-2b-
De VOORZITTER: Dan constateer ik dat de samenstelling zal zijn zoals is
voorgesteld met dien verstande dat twee leden uit uw midden zullen worden
aangewezen en dat gebeurt dan zodra we ook van de zijde van de anderen op
onze uitnodiging een reactie ontvangen.
Rekening houdend met de stemmingen wordt aldus besloten.
9. Voorstel tot 6e wijziging van de Algemene Politieverordening.
De heer KOK: Mijnheer de voorzitter, een enkele opmerking. Is het mogelijk om
dit preadvies aan te houden wat betreft deze verkeerssituatie voor de
nieuwe verkeerscommissie, die aan de orde zal komen?
De heer DU PONT: Alles is mogelijk natuurlijk, maar ik zou dit niet willen
bepleiten, omdat het voorstel wat wij u voorleggen hebben wij u gebracht
omdat er nogal de laatste tijd problemen zijn gerezen ten aanzien van dit
probleem. Een vervelende zaak is als de politie verbaliserend moet optreden
tegen mensen die eigenlijk niet goed geïnformeerd zijn over de situatie
daar ter plaatse en dat geldt met name voor mensen die dus niet in Oudenbosch
woonachtig zijn. Vandaar dat wij gemeend hebben u dit constaterende dit
voorstel u nu te moeten doen om dat euvel wat zich nogal aans een keer voor
doet de laatste tijd uit de wereld te helpen en dat de mensen dus een goede
aanwijzing hebben dat er op een bepaalde tijd in een bepaalde straat niet
geparkeerd mag worden. Zoals het nu was steunde het dus op een bepaling
uit de algemene politieverordening en men kan dus zeggen men dient dus
die voorschriften allemaal te kennen. Wij zijn toch wel van mening dat een
duidelijke aanwijzing in deze, zoals wij u die voorstellen eigenlijk geen
uitstel meer kan leiden op dit moment.
De heer KOK: Ik was van mening dat deze situatie ging om de bewoners zelf
waar de wagen ook voor de deur staat; voor hun woning. Die mening was ik
toegedaan.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
11. Voorstel tot 192e wijziging van de gemeentebegroting 1979 in verband
met 7e tot en met 13e wijziging van de begroting van het Woonwagenschap
Westelijk Noord-Brabant.
De heer RENNINGS: Ja, voorzitter, bij de ter inzage liggende stukken, daar
ligt een toelichting van het algemeen bestuur van het woonwagenschap op het
bezwaar wat de gemeenteraad van Fijnaart en het college van burgemeester en
wethouders van Oudenbosch hebben gemaakt met betrekking tot post 13- Ja,
in die motivering van het algemeen bestuur worden geen cijfers genoemd. Met
andere woorden je kunt in feite ook niet beoordelen. Er wordt gezegd het
gaat om A-0.000, maar ik heb in de stukken gezocht wat is nou onderhoud
en wat slaat op die kasten. Dus ik ben er eigenlijk mee blijven zitten en nu
verder. Moet ik het nu zo interpreteren dat nu die beide: gemeenten de een
door het college van B. en W. de ander door de raad bezwaar heeft aangetekend
dat die bezwaren nu naar het college van gedeputeerde staten gaan en dat dat
college moet beoordelen of en zo ja welk bedrag de kosten voor rekening
van de nuts-maatschappijen komen of moet ik het interpreteren dat de toe
lichting voldoende was Dat is erg onduidelijk.
De VOORZITTER: Ik heb me met u verwonderd, mijnheer Rennings, over wat er
gebeurde. Men heeft de benadering van de post omgedraaid en presenteert het
naar gedeputeerde staten. Men is dus het, het dagelijks bestuur van het
Woonwagenschap Westelijk Noord-Brabant, naar gedeputeerde staten als zouden
de kosten die in die 13e begrotingswijziging zaten thans gemoeid zijn met uit
sluitend de huisaansluitingen en zouden alle andere kosten nu gedragen
worden door het openbaar nutsbedrijf van Bergen op Zoom. In dat geval ver
vallen ook de bezwaren die er in deze raad geuit zijn, want die gingen juist
tegen het instandhouden van het leidingennet dat we dat niet moesten betalen
als woonwagenschap. Dat is waarschijnlijk de reden geweest waarom gedeputeerde