-33- om na te gaan binnen welke termijn men dus de mensen aan nieuwe woningen zou kunnen helpen. Dat is een overleg geweest tussen de voorzitter en de woning stichting en vanuit die kant heeft men toegezegd dat men alle mogelijke moeite zal doen om zodra dat dus mogelijk is en vandaar dat dus ook gezegd is in het plan Albano, vandaar dat ook gesteld is we moeten de maximale termijn van zes maanden in ieder geval aanhouden en u ook nog gewezen op de mogelijkheid dat gedeputeerde staten die termijn nog met een jaar kunnen verlengen. Ze hebben in ieder geval de toezegging gedaan dat zij als er tot onbewoonbaarverklaring overgegaan wordt de nodige medewerking zal geven om ook tot daadwerkelijke ontruiming van de woning over te gaan en voor andere huisvesting te zorgen. Die toezegging is dus door de woningstichting mondeling gedaan. Ja, de heer Van Hoof die zegt eigenlijk dat hij het met het voorstel eens is maar dat hij misschien toch nog nader in de commissie voor algemene en bestuurlijke zaken zou willen ingaan op de herhuisvesting en de mogelijkheden daartoe. De heer Van Elzakker is daar ook mee akkoord. Dat was wat ik er in eersteinstantie van wilde zeggen. De heer VAN DER GRAAT: Mijnheer de voorzitter, om te beginnen bij die toe zegging die gedaan is door de woningstichting. Nou die toezegging is niet gedaan. De toezegging die de woningstichting heeft gedaan is met name precies wat hier staat: medewerking verlenen. Wij weten toch allemaal wanneer er woningen be schikbaar komen Wij weten dat niet alleen deze 11 Marokkanen noodgevallen zijn. Op dit moment dus nog niet, maar noodgevallen worden. Maar dat er meer noodgevallen zijn. We kunnen dus zelf uitrekenen dat binnen zes maanden, dat deze mensen niet geholpen kunnen worden nog afgezien van de elementen die ik heb genoemd, dat de woningstichting bepaalt de normale richtlijnen die zij hanteren zal blijven hanteren ten aanzien van de economische of sociale ge bondenheid. Ik heb dus bepaald geen zekerheid, in ieder geval te weinig zeker heid dat binnen die zes maanden, want we moeten maar afwachten of die ver lenging plaatsvind, of er dan een woning voor deze mensen beschikbaar zal zijn. U zegt er is geen ander middel gebruikt. De inspecteur van sociale zaken, die betreedt en onderzoekt uitsluitend woningen waarin - oude woningen - buiten landse werknemers zijn gehuisvest. Als je dan kijkt naar het pand West Vaardeke 36 en je ziet dan dat dat pand behoorlijk onderhouden is, dat de gevel keurig strak is, en je kijkt dan naar de woning daarnaast, naar 3^» Waar Nederlanders wonen, dan zeg je, nou eigenlijk niet te begrijpen dat de een onbewoonbaar- verklaard moet worden en de andere niet. Nou kan er meespelen dat bij die ander dat daar de tuin al haast volgebouwd is met een haast nieuwe woning, strijdig met het Komplan en waarschijnlijk dus zonder bouwvergunning, ik kan me moeilijk voorstellen dat daar een bouwverordening op verleend is of een bouwvergunning. Dan vraag je je toch af: waarom het ene pand wel en het andere niet Omdat er in het een Nederlanders wonen Dan kijk je bij Brouwerijstraat 25 en dan zie je dat 23 wat er tegenaan staat - zelfde bouw; het is een door lopende bouw, twee-onder-een-kap - dat het uiterlijk en innerlijk van binnen op geen enkele wijze verschilt en 27 ook niet wat ernaast staat. Dat is een rijtje van drie. Dan blijf ik dus met de vraag zitten van welke maatstaven worden er aangelegd en toevallig het bezoek van de inspecteur van sociale zaken. Nu heb ik hiermee niet willen aantonen dat naar onze mening die onbewoon baarverklaring helemaal onterecht is. Wij denken alleen dat hij op dit moment niet opportuun is, niet noodzakelijk, op dit moment niet noodzakelijk is. Dat die woningen niet in een dermate slechte staat verkeren dat mensen daar niet op straffe van op straat staan niet nog geruime tijd zouden kunnen wonen, tot die zekerheid bereikt is dat zij andere huisvesting zullen krijgen. Want op straat staan is nog erger en er is ook niets wat ons belet om met name deze twee vast te houden, aan te houden tot het moment dat die zekerheid er is ge komen. Dan zegt de heer Van Hoof! ja, maar je moet die twee dingen niet aan elkaar koppelen, die huisvesting. Nou je zal er maar wonen en het niet gekoppeld zien. Ik denk dat de mensen die daar wonen, die overigens niets gehoord hebben die hebben wel ambtenaren binnen zien komen, maar die mensen weten van niks hoor, dat die onbewoonbaarverklaring hier vanavond op de rol staat,maar je zult er

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 148