-ho over dit soort bedrijven inderdaad helemaal niks in de nota voorkomt. Dat er een geest uit naar voren komt die toch wel pleit voor een oplossing voor deze bedrijven. Dat is best mogelijk, maar het geeft in ieder geval in de nota de oplossing niet aan dat ze dus in die buitengebieden moeten zijn. De heer Van Hoof zegt dat het een moeilijke beslissing voor hem is omdat hij in de commissie gezeten heeft, maar dat hij na alle zakelijke afwegingen toch tot de conclusie gekomen is dat en dan mede op grond van het feit van de situering van het betreffend bedrijf het bezwaarschrift ongegrond verklaard moet worden. Mevrouw Kniep, nou daar heb ik in feite al in antwoord op de heer Van der Graaf gereageerd op het feit dat het bedrijf dus in Oudenbosch ge vestigd was. Zij zegt dat ze bereid is om mee te werken aan de mogelijkheden om het bedrijf ter plaatse te vestigen, alleen als er een aantal garanties zijn. De garantie ten aanzien van de grootte van de woning die zou in een bestemmingsplan in te passen zijn, dacht ik. Ten aanzien van de andere eis dat het alleen maar verkocht kon worden door een soortgelijk bedrijf zou mogelijk via de gebruiksbepalingen misschien geregeld kunnen worden. Nou de heer Van Hoek die sluit zich aan bij de heren Wijnen en Van Hoof. Ik dacht in eerste instantie alle vragen beantwoord te hebben. Mocht dat niet zo zijn dan hoor ik dat nog wel. De heer VAN DER GRAAF: Mijnheer de voorzitter, om met de nota te beginnen, dat is nou precies wat ik verteld heb, waarvan u dan gelukkig zegt van nou dat zou best mogelijk kunnen zijn. De geest van de nota die is zodanig dat in feite aan de gemeente en provincie wordt gezegd van er moeten nog veel op lossingen gevonden worden voor veel problemen in heel die paardensfeer. En dat is nou met name wat de vertegenwoordiger van het ministerie van landbouw in de Arob-hoorcommissie heeft verteld. Die heeft - ja, sorry dat ik zo uit de school klap, maar er zit een clubgenoot van me in, dus die heeft me dat verteld; ik ben er niet bij geweest - met name geen enkel citaat genoemd uit die nota. Nee, die keek wel uit, want er waren geen citaten te noemen. Maar die heeft het gehad over die geest van die nota. Die heeft duidelijk gemaakt dat het ministerie van landbouw op dit moment meent dat er ruimte gevonden moet worden voor ontwikkelingen op dit terrein en dat dan in die nota waar wel vrij veel in overhoop gehaald wordt onder meer bevoorbeeld veterinaire zaken, dat daar hou precies de hoefsmederij precies- niet bij genoemd wordt, nou daar kan ik u wel een oplossing voor geven, waarom dat niet gebeurd is. Dat komt omdat er geen een is. Ja, wel een hoefsmederij maar die hoort er ook niet. Maar de poging die hier gedaan wordt om in samenwerking met de vee- artsenijkundige faculteit in Utrecht - dure woorden allemaal - om in samen werking daarmee te pogen hier een dergelijk bedrijf te vestigen waar niet alleen een paard beslagen wordt maar waar ook die been- en hoefgebreken behandeld kunnen worden, waarvoor nu de paarden vervoerd moeten worden naar Utrecht. Nou dat kon niet in de nota, want je kunt moeilijk iets in die nota schrijven wat in ontwikkeling is en wat in feite dan op die manier niet bekend is. Wat blijkt er dan Dat de voorzitter zegt van nou, ik kan het wel met u eens zijn dat de geest van de nota waarschijnlijk zodanig is. U zegt die vestiging in Oudenbosch is een feit. Nou dan blijft er al niet zo gek veel meer over van de weerstanden die in feite opgevoerd worden. Ik vraag me in gemoede af mijnheer de voorzitter, waarom Er wordt gesproken over precedentwerking. Nou daar hebben we ook al heel wat over gezegd. Maar iets herhalen is wat mij betreft niet onwelgevallig en u wellicht tot nut zoals - wie was dat ook al weer - de een of andere heilige zei. De precedentwerking kun je voorkomen. De kans dat er hier in Oudenbosch nog een dergelijk centrum gevestigd zou worden die is praktisch gesproken te verwaarlozen, want de volgende die gaat in Limburg zitten of in Drente en dat duurt dan misschien nog 10 jaar. Nou dan kun je toch de bepalingen exclusief afstemmen op deze werkzaamheden. Nou dan is er geen precedentwerking. Dat vind ik zo'n vreemde zaak. Wij hebben geen problemen met een postzegelplan. Wij vinden dat iedere mogelijkheid om te komen tot een oplossing dat die goed is. Dat postzegelplan dat mag best.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 155