-17- deze activiteiten voor 1980 te beperken. De heer DEN BRABER: Ja, mijnheer de voorzitter, uit het lange antwoord van de wethouder is mij nog niet helemaal duidelijk geworden wat hij nu concreet in guldens gaat overnemen, want ik denk dat het voor een groot deel toch ook wel over de knikkers gaat. Daartoe uitgenodigd door de heer Rennings zojuist kan ik zeggen dat ook wij hierbij denken aan een eenmalige extra subsidiering. Dat wij dus in principe dus ook vast willen blijven houden aan die eigen bijdrage, maar het is voor ons alleszins aanvaardbaar om bij deze start iets extra's naar het vrouwenwerk toe te schuiven. Mijnheer Van Hoof die heeft het gehad over dat wij teveel de nadruk zouden leggen op achterstandsituaties en dat we een stempel zouden drukken op een groep. Wat ons betreft is dat ten onrechte die indruk. Ik denk dat wij willen inspelen met deze subsidie op een signaal uit de samenleving, op mensen die vinden dat zij in het ver leden niet of nauwelijks aan de bak zijn gekomen. Die, zoals zij zeggen, in hun doelstellingen nu meer inzicht willen krijgen in het functioneren van de maatschappij. Nadenken over veranderingsmogelijkheden daarvan en daartoe activiteiten ontplooien. Dat doel heeft onze sympathiek en willen wij deze gelden graag beschikbaar stellen. Het verheugt mij dat de wethouder heeft gezegd op korte termijn een emancipatie-beleid te gaan starten. We wensen hem daar een betere start bij dan in de afgelopen maanden het geval is geweest, want dat was niet al te voortvarend. De heer VAN HOOF: Even heel kort. Ik heb weinig behoefte om uitvoerig op een aantal dingen in te gaan. Een ding wil ik wel duidelijk stellen. Er wordt van bepaalde zijde gezegd er zijn achterstandsituaties. Mijnheer de voor zitter, die moeten mij eens duidelijk aangetoond worden. Wat zijn achter standsituaties Dat is de onvrede, naar mijn mening, die mensen hebben met de situatie waarin ze leven. Ik heb eigenlijk willen zeggen dat er gewoon mensen zijn, met name vrouwen, die vinden dat ze helemaal niet in zo'n achterstandsituatie zitten. Ik bedoel, het ligt er maar net aan hoe je je voelt. Door nu zo uitdrukkelijk, zoals vanavond met deze subsidie, gaan stellen van nou het is inspelen op een signaal uit de samenleving, om de woorden van de heer Den Braber te gebruiken. Er zijn duidelijk achterstand situaties. Dat is gesignaleerd. Nou mijnheer de voorzitter, er zullen altijd mensen zijn die minder vrede hebben met een situatie zoals die zich voordoet. Maar ik denk dat dat zich in dezelfde mate bij mannen voordoet als bij vrouwen. Ik zou eigenlijk de vraag willen stellen--we hebben die pot gemaakt voor emancipatoire activiteiten - of als er vragen komen van mannenclubs als zodanig dat die ook mogelijk uit deze pot kunnen putten? Ik vind dat eigenlijk een belangrijke vraag, want ik denk dat er evenveel mannen zijn die zich in een achterstandsituatie voelen dan dat er vrouwen zijn. De heer WIJNEN: Ja, mijnheer de voorzitter, er zijn nu eigenlijk twee dingen aan de orde dacht ik. Waar ik een beetje mee zit dat is aan de ene kant zegt B. en W. wij willen wel tegemoetkomen aan het initiatief om die alleenstaanden wat te helpen en dan is er het probleem van de startsubsidie. Ik vind ook dat alleenstaande vrouwen, vooral die categorie, dat je die moet helpen. Daar waar je dat ookkunt moet je dat terwille zijn. Alleen de startsubsidie moet een algemeen karakter hebben. Dan geldt hij voor Dat is eigenlijk een vraag die ik niet beantwoord heb gekregen. Gaat die startsubsidie nou naar het open vrouwenwerk in zijn totaliteit of wordt hij gebonden aan een bepaalde categorie. Gaan we nou de activiteiten ten behoeve van de alleen staanden of van de categorie die hier nou ja, nou verwacht wordt dat ze het dat ze geen eigen bijdrage geven en dat we daar dat bedrag aan aan passen of is dat in zijn totaliteit een gebaar van het open vrouwenwerk opstarten. En in welke vorm dan ook, dat moeten ze dan zelf maar onderling bekijken middels een plan voor subsidie. Ik weet niet of dat beantwoord kan worden, anders dan zou ik nog wel graag even ruggespraak willen houden met

Raadsnotulen

Oudenbosch: 1939-1994 | 1980 | | pagina 132