-13-
tegen maakt, terwijl je aan een kant zegt het is toch niet zo onredelijk om
het te doen, als je er bezwaar tegen maakt dan zouden we daarmee onze positie
voor de volgende hertaxatie wel eens ernstig kunnen bemoeilijken. We moeten
ons realiseren dat we een offerte hebben gekregen die toch duidelijk als zeer
goedkoop wordt ervaren. Ik denk dat het verstandig is om dan bij een aan
trekkelijke offerte, bij een afwijking die we zelf constateren, niet te flauw
te zijn en te zeggen van nou dan nemen we de lasten die daar dan mee gemoeid
zijn verder ook voor onze rekening. Dat was de overweging die er bij burge
meester en wethouders toe heeft geleid om dit voorstel te doen.
De heer KOP JANSEN: Voor mij blijft dus toch een probleem dat dus ruim 4.000
met een overschrijding van 135« Dan heeft men achteraf dus gezegd van nou
we zetten ons vast bij precies 4.000. Ik vind het weinig zakelijk ook om dus
een offerte die gebaseerd is op ruim 4.000 objecten en die blijkt dus inderdaad
overschreden te zijn om dan op een gegeven moment nog een navordering te doen.
De heer VAN HOOF: Mijnheer de voorzitter, ik kan wel meedenken met hetgeen de
heer Kop Jansen stelt. Is de vraag om méér, is die gekomen van Meeüs of is
dat uit onze eigen beweging gedaan
De heer RENNINGS: Afgezien van het principe, afgezien van de principiële
stelling van de heer Kop Jansen wil ik nog op twee andere aspecten wijzen.
Dat is dat Meeüs in zijn offerte niet vraagt om een meer-en minderberekening
wat toch wel gebruikelijk is in de kringen van de makelaardij, wel praat
over 1300 woningen zijnde de sector premiehuurwoningen die hij voor een
prijs van 6.000,wel wil doen en als hij ze niet hoeft te doen gaan ze
van de offerte af en als ik ze dan de bedragen ga vergelijken 1300 woningen
voor 6.000,en 135 woningen voor 2.300,dan zet ik nog veel meer
vraagtekens erachter.
De heer WIJNEN: Ja, ik vraag me eigenlijk af mijnheer de voorzitter, wat
is eigenlijk de reden geweest om het aantal van 4.000 te noemen, terwijl het
toch wel exact bekend moet zijn in onze gemeente hoeveel woningen dat er
op een bepaalde datum zijn, en hoeveel bedrijfspanden. Als je dan zegt:
4.000 is meer om een indicatie te geven van de omvang van het werk wat daar
mee gemoeid is, dan kan ik me voorstellen dat zo iemand zegt van nou als
er meer zijn dan moet ik ook meer geld hebben. Er is een specificatie gegeven
en in hoeverre zijn er nou meer bedrijfspanden of zijn er meer garageboxen
of zijn er meer woningen. Dat is natuurlijk nog wel een belangrijk verschil.
Een bedrijfspand taxeren of een woning die getaxeerd moet worden, dat maakt
wel een groot verschil. Of een garagebox, nou daar hoef je helemaal niet
naar te kijken.
De heer VAN DER GRAAF: Nog een vraagje mijnheer de voorzitter. In het pre
advies staat datB.enW. is uitgegaan van 4.000 objecten. De heer Kop Jansen
spreekt steeds van ruim 4.000. Komt die ruim 4.000 voor in de opdracht
of staat in de opdracht 4.000 objecten. Dan ten aanzien van wat de heer
Rennings gezegd heeft. Daarin moet ik hem volkomen gelijk geven. Het
objectgemiddelde is weliswaar 17,maar daarin zitten een aantal veel
duurdere objecten en er zitten overigens ook goedkopere objecten in. De
garageboxen. Ik denk dus dat het op de een of andere wijze maten plussen en
minnen moet zijn. Dat kan dus bijvoorbeeld al op de manier die de heer
Rennings heeft gesuggereerd. Hoe hoog de objectprijs dus is voor de
woningen, voor de méér woningen. Dat alles overziende en dus met beperking
van die objectprijs van 17,zeggen wij, gelet dus op de inderdaad zeer
lage offerte in vergelijking met de andere en het reeds lang bestaande
contact met Meeüs, toch wel eigenlijk redelijk bevredigend, dat wil wat
zeggen als ik dat zeg, zeg ik dan vind ik het op zich niet zo vreemd hoor,
dus met die beperkingen die ik dus net genoemd heb, dat er dan gezegd wordt
van ja dan willen wij gezien die lage offerteprijs wel akkoord gaan wanneer
dat aantal zoveel hoger is.