-15- De VOORZITTER: Mag ik heel even onderbreken, want ik denk dat u nu 9 aan het behandelen bent. Tien is het voorstel tot het instellen van een verkeerscommissie. De heer KOK: Ja, sorry. De vraag, mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van 10 dan De VOORZITTER: Nee, nee even wachten we moeten eerst het besluit op 9 nemen. Dus aan de orde is agendapunt 9 Nee, agendapunt 10, zijnde het voor stel tot het instellen van een verkeerscommissie en het vaststellen van een verordening regelende de samenstelling, taak en werkwijze van de verkeers commissie. De heer KOK: Een opmerking mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van het onderwijs. De vraag is om hier oudercommissies te laten plaatsnemen in deze verkeerscommissie. De heer VAN DER GRAAF: Mijnheer de voorzitter, ik vraag me wel eens af hoe het kan gebeuren dat de commissie algemene en bestuurlijke zaken een brief krijgt dat er geen agendapunten zijn en dat je dan een luttele anderhalve maand later een verordening onder je neus gestopt krijgt waar diezelfde commissie misschien veel nuttiger eerst voorbereidend over had kunnen spreken dan nu waar het gaat om de onmiddellijke vaststelling. Ik stoor me daar erg aan. Ik vind dat de commissie algemene en bestuurlijke zaken juist dit soort redelijk ingewikkelde zaken dient voor te bespreken om in feite te maken dat wij in de raadsverga dering niet zitten met een toch redelijk onhandelbare materie. Nu tot het onderwerp zelf komende. Waarom hebben we die commissie nodig. Wat een retorische vraag, dat zal het ook wel zijn. Iedereen weet dat de bedoeling is om het college van burgemeester en wethouders deugdelijk te adviseren omtrent ver- keersvraagstukken. En dat dan gezegd hebbende wrijf ik mijn ogen uit als ik zie: wat voor samenstelling dan wordt beoogd. Dan vraag ik me echt af wat al deze lieden in een dergelijke commissie zouden moeten doen. Je moet aan nemen dat daarin dan mensen komen die vanuit een bepaald belang gaan inspreken maar dat wil niet zeggen vanuit enige deskundigheid. Dat wordt daarmee bepaald niet beoogd, anders zou je ook een andere keuze maken. En wat zijn die belangen dan. Die belangen zijn dan deelbelangen, vooral ten aanzien van sommigen. Ik denk dat bijvoorbeeld de vertegenwoordiging van de jeugd in dit geval iets anders ligt, maar voor het overige zijn het voornamelijk deelbelangen, waarvan je net zo goed kunt zeggen als er onderwerpen aan de orde zijn waarbij dit relevant is dan nodig je als commissie - en dat mag - deskundigen vanuit be paalde instellingen uit. Als ik ze dan zo volg in de volgorde waarin dat hier staat vermeld, dan zeg ik de gemeenteraad heeft toch wel denk ik een duidelijke stem nodig in dit geheel. De gemeenteraad staat nou eenmaal aan het hoofd van de gemeente en dat valt niet weg te poetsen. Dan vindt ik een lid van de ge meenteraad wat mager. Dan denk ik dat dat er minimaal 2 zouden moeten zijn. Ook al om te voorkomen dat de advisering van dat ene lid wat eenzijdig is en dat krijg je onherroepelijk natuurlijk. De vertegenwoordiger onder b van de rijkspolitie, nou dat ligt dik voor de hand, daar is geen enkel probleem mee. Het lid als vertegenwoordiger van de afdeling Oudenbosch van het K.N.O.V. dat is voor mijn fractie een twijfelgeval. Dan krijgen we de twee onderwijsvertegen- woordigers, waarvan ik de heer Kok volg met de'gedachte dat dat in ieder geval iemand namens de ouders zou moeten zijn. Dus geen onderwijskracht, maar iemand bijvoorbeeld die uit de oudercommissies voortkomt. Maar ik vraag me dan toch wel weer af wat zo iemand, niet-deskundig zijnde, er in zou moeten doen. En hetzelfde geldt voor f en g van de vertegenwoordiger van de Bond van Be jaarden en Gepensioneerden en de vertegenwoordiger van de Algemene Nederlandse Invalidenbond. Ik vind dit een samenstelling waarvan ik zeg nou dat wordt een gezellig praatcollege waarin iedereen zijn hobby's gaat berijden. De invalide heeft eigenlijk maar een belang en dat is zorgen dat de trottoirs overal niet zo hoog zijn en dat er overal trottoirs zijn en daarmee is het dan bekeken. Maar voor het grote vraagstuk hoe gaan we om met het verkeer in Oudenbosch heeft zo iemand geen enkele belangstelling en geen deskundigheid. Met andere woorden ik en mijn fractie wij kunnen niet akkoord gaan met een dergelijke samenstelling van die commissie. Ons staat voor ogen een commissie bestaande uit vijf leden, 2 raadsleden, 1 lid van het korps rijkspolitie, 1 lid van de afdeling Oudenbosch

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 184