-17- winst - want dit stuk is nog niet zo erg oud; 12 mei - om het dan in deze agenda te kunnen meenemen. Vandaar dat dit gebeurd is. Ik ben in ieder geval toch blij dat het kennelijk bespreekbaar is, De heer DU PONT: Ja, voorzitter, als ik dan even in mag gaan op de opmerkingen in eerste instantie door de heer Van der Graaf gemaakt. Wij hebben als werk groep verkeer enige jaren gefunctioneerd, dat was een beperkte werkgroep bestaande uit de direkteur gemeentewerken, iemand van de politieonder getekende en de chef algemene zaken. Er zijn dus een aantal zaken in die werk groep aan de orde geweest ter advisering van het college ten aanzien van het verkeer. Ik dacht dat juist binnen die werkgroep de problematieken die daar aan de orde geweest zijn, dat daar duidelijk iedere keer de behoefte was om - en wij hebben dat ook bij de begrotingsbehandeling gezegd - om een commissie samen te stellen van een bredere samenstelling omdat de problemen die dus in die commissie aan de orde kwamen dat dat toch vaak gemist werd bij de advisering ook de mensen die er meer bij betrokken waren. Ik geloof dat ik wat dat betreft aan kan sluiten bij wat de heer Rennings dus gezegd heeft. Met name de mensen die wij u dus voorstellen om in deze commissie te kunnen benoemen. Dat met name dat de groepen zijn die wij dus graag bij die advisering zouden willen betrekken. Dat is dacht ik ook altijd gebleken in het werk in de werkgroep dat met name het inzicht van die mensen node gemist werd. Vaak komen daar problemen aan de orde van de schooljeugd met name. Wij hebben dus ook in die commissie mensen daar als we die vergadering hadden en die problemen hadden uitgenodigd, maar ik geloof dat het toch veel beter was als we dus regelmatig bij die proble matiek betrokken zijn, want het is dacht ik niet alleen in hun specifieke problematiek waarin men ze dus nodig heeft, maar ook het werken binnen die commissie dat ze dus ook zicht krijgen op de totale problematiek want het is vaak dus gebleken dat alleen al door toelichting te geven op bepaalde situaties dat ze toch een ander oordeel gingen vormen over bepaalde oplossingen, ad viezen die door de commissie dus gegeven waren. Vandaar dat ik toch zou willen bepleiten om vast te houden aan het voorstel zoals wij het dus gebracht hebben. Ten aanzien van de samenstelling dan. Nou heb ik de opmerking die de heer Van der Graaf had over artikel 3 waar hij dus zegt dit is anders geredigeerd. Als ik hem goed begrepen heb als in andere verordeningen. Dat was uw opmerking toch ten aanzien van De heer VAN DER GRAAF: Primair heb ik gezegd ik mis iets. De VOORZITTER: Zal ik het antwoord daarop overnemen? De heer Van der Graaf heeft bezwaar gemaakt tegen het feit dat er geen termijn is verbonden aan de uitnodiging van door de voorzitter van de leden van de commissie. Ik denk dat - maar ik heb dat niet geverifieerd - maar hier is aansluiting gezocht bij de andere redacties dat het dan in alle redacties ontbreekt. Het is misschien wel een goede zaak om dat bij de samenvoeging waar we mee bezig zijn van al die verordeningen dan mee te nemen als een suggestie. We kunnen het hier opnemen, maar dan hebben we alleen een afwijking denk ik ten opzichte van de anderen. Ik denk dat datzelfde geldt met betrekking tot artikel 3, lid k, dat dus daar ook wel de aansluiting met de anderen is maar er is zeker wat te zeggen voor het feit dat je toch een sanctie stelt op het bij herhaling die helft niet kunnen halen, want dan zou je nooit aan besluiten kunnen komen. Het kan nu meegenomen worden. Misschien dat de heer Van der Graaf er vrede mee heeft als we dat meenemen in dat proces van die inpassing van alle verorde ningen bij elkaar. De heer DU PONT: De opmerking die hij had bij artikel 7 daar heeft hij dacht ik gelijk in dat Vvoor" "door". Dan kom ik bij de heer Kok, die zegt van ik had liever gezien dat de oudercommissies daarin vertegenwoordigd zijn. Die opmerking is ook door de heer Van der Graaf gemaakt. Ik dacht dat de re dactie zoals die dus hier stond dat dat niet uitsluit dat er iemand van de oudercommissie afgevaardigd wordt. Ik dacht dat er straks een verzoek aan de onderwijsinstanties uit zou gaan om een vertegenwoordiger aan te wijzen. Nou dat kan een leerkracht zijn, dat kan een bestuurslid zijn, dat kan dacht ik ook iemand uit de oudercommissie zijn. Ik dacht dat die mogelijkheden dat die open-

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 186