-13-
De heer VAN HOEK: Mijnheer de voorzitter, ik wil ook de motie ondersteunen.
We moeten proberen de pedagogische akademie voor Oudenbosch te behouden.
De VOORZITTER: Nou ik constateer dat het niet eenstemmiger kan. Met betrekking
tot de opmerking van de heer Wijnen mag ik hem verwijzen naar hetgeen de
commissie onderwijs van het streekgewest gisteren gevraagd heeft. Dat was
namelijk om te komen tot een behoefte-planning van het voortgezet onderwijs
binnen het streekgewest. Daar schrok met name de Roosendaalse afgevaardigde
van, zoals u zult begrijpen, maar ik heb toch de suggestie van de commissie
meegekregen naar het dagelijks bestuur omdat in het wijzigingsvoorstel voor
het programma van het streekgewest *81 mee te nemen. Dus dat sluit aardig
aan op de vraag van de heer Wijnen.
Dan mag u er op rekenen dat wij op korte termijn de gevraagde actie zullen
ondernemen.
8. Beslissing op verzoek om voorziening tegen besluit van burgemeester en
wethouders d.d. 29 januari 1980 tot weigering van een bouwvergunning voor
het vergroten van een berging bij de woning Thorbeckestraat 35»
De heer VAN HOOF: Ja, mijnheer de voorzitter, het is een geval wat aan de
orde is geweest in de daartoe tot stand gekomen commissie. Ik vind het
jammer dat deze zaak op dit moment voor ons ligt mijnheer de voorzitter.
Het had ook duidelijk anders gekund. Ik vind het om het te gebruiken toch
een bepaalde mate van onzorgvuldigheid van bestuur. Enkele maanden daarvoor
voor dat deze bouwaanvrage of bouwvergunning was gevraagd was aan betrokkene
een bouwvergunning verleend waar niet gerept werd over artikel ^9 van de
bouwverordening. Een verordening waarin bepaald werd dat er niet gebouwd
mocht worden binnen 6 meter van de perceelgrens of 5 meter. Nou, betrokkene
heeft een eerdere vergunning wel gekregen zonder dat er met dit artikel ge
rekend was. Hij vraagt een tweede vergunning aan en nu zou dit zelfde
artikel de grond zijn om de vergunning niet te verlenen. In vind dat vreemd
mijnheer de voorzitter en ik kan me voorstellen dat ook de aanvrager dit een
vreemde situatie vindt. Daarbij nog signalerend dat in eerste instantie door
bouw- en woningtoezicht geadviseerd wordt de vergunning wel te verlenen, zij
het dan met een kleine aanpassing van de schuinte van het dak en dan komt
de formele toepassing van de bestemmingsbepalingen en dan kan het niet.
Mijnheer de voorzitter, ik vind dit erg formeel, maar het is formeel nog on
juist ook, want de bepaling is ten onrechte toegepast. Betrokkene zal,
mijnheer de voorzitter, weliswaar zijn vergunning toch wel krijgen. Er is
doorgegeven dat wanneer hij een ander plan indient hij de vergunning zal
krijgen weliswaar, maar ik kan me toch voorstellen dat het inderdaad bij
betrokkene onnodig ergernis opwekt. Ik zou toch willen vragen om bij andere
voorkomende gevallen een meer zorgvuldige afhandeling te verkrijgen.
De heer VAN DER GRAAF: Er is, mijnheer de voorzitter, voor het betreffende
gebied een voorbereidingsbesluit lopende. Ten aanzien dus van dat voorberei-
dingsbesluit mag worden verwacht dat er twee dingen gebeuren. Eén een aan
tal aanpassingen van het bestemmingsplan waarmee bestaande bouw wordt ge
legaliseerd die afwijkend is van het bestemmingsplan. En anderzijds om wat
belemmeringen weg te nemen die eigenlijk niet meer zo passen op dit moment.
Voor wat betreft dus het legaliseren van de bestaande bouw. Iedereen die
de moeite neemt om daar eens even achter-langs te lopen bij de Thorbeckestraat
die ziet dat er een hele rij garages staat met platte of nagenoeg platte
daken. In geen geval dus daken die in overeenstemming zijn met de achter
liggende panden en met de schuren zélfs er van door de oorspronkelijke bouwer
neergezet zijn. Al deze bouwseltjes die zullen ofwel moeten worden afge
broken ofwel moeten worden gelegaliseerd via die wijzigingen van het bestem
mingsplan. Wat krijgen we dan Wanneer deze reclamant via een wijziging
van zijn aanvraag met een schuin dak, dan wijkt die man volkomen af van de
rest en dat is ook weer geen gezicht, want dan heeft hij namelijk het enige