-26- wat meer uitleg. De heer Van Eijkeren heeft dat ook gevraagd, maar ik dacht dat het toch wel goed was om te kijken van wat voor mogelijkheden zijn er nu inderdaad voor het inschakelen van de woningstichting. De VOORZITTER: Ja, ik moet u zeggen dat wij met u betreuren dat de plannen niet in een verder gevorderd stadium zijn. Uit contacten met de woning stichting is dus duidelijk naar voren gekomen dat de woningstichting bereid is om na te gaan of het voor hen haalbaar is een project daar in de huur- sfeer te realiseren. Ook met betrokkene: van wie de grond dus is is overleg gevoerd om te komen tot dat overleg. Maar betrokkene' wilde dus eerst met een kant en klaar plan komen alvorens hij daarover overleg wilde gaan plegen met de woningstichting. Dat heeft nogal een tijd in beslag genomen om tot dat plan te komen en de kostenopzet daarvan en men is nu zover dat dat overleg dus dat dat overleg kan gaan plaatsvinden. Ik ben het helemaal met u eens dat toen we 20 december vorig jaar besloten om het plan voor een periode te verdagen dat we gehoopt hadden dat we daar meer zeker heid over zouden hebben. Ik moet u in alle eerlijkheid zeggen dat er niet meer zekerheid is dan wat dus in het preadvies is aangegeven. Men heeft dus ondanks dat wij daarom gevraagd hebben dat overleg op gang te brengen toch vrij veel tijd nodig gehad om dat plan tot stand te brengen. Het is nu dus in het stadium dat het dus met de woningstichting bespreekbaar is en bekeken kan worden of het haalbaar is om het door de woningstichting in de huursector te laten uitvoeren. Maar ik kan u daar op dit moment geen enkele zekerheid, geen 100$ zekerheid over geven. Alleen de bereidheid van beide kanten om na te gaan wat de mogelijkheden zijn. Ik dacht dat dat de vragen waren die door iedereen Dan heeft de heer Rennings nog gevraagd of het mogelijk is in de commissie algemene en bestuurlijke zaken van de volgende keer aan de orde te stellen de hele woonsituatie. Ik dacht dat dat op de agenda van de volgende vergadering geplaatst kon worden, dat dit geen enkel probleem is. Ieder lid van de commissie kan dus punten daarvoor opvoeren. Het spijt mij dat ik u ook niet meer zekerheid kan geven, maar we hopen dat het overleg nu zo snel mogelijk tot stand kan komen. Maar zekerheid is daarover niet. De heer VAN HOOF: Ja, mijnheer de voorzitter, ik heb indertijd een voorspelling gedaan. Ik vind het triëst dat die voorspelling uit gaat komen, ook al werd toen langs alle kanten het tegendeel beweerd dat deze raad uit zou maken hoe en wat daar zou gebeuren. Ik vind het spijtig mijnheer de voorzitter. Ik vind dat de gemeenteraad het op dit moment duidelijk laat afweten. Ik vind ook dat het college als zodanig~:in gebreke is gebleven, mijnheer de voorzitter. In december hebben wij uitvoerig over deze zaak gesproken. Toen is in ieder- geval duidelijk - toen moet het in ieder geval duidelijk geworden zijn - gesteld aan het college van B. en W. wat de bedoelingen van deze raad waren met het soort woningen wat daar moest komen. We zijn nu vier maanden verder, mijn heer de voorzitter en we zijn nog op hetzelfde punt. Ja, ik vind het gewoon in een woord een trieste zaak en ik zou toch graag van de andere woordvoerders van deze gemeenteraad die indertijd zo hoog op hebben gegeven over dat deze raad zou bepalen van hoe of wat, wat nu Mijnheer Van der Graaf heeft zich daar heel sterk over uitgesproken. De heer VAN DER GRAAF: Ik heb er niet zo verschrikkelijk veel moeite mee, mijnheer de voorzitter om duidelijk te maken dat het eerder ingenomen stand punt van de Partij van de Arbeid onveranderd is. Alleen moet het u opgevallen zijn dat wij wat voorzichtig zijn en waarom zijn wij voorzichtig 2 Omdat de zelfde heer Van Hoof een aantal keren duidelijk heeft weergegeven dat als onze fractie van de Partij van de Arbeid of met name misschien ik, nogal voor of tegen zijn dat dat een aantal leden van deze raad dan omgekeerd voor of tegen is. Om die reden zijn wij erg zorgvuldig geweest; zo van laten we het achterste van onze tong niet zien. Maar als de heer Van Hoof dat graag wil. De fractie van de Partij van de Arbeid is van mening dat wij

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 141