-38- tonele te voeren. Die hele geest die wijst namelijk in de richting van a. het zal beleid van gemeente en provincie moeten worden. Inspelend beleid op die nieuwe ontwikkelingen met die paardenhouderij en dat paardengebruik paardensport. Niet dus van het rijk, maar van de gemeente en de provincie, dat wordt met name genoemd in de nota. En tweedens we zullen erop in moeten spelen. We zullen ruimte moeten bieden dat dat mogelijk is. Nou en dat vind je dan weer niet terug in het preadvies. Want dat wordt niet terug gevonden. De nota - ik zou haast zeggen - druipt van de liefde voor de paardensport. Van mensen, gemeenten, doe er nou eens wat aan,zorg eens dat het kan. Dat vind ik niet terug. De heer VAN HOOF: Ja, mijnheer de voorzitter, ik zou er heel kort over willen zijn. Het is nu de derde of vierde keer dat wij deze zaak hier in de raad behandelen. Ik heb het genoegen gehad zitting te hebben in de commissie Arob waar deze zaak ook nog een keer aan de orde is geweest. Waar we de mensen aanhoord hebben. Dat heeft bij mij de beslissing, die dan uiteindelijk door mij hier genomen moet worden, uiteraard niet makkelijker gemaakt. Ik ben toch wel, vooral op het emotionele vlak geïmponeerd geworden door de mensen en hun mo tieven die hun drijven om deze akkommodatie van de grond te krijgen. Dat zijn aan de ene kant emotionele overwegingen mijnheer de voorzitter. Aan de andere kant moet ik ook een zakelijke afweging maken bij mijn besluitvorming en ja, dan kom ik toch tot de conclusie dat het gezien de planologische omstandigheden de precedentwerking waarop de heer Wijnen al gewezen heeft én - dat is dan wellicht toch een argument wat bij mij de doorslag heeft gegeven - de akkom modatie die komt te liggen aan een weg die vooral in de zomermaanden een zeer drukke weg is. Ik kan me voorstellen dat daar, bij zo'n akkommodatie, dat daar druk verkeer is met aanrijdende wagens. Dat die paarden op een gegeven moment niet alleen moeten stappen binnen de omheining maar dat die ook nog wel eens een keer de weg opgaan. Ja, ik vind daar de situatie op die gronden eigenlijk niet zo'n gunstige plaats mijnheer de voorzitter. Daarbij komt ook nog een overweging die doorslaggevend is geweest, mede doorslaggevend is geweest. Dat is het feit dat op het betreffende perceel eerder gepoogd is door anderen door een andere burger, een andere inwoner van onze gemeente om daar niet een zelfde akkommodatie maar in ieder geval ook iemand die zich uit liefde tot de paardensport geroepen voelde om daar een akkommodatie op te richten. Mijn heer de voorzitter, daar heeft deze raad afwijzend op beslist. Dit zijn voor mij een aantal motieven en ik wil me dan ook duidelijk aansluiten bij hetgeen de heer Wijnen naar voren heeft gebracht om het bezwaar van de heren Van Nassau ongegrond te verklaren mijnheer de voorzitter. Zij het met pijn in het hart, maar nogmaals emotie mag niet altijd de boventoon voeren en we moeten ook duidelijk zakelijke motieven laten meespelen. Mevrouw KNIEP-KÖHNKEMijnheer de voorzitter, ik zal hier en daar wel wat in herhaling vallen, maar neemt u mij dat niet kwalijk. Na een uitgebreide discussie binnen onze fractie zijn wij tot de volgende slotsom gekomen: Dat er geen sprake is van een voortzetting van een elders in onze gemeente gevestigd bedrijf, doch een verplaatsing vanuit de gemeente Hoeven naar Oudenbosch, vinden wij wel wat ver gezocht. Naar ons bekend hebben de Gebr. Van Nassau zeker geprobeerd zich elders in Hoeven te vestigen, hetgeen stuitte op te zware lasten. Nu de belangstelling voor de paardensport nog steeds toe neemt is er zeker behoefte aan een opvangcentrum zoals door de Gebr. Van Nassau opgezet. Verwijzend naar de brieven van het ministerie van Landbouw en Visserij, A.N.W.B.vee-artsen, manegehouder en fokker en gelet op wat ik eerder gezegd heb zijn wij van mening dat het mogelijk moet zijn de Gebr. Van Nassau vergunning te verlenen tot bouw van een woning en bedrijfsruimte op de bedoelde plaats. Zij het echter onder een aantal beperkende voorwaarden. Ten eerste de grootte van het woonhuis en ten tweede dat bij een eventuele latere verkoop er alleen verkocht mag worden aan diegenen die nagenoeg hetzelfde be drijf uitoefenen, ook in de agrarische sector. Los van de uiteindelijke beslissing vind ik het een kwalijke zaak dat al reeds aanstalte is gemaakt de bouw te beginnen zonder dat daarvoor de vereiste vergunningen zijn afgegeven. Uit voorafgaande blijkt dat wij voor wijziging van het bestemmingsplan Buiten gebied zijn.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 153