-2k- aanmerking zou kunnen komen voor een permanente bouw van een school in Albano van de goedkeuring van het ministerie van onderwijs en wetenschappen. Ten vierde als ik het rapport lees van de inspecteur van het onderwijs hoeven B. en W. geen angst te hebben in de gang van zaken voor een permanente bouw van een school in Albano. Ten vijfde alles op een rij gezet hebbende mijnheer de voorzitter, moet u niet de angst hebben, maar ik, mijnheer de voorzitter voor de kinderen die deze noodvoorzieningen moeten gaan betrekken in het komend schooljaar en die gedupeerd zouden kunnen worden in deze situatie. In heel deze situatie mijnheer de voorzitter met die noodvoorzieningen, heb ik bijzonder veel moeite met het voorstel. De VOORZITTER: Ik wil even ingaan op wat de heer Van der Graaf gesteld heeft. Ik geloof dat hij juist stelt dat je op dit moment moeilijk kunt voorzien of je dus na een jaar deze noodlokalenkunt inwisselen voor een definitieve school. Ik geloof dat je dus, dat ben ik helemaal met hem eens, dat je in de keuze of het kiezen van het moment dat wel degelijk daarbij bepaald moet zijn of het aantal leerlingen in de wijk op een voldoende grootte is. De relatie tot dat jaar is dacht ik heel duidelijk want deze lokalen voldoen dus niet aan de bepalingen van het bouwbesluit lager en kleuteronderwijs en de inspectie die kan niet langer, althans voor het lagere-school-gedeelte want voor het kleuterschoolgedeelte moet het ministerie die ontheffing verlenen, niet langer als voor een jaar ontheffing verlenen. Er zal dus gewoon, dacht ik volgend jaar tijdig bekeken moeten worden of de situatie wederom ge continueerd moet worden en die ontheffing voor een langere periode gevraagd moet worden. Dat ben ik dus helemaal met hem eens. De heer Rennings die sprak dacht ik in dezelfde geest. Ja, wat de heer Kok betreft. Het is duide lijk geworden in de contacten die we met het ministerie hadden dat we, wilden we de definitieve school die er straks moet komen niet in gevaar brengen, dat we dus voor een dergelijk soort lokaal op dit moment moesten kiezen. Het is een keuze dus. Als je dus andere lokalen zou nemen die wel aan de be palingen van het bouwbesluit voldeden, ook al zouden dat dus semi-permenente lokalen zijn, dan zou dat mogelijk straks de bouw van de definitieve school ernstig kunnen belemmeren en vandaar dat we dus ons voorstel zo gedaan hebben dat we een type lokaal gekozen hebben dat in ieder geval de bouw van de de finitieve school niet in de weg kan staan. En ik dacht dat het toch wel lokalen waren waar redelijk onderwijs in gegeven kan worden. De inspecteur kan daar ook volledig vrede mee hebben. Die wil er ook zijn ontheffing voor verlenen en al zijn medewerking aan verlenen. Dus ik dacht dat van die kant bekeken de zaak toch wel zo was dat we daar niet zo bevreesd voor hoefden te zijn. Ik denk dat het een belangrijke zaak is om in ieder geval te overwegen de mogelijkheden niet af te snijden om straks tot een goed geoutilleerde definitieve school te komen, op een zo kort mogelijke termijn. De heer VAN DER GRAAF: Mijnheer de voorzitter, natuurlijk die overwegingen die trouwens zijn terug te vinden in het preadvies, die zijn duidelijk. Wat ik heb gewild dat is nauwgezet proberen dat we niet achteraf tot een verkeerde interpretatie kunnen komen wat we besloten hebben. Dat blijkt heel duidelijk dat dat geenszins de intentie niet is van het college en niet van de sprekers die ik tot nu toe gehoord heb. Dus dat bevredigt mij volledig. De heer KOK: Mijnheer de voorzitter, alle begrip voor uw situatie maar ik blijf toch bij het standpunt dat ik dit toch een behoorlijk moeilijk voorstel vind naar aanleiding van het duperen, dat de kinderen misschien in het komend schooljaar die toch uiteindelijk gedupeerd zullen worden in het onder wijsstelsel waar ze in komen te zitten. Ik heb er toch wel bijzonder veel moeite mee en ik zeg nee tegen dit voorstel. Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen, onder aan tekening dat de heer Kok tegen dit voorstel is.

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 139