-4-1- Dat het kernrandgebied zo beperkt mogelijk gehouden moet worden en dat dat het uitgangspunt is - dat ben ik met u eens. Ik denk dat als u de Groene Nota leest van de provincie over kernrandgebieden dat u daar leest dat kernrand gebieden buffergebieden zijn van zo'n 200 a 300 meter breed rondom de bebouwde kom. Nou en daar zijn wij nog lang niet aan toe. Dat is het kernrandgebied en we zijn zelfs aan die 200 a 300 meter daar ter plekke nog niet toe. Dus dat beperkt houden in die zin dat is - althans vanuit de provincie - geen wens of eis. In de zin van mijn opmerkingen over het tweede advies van de adviescommissie agrarische bouwaanvragen heeft u gezegd: Ja, vanuit de adviezen die wij gekregen hebben zijn we ervan uitgegaan dat een dienstverlenend bedrijf niet in het buitengebied thuishoort. Nou mijnheer de voorzitter, als ik nou voorlees dat daar staat: "De commissie is van oordeel dat een dergelijk bedrijf gezien haar karakter thuishoort in het Buitengebied." Heeft u dan nog andere adviezen gekregen. Want die worden niet genoemd. Die worden nergens genoemd. En die agrarische adviescommissie die zegt hier overduidelijk dat zij dat bezwaar niet delen. Daarom begrijp ik de motivatie niet. Ik moet u eerlijk zeggen ik begrijp er helemaal geen donder meer van De heer RENNINGS: Heel kort voorzitter. Ja, de geest van de nota wordt wel als erg enthousiast voor paarden betiteld en dan mag je als je dat hele verhaal zo eens doorleest, mag je wel stellen de eerlijkheid gebied om te zeggen dat ten aanzien van de ruimtelijke aspecten de nota de nodige voorbehouden maakt. En ik vind dat het hele verhaal over enthousiasme eigenlijk geen enkele grond slag vind ten aanzien van de ruimtelijke aspecten, want daar wordt gezegd dat er nieuwe studies gedaan worden, dat er het nodige voorbehoud moet worden ge maakt om te vestigen. Ik heb toch behoefte om die opmerking in deze te maken. Dat neemt niet weg dat uw argumenten om te zeggen van wij zijn toch tegen het uitbreiden van het kernrandgebied dat die ons toch niet hebben kunnen over tuigen. Het postzegelplan, waarom zijn wij daar tegen Omdat - en daarmee ben ik begonnen met te zeggen - het buitengebied heeft tot doel om de bebouwing in het buitengebied te beperken tot de bebouwing voor de agrarische bedrijven en de bij de bedrijven behorende woningen. Met andere woorden je moet de bebouwing in het buitengebied tot het uiterste beperken. En als dus - om maar eens een voorbeeld te noemen - er geen enkele mogelijkheid zou zijn om aan te sluiten bij een kernrandgebied dan zijn wij van mening dan zou onder geen enkele voorwaarde medewerking moéten worden verleend om de vestiging van dit bedrijf in het buitengebied te honoreren, want dan krijg je inderdaad verkeer en bebouwingen op plaatsen waar je dat niet gewenst hebt. Maar nu zo duidelijk een mogelijkheid zich voordoet om vlak bij het kernrandgebied op het moment dat we dat kernrandgebied vaststelden was er die bedrijfsruimte, weliswaar" een loods maar het was een bedrijfsruimte, om daar dit bedrijf te stichten voorzitter, op grond van die voorwaarde zouden wij en dan moet het wellicht wel een voorbereidingsbesluit als een postzegelplan zijn voor het betreffende uitgebreide kernrandgebied, maar wij zouden toch die mogelijkheid voor vestiging aldaar willen honoreren. De heer WIJNEN: Mijnheer de voorzitter, misschien dat voor de duidelijkheid gesteld moet worden dat het kernrandgebied een deel is van het buiten gebied. Dus als gezegd wordt dat bedrijf hoort in het buitengebied dan wil daarmee gezegd worden dat het niet in de bebouwde kom thuishoort. Een deel daarvan dus in het buitengebied maar dat in het kernrandgebied een bestaand gebouw op zijn plaats is gezien de omschrijvingen die daar door de Groene Nota ook bij zijn genoemd. Ten aanzien van andere type bedrijven. Dan geloof ik dat het betrekking heeft op het reguleren van nieuwvestigingen en dat je dus zegt van aan nieuwvestigingen daar stellen we eisen aan en dat betreft zowel nieuw vestigingen in het kernrandgebied als in de rest van het buitengebied, want dat is ten aanzien van het kernrandgebied beperkter, want daar worden dus milieu-eisen gesteld ten aanzien van de vestiging, dus daarom is dat onderscheid in kernrandgebied en dat overige deel van het buitengebied van belang. ~Als je

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 156