-21-
het is toch - laat ik het eerlijk zeggen - de wensen die hier naar voren
gebracht worden. Ik had er al vrede mee met deze gang van zaken zo het
hier nou staat en dat er dan gezocht wordt naar de opmerkingen die gemaakt
zijn met betrekking heeft het dus ook bepaalde bindingen, met bepaalde
groepen van mensen. Zo heb ik het tenminste begrepen. Dus ik zou deze grondslag
zo ongeveer zou mijn goedkeuring toch wel kunnen wegdragen.
De VOORZITTER: Ik hoor van de secretaris, mijnheer Van der Graaf, dat het in
de bedoeling ligt in de raadsvergadering van 10 juli die algemene verorde
ning, waarin al die commissies zijn meegenomen, in deze vergadering te
brengen. Voor de vakantie.
De heer VAN DER GRAAF: Komt die voor die tijd in Maar dat is misschien niet
nodig.
De VOORZITTER: Het is een kwestie van in elkaar schuiven.
De heer DU PONT: De heer Van der Graaf is in tweede instantie toch
teruggekomen weer op de samenstelling van de commissie. Als ik het goed begre
pen heb heeft hij daar ook de opmerking gemaakt dat de direkteur gemeentewerken
of zijn waarnemer in de commissie zou zitten. Adviseur hé Nee, dan be
grijpen we elkaar. Dan maakt hij een opmerking waarin hij dus zegt de
technische deskundigen die zullen toch overheersen in de commissie. Ik dacht
juist dat het een goede zaak was dat tegenover de technische mensen, want
ik dacht dat het juist een probleem was in de commissie zoals hij nu is
samengesteld dat er een paar technische mensen waren die dus de zaak alleen
vaak van de technische kant bekeken dat juist daartegenover goed was als er
vertegenwoordigers uit diverse groeperingen zoals wij ze dus opgesomd hebben,
dat die in die commissie waren om tevens met name andere aspecten aan te dragen
dan alleen technische. Het was vaak een probleem dat je dus een aantal zaken
met name die argumentatie die vaak uit de bevolking naar voren kwam dat die
niet doorklonk in de advisering van de commissie. Vandaar dat - en dan kunt u
zeggen het is een grote commissie - het toch dachten we zinvol was om met
name die commissie zo breed samengesteld te hebben dat die zaken die in het
verleden niet in de advisering meegenomen werden dat die ook meegenomen konden
worden. Vandaar dat ik toch wil pleiten om de commissie zoals wij die voorge
steld hebben om de samenstelling daarvan zo te handhaven. Wij hebben geen
probleem met de commissie uit te breiden met twee raadsleden, maar daar hoor
ik straks het oordeel van de raad wel over. Een aantal hebben zich daarover
uitgesproken. Ik moet u zeggen dat wij, als B. en W. daar geen probleem mee
hebben als dat dus twee leden uit de gemeenteraad zouden zijn. Ik dacht dat
de heer Wijnen in grote lijnen akkoord kon gaan met het plan of met de verorde
ning zoals wij die aan u hebben voorgelegd. Ik heb van hem niet gehoord dat
er punten in waren waar hij het niet met ons eens was. Datzelfde geldt dacht
ik voor de heer Rennings, die nog wel ingegaan is op de onderwijskundige kant
van de zaak. Ik dacht in dit verband toch te moeten wijzen op de taakom
schrijving zoals die dus in de verordening was gesteld. De heer Van Hoof
pleit voor een andere samenstelling van de commissie. Hij zegt waarom een
vertegenwoordiger van het K.N.O.V.ik zie dat niet zitten. Dat wordt alleen
maar op zijn zakelijke merites beoordeeld. Dat is misschien wat sterk uitge
drukt. Ik dacht dat met name een vertegenwoordiger van het K.N.O.V. binnen de
commissie belangrijk kan zijn omdat veel maatregelen op het gebied van verkeer
getroffen worden, met name het K.N.O.V. kan raken. En dan dacht ik dat het ook
goed was ook van die kant de visie op een aantal verkeersproblematieken te hebben.
Dat geldt dus in feite - want hij zegt dus ook de invalidenbond en de bejaarden-
bond, dat vindt hij niet noodzakelijk dat die in de commissie vertegenwoordigd
zijn, wel de wijkverenigingen -. Ik dacht juist ook dat met name de bond
van bejaarden die binnen het verkeersbeeld toch een aparte groepering vormen,
evenals de schooljeugd, dat met name die - en dat geldt misschien in mindere
mate voor de invaliden - toch een belangrijke inbreng in deze commissie kunnen
hebben. De ervaring - en dat heb ik in eerste instantie al gezegd - die wij
met de werkgroep gehad hebben, dat het juist die groep moet zijn die het meest
de meeste keren aanklopte bij de werkgroep die toen functioneerde.