niet ook omvat een uitzondering, zoals die wel is opge
nomen in de bepalingen voor het Spui, Albano en het Komplan. Een uitzondering
voor, zoals dat dan omschreven staat, tot het wonen in ruime zin te rekenen
activiteiten, waarbij we met name denken aan de uitoefening van een aan
huis gebonden beroep. Ik dacht dat dat een prima gelegenheid zou zijn om
ook voor Velletri deze duidelijkheid in te brengen.
De heer RENNINGS: Ja, ik heb uit ter inzage liggende stukken begrepen dat
goedkeuring is onthouden ten aanzien van de vrijstellingsbevoegdheid voor
het bouwen van abri's, telefoonkasten en andere kleine gebouwen en als die
veronderstelling juist is dan denk ik dat we een heleboel zaken die we juist
in het verleden op grond van dat artikel nodig achtten om daar goedkeuring
voor te verlenen, dat dat uit den boze is. Dat dat niet meer kan en dat zou
ik dan ook in hoge mate betreuren, want het betekent dat de meest kleine
kastjes en tuinhuisjes en wat dan ook, dat die niet meer mogelijk zijn. En
we hebben daar in het verleden wel eens een keer een zaak van gehad. Die was
buiten proporties gegroeid. Die voldeed niet aan die afmetingen zoals dat
in dat artikel is genoemd. Maar als het een maximale hoogte van 2,50 meter is
Ik had duidelijk begrepen dat deze raad voorstander was om die mogelijkheden
te handhaven en zoals het besluit er nu ligt is die goedkeuring onthouden.
De VOORZITTER: Met betrekking tot de opmerking van de heer Van Eijkeren. Ik denk
dat die heel terecht is maar ik wil dan een beetje begrip vragen voor deze
situatie. Er zit namelijk een stuk geschiedenis aan. Dit plan is eerst naar
een stedebouwkundige gegaan en is op een goed moment teruggenomen en toen is
er voortgebouwd op wat er al gedaan was. Toen hebben we het dus als eerste
zelf gedaan en dat heeft zijn tijd gekost. We hebben daarna niet meer ver
werkt de suggestie die we toen bij Albano hebben meegenomen, maar ik denk
dat het goed is om - er komt zeker weer een gelegenheid - om dan toch in ieder
geval wel mee te nemen en in zijn algemeenheid erop te letten dat we dat bij
alle bestemmingsplannen doen, want die afpsraak is er in feite dat we dat
zouden doen. Ik vind het jammer inderdaad dat het er nou niet inzit. Met
betrekking tot de opmerking van de heer Rennings. Ik kan nu niet overzien of
het zo is dat er dus geen mogen komen. Ik denk dat je het tegenovergestelde
moet aannemen uit het feit dat ze er wel zijn. Maar hier staat vrijstelling
te verlenen van de in artikel 2 omschreven bestemmingen. Wellicht is het
zo dat de andere bestemmingen in een ander artikel staan, artikel 1 of zo.
Ik neem aan dat er in ieder geval in het bestemmingsplan een mogelijkheid
is om deze zaken wel te realiseren. Dus ik wil u graag aanbieden om eens te
bekijken of er een voorziening voor is. We doen nu het voorstel om de ruimte
die er destijds in het voorstel zat in de vorm van artikel 3, lid c, om
die te benutten om nu de vrijstelling zoals was voorgesteld in te voegen.
De heer VAN EIJKEREN: Ja, voorzitter, ik dacht dat zich toch niets er tegen
verzette om nu deze wijziging zoals ik die heb voorgesteld alsnog vast te
stellen.Het betekent toch alleen maar dat vanaf nu over een maand de zaak ter
inzage moet liggen en de volgende maand kan worden vastgesteld. Dan is het
onmiddellijk aangepast.
De VOORZITTER: Ja, dat klopt, maar het probleem is dan moet je de tekst hebben.
En mijnheer Van der Graaf kent de nota van de P.P.D. waarin het inzicht van
het provinciaal bestuur en de planologische commissie liggen over wanneer
het wel mag en wanneer het niet mag. Dat kun je niet zomaar in een zin mee
nemen hoor.